Vrijgevestigd en ongecontracteerd
Welkom in de bizarre wereld van geld, macht en diagnosen - 18 december 2016
In 1999 waagde ik na een aantal jaren in de reguliere GGZ te hebben gewerkt de stap naar een eigen praktijk. Ik was toen 31 en had het gevoel dat dit het beste vervolg was op de twaalf jaren dat ik me met vrijwilligerswerk, psychologie, pastoraat en professionele hulpverlening had beziggehouden.
Wat ik me toen niet realiseerde, maar terugkijkend wel moet vaststellen, is dat ik terecht kwam in een eindeloze, ontmoedigende reeks van veranderingen in regelgeving van de overheid en van verzekeraars.
Na ongeveer een jaar werken bleek dat ik eerstelijnspsycholoog moest worden om voor vergoeding in aanmerking te komen. Ik begon daarom met het verplichte supervisietraject maar voordat ik die af had was de voorwaarde voor vergoeding alweer gewijzigd. Ik moest nu GZ-Psycholoog zijn met een aanvullend registratie. Geen probleem, wel een hoop papierwerk, maar: geregeld. Gelukkig was ik al registerpsycholoog. Binnen een jaar veranderden de regels weer en bleek dat ik toch lid moest zijn van de Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen. Aangemeld en geaccepteerd als buitengewoon lid vanwege mijn GZ-registratie. Na een of twee jaar kreeg ik te horen dat ik om lid te blijven toch ook nog een aparte eerstelijnsregistratie moest halen. Oké, klinkt niet onredelijk. Supervisor gezicht en traject weer opgestart. Maar voor de eerste supervisie-sessie had plaatsgevonden kwam het bericht dat een GZ-registratie toch genoeg was om lid te blijven. Supervisie weer afgezegd.
Daarna veranderden de eisen die verzekeraars stelden voor vergoeding ieder jaar. Het was een kwestie van voortdurend aanpassen en meebewegen.
In 2013 werd alles weer anders. We gingen nu Basis GGZ heten in plaats van eerstelijns-psychologie. Vanaf januari 2014 zou dit ingaan. In december 2013 kwamen uiteindelijk de officiële regels van de NZA online. Na deze in de kerstvakantie bestudeerd te hebben was mij duidelijk dat dit een complete ommekeer in ons werk betekende. We konden kiezen voor contracten met verzekeraars of voor ongecontracteerd werken. Na een afweging koos ik voor het tweede omdat er veel nadelen aan die contracten zaten zoals omzetplafonds waardoor je in de loop van het jaar cliënten van bepaalde verzekeringen moest weigeren en anderen juist moest zien te werven. Zo'n schifting bij de voordeur past mij niet.
De meest onmogelijke regel: we mochten pas na afloop van een behandeltraject een declaratie indienen. Dat betekende in veel gevallen dus een half jaar of een jaar werk leveren zonder betalingen. Had iemand ook bedacht hoe je dat als zelfstandige praktijk moest financieren? Nee. Konden banken daar iets in betekenen? Nee. Was er een garantie dat je na al je werk je geld zou krijgen? Nee. Samenvatting: verplicht investeren in een flinke reorganisatie en geld lenen bij je vrienden en familie en vertrouw maar op de eerlijkheid van verzekeraars.
De grootste verandering: er werd in de documenten van de NZa nu een onderscheid gemaakt tussen hoofd- en medebehandelaars wat betekende dat mijn collega-hulpverleners onder mijn verantwoordelijkheid BGGZ behandelingen konden uitvoeren. Omdat nog veel zaken niet uitgewerkt waren, besloot ik om geen risico’s te nemen en onze praktijk in nauw overleg met de NZa opnieuw in te richten. De medewerkers van de NZa stonden mij steeds vriendelijk te woord en wat ze niet wisten gingen ze voor me uitzoeken.
Vooral de eisen die werden gesteld aan medebehandelaars heb ik uitgebreid doorgesproken met de NZa omdat zij mee moesten draaien in behandelingen die pas na afloop gedeclareerd konden worden. Ik wilde niet het risico lopen dat ik iets over het hoofd zou zien en de declaraties alsnog afgewezen zouden worden. Temeer daar zorgverzekeraars aangaven dat ze in het eerste jaar waarschijnlijk nog niet klaar waren om BGGZ declaraties van vlot te verwerken. Nadat we alle nieuwe software voor dossiers, declaraties en indicatiestelling hadden aangeschaft en geïnstalleerd heb ik voor de allerlaatste check onze geplande werkwijze nog een keer voorgelegd aan de NZa. De medewerker heeft aan de telefoon samen met mij de nieuwste versie van de BGGZ regels nog een keer doorgenomen en kon in mijn plannen niet iets vinden dat daarmee in tegenspraak was. We kregen van diverse verzekeraars bericht dat het eerste jaar waarschijnlijk nog wat rommelig zou verlopen met uitbetalingen aan niet-gecontracteerden, maar dat er met wederzijdse coulance gewerkt moest worden. Ik dwong mezelf om een beetje vertrouwen te hebben in deze toezeggingen.
Zo gingen we een spannend jaar in waarin we moesten gaan werken zonder uitbetalingen in het vertrouwen dat die na een jaar wel op gang zouden komen. Een bizarre situatie die je als ondernemer alleen maar in de GGZ kunt tegenkomen. Gelukkig kon ik bij diverse vrienden en familie geld lenen om een periode te overbruggen. Mijn bank overwoog het niet eens.
Voor de zekerheid meldden we al onze cliënten dat wij niet konden garanderen dat de behandeling vergoed zou worden en dat ze er rekening mee moesten houden dat ze het uiteindelijk zelf zouden moeten betalen. Zo staken we in januari 2014 van wal, een nieuwe onvoorziene en onbekende oceaan lag voor ons.
Het bleek één van de grootste misrekeningen in mijn carrière. Na een jaar was er voor een gigantisch bedrag aan therapietrajecten geleverd en was er nog vrijwel niets betaald door verzekeraars. Onze cliënten moesten de facturen zelf indienen bij hun verzekeraar zodat die ons konden betalen. Ik moest de uitbetalingen aan mijn medewerkers in de praktijk steeds verder uitstellen waardoor ik een enorme schuld had waar gelukkig ook een zelfde bedrag aan tegoeden tegenover stond. Althans, dat dacht ik.
Toen het op uitbetalen aankwam gaf de een na de andere verzekeraar richting onze cliënten aan dat er in de BGGZ geen medebehandelaars waren toegestaan en dat onze praktijk hen verkeerd had voorgelicht en in strijd met de regels had behandeld. Het leidde tot veel boze telefoontjes van cliënten waardoor onze telefonistes nog amper de telefoon durfden aan te nemen.
Ik had mijn huiswerk echter goed gedaan en kon de verzekeringsmedewerkers die over de uitbetalingen gingen vanuit de NZa regels uitleggen dat onze werkwijze wel volgens de regels was. Dit was nieuwe informatie voor de meesten en ik ging er vanuit dat dit nog bij de startproblemen van de BGGZ hoorde. Het openstaande bedrag aan declaraties liep ondertussen steeds verder op en ik wist niet meer hoe ik financieel de touwtjes nog aan elkaar moest knopen. Mijn auto begaf het en ik moest met de garage ook een afbetalingsregeling afspreken. Ik bleef echter vertrouwen op de eerlijkheid en redelijkheid van verzekeraars en de beloofde coulance gedurende de eerste tijd. Het zou vast goed komen.
Eén van onze zzp-ers raakte in paniek en eiste via een aangetekende brief per direct al het openstaande geld van mij. Dit ging niet de goede kant op. Ik kon nergens meer iets lenen. Gelukkig was een andere zzp-er die rustig bleef, bereid dit geld voor te schieten. Ongelofelijk! We konden weer verder.
Na veel telefoontjes met verzekeraars werd duidelijk dat een aantal echt op het standpunt bleef staan dat medebehandelaarschap in de BGGZ niet geoorloofd was. Alleen gesprekken met hoofdbehandelaars werden vergoed. Daar zat ik met een giga schuld van inmiddels anderhalf jaar werken en een vermeend tegoed dat ik nu zag verdampen. Het betekende eigenlijk dat ik failliet was want met geen mogelijkheid kon ik hier nog uit weg komen.
Juristen van de verzekeraars legden mij uit dat de overheid hen de ruimte had gegeven om eigen aanvullende regels te stellen en ook om deze regels gaandeweg te bij te mogen stellen. Deze regels waren alleen nog niet verwerkt in polissen en stonden inderdaad ook nog niet op internet. 'Dus het klopt dat u daar nog niets van kon vinden en dat verzekerden er ook niet van op de hoogte waren.' Maar men was nog zo druk met de declaraties van gecontracteerden dat de systematiek voor declaraties van ongecontracteerden nog in wording was. ‘Heel vervelend voor u maar daar gaat een andere afdeling over. En nee, daar kan ik u inderdaad geen nummer van geven.’
Het drong tot me door dat ik vertrouwd had op iets dat niet te vertrouwen is en dat ik als kleine zelfstandige geen schijn van kans had tegen grote verzekeraars met een leger juristen die natuurlijk ook alle documenten van de NZA hadden bestudeerd en beter dan mij, de NZa en het NIP beseften dat ze altijd weg konden komen met de ruimte die ze hadden bedongen om hun aanvullende regels gaandeweg aan te passen.
Ik begon nu echt aan mezelf te twijfelen. Waarom had ik dit niet voorzien? Waarom was ik zo goedgelovig geweest? Had ik mezelf, mijn collega’s en mijn cliënten niet voor de gek gehouden? Had ik niet een veel te groot risico genomen? Had ik toch voor contracten moeten kiezen ondanks dat ik de zeggenschap over mijn praktijk en mijn werkwijze daarmee uitleverde aan de verzekeraars? Had ik toen de BGGZ werd ingevoerd niet moeten stoppen met dit soort hulpverlening zoals de meeste kleinere praktijken om me heen deden? Had ik me niet beter op de wat rijkere doelgroep kunnen richten die het toch wel zelf wilde betalen?
Hoewel ik nog steeds overtuigd was van mijn gelijk, wist dat ik geen andere keus had dan mijn verlies nemen. Op enige coulance van verzekeraars uit dank voor de gratis behandeling van hun verzekerden hoefde ik niet te rekenen. Ik had gehoopt voor mijn vijftigste een financieel gezonde praktijk te hebben maar dat ideaal moest ik hierbij loslaten. Omdat het mijn keuzes waren geweest vond ik het niet terecht dat anderen hiervoor op moesten draaien dus ik besloot alles op alles te zetten om deze behandelingen zelf te betalen. Daar had ik alleen wel een Cashcow voor nodig en heel veel geduld van de zzp-ers die de behandelingen hadden uitgevoerd en van mijn financiers die nu veel langer op geld moesten wachten.
We hebben ons beleid nu gewijzigd. We stemmen ons niet langer af op de regels van de overheid, maar monitoren ieder jaar hoe verzekeraars omgaan met de declaraties van onze cliënten. Dat is per verzekeraar, per jaar en per declaratie heel verschillend en er valt weinig logica in te ontdekken. Zo mag de ene cliënt zonder probleem een tweede of derde BGGZ dossier per jaar declareren, terwijl de andere cliënt maximaal één dossier mag hebben. De één moet voor elk vervolgtraject een nieuwe verwijzing van de huisarts hebben, terwijl de ander aan één verwijzing per jaar genoeg heeft. We gaan niet meer in discussie over regels, maar volgen gewoon alle aanwijzingen van de telefonistes van de verzekering zo extreem mogelijk op. Dat lijkt een veiligere manier van werken zolang ze niet met terugwerkende kracht geld kunnen terugvorderen omdat ze weer een nieuwe aanvullende regel hebben bedacht die nog door die andere afdeling gepubliceerd moet worden. Het is duidelijk wie er aan de macht is in de Nederlandse gezondheidszorg.
Soms halen tegenslagen het beste uit een mens tevoorschijn. Vanaf dat jaar heb ik week in week uit 80-100 uur gewerkt. Het eist een grote tol van mijn gezin, mijn huwelijk en mijn vrije tijd, maar ik ben vastbesloten iedere cent die ik heb moeten lenen terug te betalen. Misschien is dat ook een stuk trots. Ik ga er dan maar vanuit dat het gezonde trots is om je verlies te nemen en je schulden af te betalen. Ik heb goede moed dat ik voor mijn zestigste van alles af moet kunnen zijn. Of ik ooit nog aan vrije zaterdagen en zondagen zal wennen weet ik niet. Dat klinkt toch een beetje bitter. Ja ... een bittere nasmaak geeft het allemaal wel. En dan heb ik nu nog geen woord gezegd over de veranderingen in de Jeugdzorg, precies in dezelfde periode. Daar heb ik ook minstens twee van deze artikelen voor nodig om op een rij te zetten wat voor tijdsinvesteringen en financiële verliezen ons dat heeft opgeleverd.
Mijn grootste inspiratie om vol te houden en niet op te geven zijn mijn cliënten met meervoudige diagnosen die eigenlijk een plek in de SGGZ hadden moeten hebben. Omdat die plekken wegbezuinigd zijn komen ze terug in de Basis GGZ waar niemand ze eigenlijk wil hebben. Ik weet zeker dat de juridische afdeling van een verzekeraar daar ook nog een slaatje uit zou kunnen slaan: u behandelt mensen die volgens onze regels in de SGGZ thuis horen, dus wij willen ons geld terug. Het is niet ons probleem waar u die mensen dan naar toe moet sturen. Dat is uw deskundigheid als verwijzer. Wij voeren slechts het beleid uit. En als iemand suïcide pleegt zijn er crisisdiensten meneer Goedegebuure. Ik hoop dat het zover niet zal komen, maar mijn vertrouwen in verzekeraars heeft in de afgelopen jaren wel wat deuken opgelopen.
Wat ik me toen niet realiseerde, maar terugkijkend wel moet vaststellen, is dat ik terecht kwam in een eindeloze, ontmoedigende reeks van veranderingen in regelgeving van de overheid en van verzekeraars.
Na ongeveer een jaar werken bleek dat ik eerstelijnspsycholoog moest worden om voor vergoeding in aanmerking te komen. Ik begon daarom met het verplichte supervisietraject maar voordat ik die af had was de voorwaarde voor vergoeding alweer gewijzigd. Ik moest nu GZ-Psycholoog zijn met een aanvullend registratie. Geen probleem, wel een hoop papierwerk, maar: geregeld. Gelukkig was ik al registerpsycholoog. Binnen een jaar veranderden de regels weer en bleek dat ik toch lid moest zijn van de Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen. Aangemeld en geaccepteerd als buitengewoon lid vanwege mijn GZ-registratie. Na een of twee jaar kreeg ik te horen dat ik om lid te blijven toch ook nog een aparte eerstelijnsregistratie moest halen. Oké, klinkt niet onredelijk. Supervisor gezicht en traject weer opgestart. Maar voor de eerste supervisie-sessie had plaatsgevonden kwam het bericht dat een GZ-registratie toch genoeg was om lid te blijven. Supervisie weer afgezegd.
Daarna veranderden de eisen die verzekeraars stelden voor vergoeding ieder jaar. Het was een kwestie van voortdurend aanpassen en meebewegen.
In 2013 werd alles weer anders. We gingen nu Basis GGZ heten in plaats van eerstelijns-psychologie. Vanaf januari 2014 zou dit ingaan. In december 2013 kwamen uiteindelijk de officiële regels van de NZA online. Na deze in de kerstvakantie bestudeerd te hebben was mij duidelijk dat dit een complete ommekeer in ons werk betekende. We konden kiezen voor contracten met verzekeraars of voor ongecontracteerd werken. Na een afweging koos ik voor het tweede omdat er veel nadelen aan die contracten zaten zoals omzetplafonds waardoor je in de loop van het jaar cliënten van bepaalde verzekeringen moest weigeren en anderen juist moest zien te werven. Zo'n schifting bij de voordeur past mij niet.
De meest onmogelijke regel: we mochten pas na afloop van een behandeltraject een declaratie indienen. Dat betekende in veel gevallen dus een half jaar of een jaar werk leveren zonder betalingen. Had iemand ook bedacht hoe je dat als zelfstandige praktijk moest financieren? Nee. Konden banken daar iets in betekenen? Nee. Was er een garantie dat je na al je werk je geld zou krijgen? Nee. Samenvatting: verplicht investeren in een flinke reorganisatie en geld lenen bij je vrienden en familie en vertrouw maar op de eerlijkheid van verzekeraars.
De grootste verandering: er werd in de documenten van de NZa nu een onderscheid gemaakt tussen hoofd- en medebehandelaars wat betekende dat mijn collega-hulpverleners onder mijn verantwoordelijkheid BGGZ behandelingen konden uitvoeren. Omdat nog veel zaken niet uitgewerkt waren, besloot ik om geen risico’s te nemen en onze praktijk in nauw overleg met de NZa opnieuw in te richten. De medewerkers van de NZa stonden mij steeds vriendelijk te woord en wat ze niet wisten gingen ze voor me uitzoeken.
Vooral de eisen die werden gesteld aan medebehandelaars heb ik uitgebreid doorgesproken met de NZa omdat zij mee moesten draaien in behandelingen die pas na afloop gedeclareerd konden worden. Ik wilde niet het risico lopen dat ik iets over het hoofd zou zien en de declaraties alsnog afgewezen zouden worden. Temeer daar zorgverzekeraars aangaven dat ze in het eerste jaar waarschijnlijk nog niet klaar waren om BGGZ declaraties van vlot te verwerken. Nadat we alle nieuwe software voor dossiers, declaraties en indicatiestelling hadden aangeschaft en geïnstalleerd heb ik voor de allerlaatste check onze geplande werkwijze nog een keer voorgelegd aan de NZa. De medewerker heeft aan de telefoon samen met mij de nieuwste versie van de BGGZ regels nog een keer doorgenomen en kon in mijn plannen niet iets vinden dat daarmee in tegenspraak was. We kregen van diverse verzekeraars bericht dat het eerste jaar waarschijnlijk nog wat rommelig zou verlopen met uitbetalingen aan niet-gecontracteerden, maar dat er met wederzijdse coulance gewerkt moest worden. Ik dwong mezelf om een beetje vertrouwen te hebben in deze toezeggingen.
Zo gingen we een spannend jaar in waarin we moesten gaan werken zonder uitbetalingen in het vertrouwen dat die na een jaar wel op gang zouden komen. Een bizarre situatie die je als ondernemer alleen maar in de GGZ kunt tegenkomen. Gelukkig kon ik bij diverse vrienden en familie geld lenen om een periode te overbruggen. Mijn bank overwoog het niet eens.
Voor de zekerheid meldden we al onze cliënten dat wij niet konden garanderen dat de behandeling vergoed zou worden en dat ze er rekening mee moesten houden dat ze het uiteindelijk zelf zouden moeten betalen. Zo staken we in januari 2014 van wal, een nieuwe onvoorziene en onbekende oceaan lag voor ons.
Het bleek één van de grootste misrekeningen in mijn carrière. Na een jaar was er voor een gigantisch bedrag aan therapietrajecten geleverd en was er nog vrijwel niets betaald door verzekeraars. Onze cliënten moesten de facturen zelf indienen bij hun verzekeraar zodat die ons konden betalen. Ik moest de uitbetalingen aan mijn medewerkers in de praktijk steeds verder uitstellen waardoor ik een enorme schuld had waar gelukkig ook een zelfde bedrag aan tegoeden tegenover stond. Althans, dat dacht ik.
Toen het op uitbetalen aankwam gaf de een na de andere verzekeraar richting onze cliënten aan dat er in de BGGZ geen medebehandelaars waren toegestaan en dat onze praktijk hen verkeerd had voorgelicht en in strijd met de regels had behandeld. Het leidde tot veel boze telefoontjes van cliënten waardoor onze telefonistes nog amper de telefoon durfden aan te nemen.
Ik had mijn huiswerk echter goed gedaan en kon de verzekeringsmedewerkers die over de uitbetalingen gingen vanuit de NZa regels uitleggen dat onze werkwijze wel volgens de regels was. Dit was nieuwe informatie voor de meesten en ik ging er vanuit dat dit nog bij de startproblemen van de BGGZ hoorde. Het openstaande bedrag aan declaraties liep ondertussen steeds verder op en ik wist niet meer hoe ik financieel de touwtjes nog aan elkaar moest knopen. Mijn auto begaf het en ik moest met de garage ook een afbetalingsregeling afspreken. Ik bleef echter vertrouwen op de eerlijkheid en redelijkheid van verzekeraars en de beloofde coulance gedurende de eerste tijd. Het zou vast goed komen.
Eén van onze zzp-ers raakte in paniek en eiste via een aangetekende brief per direct al het openstaande geld van mij. Dit ging niet de goede kant op. Ik kon nergens meer iets lenen. Gelukkig was een andere zzp-er die rustig bleef, bereid dit geld voor te schieten. Ongelofelijk! We konden weer verder.
Na veel telefoontjes met verzekeraars werd duidelijk dat een aantal echt op het standpunt bleef staan dat medebehandelaarschap in de BGGZ niet geoorloofd was. Alleen gesprekken met hoofdbehandelaars werden vergoed. Daar zat ik met een giga schuld van inmiddels anderhalf jaar werken en een vermeend tegoed dat ik nu zag verdampen. Het betekende eigenlijk dat ik failliet was want met geen mogelijkheid kon ik hier nog uit weg komen.
Juristen van de verzekeraars legden mij uit dat de overheid hen de ruimte had gegeven om eigen aanvullende regels te stellen en ook om deze regels gaandeweg te bij te mogen stellen. Deze regels waren alleen nog niet verwerkt in polissen en stonden inderdaad ook nog niet op internet. 'Dus het klopt dat u daar nog niets van kon vinden en dat verzekerden er ook niet van op de hoogte waren.' Maar men was nog zo druk met de declaraties van gecontracteerden dat de systematiek voor declaraties van ongecontracteerden nog in wording was. ‘Heel vervelend voor u maar daar gaat een andere afdeling over. En nee, daar kan ik u inderdaad geen nummer van geven.’
Het drong tot me door dat ik vertrouwd had op iets dat niet te vertrouwen is en dat ik als kleine zelfstandige geen schijn van kans had tegen grote verzekeraars met een leger juristen die natuurlijk ook alle documenten van de NZA hadden bestudeerd en beter dan mij, de NZa en het NIP beseften dat ze altijd weg konden komen met de ruimte die ze hadden bedongen om hun aanvullende regels gaandeweg aan te passen.
Ik begon nu echt aan mezelf te twijfelen. Waarom had ik dit niet voorzien? Waarom was ik zo goedgelovig geweest? Had ik mezelf, mijn collega’s en mijn cliënten niet voor de gek gehouden? Had ik niet een veel te groot risico genomen? Had ik toch voor contracten moeten kiezen ondanks dat ik de zeggenschap over mijn praktijk en mijn werkwijze daarmee uitleverde aan de verzekeraars? Had ik toen de BGGZ werd ingevoerd niet moeten stoppen met dit soort hulpverlening zoals de meeste kleinere praktijken om me heen deden? Had ik me niet beter op de wat rijkere doelgroep kunnen richten die het toch wel zelf wilde betalen?
Hoewel ik nog steeds overtuigd was van mijn gelijk, wist dat ik geen andere keus had dan mijn verlies nemen. Op enige coulance van verzekeraars uit dank voor de gratis behandeling van hun verzekerden hoefde ik niet te rekenen. Ik had gehoopt voor mijn vijftigste een financieel gezonde praktijk te hebben maar dat ideaal moest ik hierbij loslaten. Omdat het mijn keuzes waren geweest vond ik het niet terecht dat anderen hiervoor op moesten draaien dus ik besloot alles op alles te zetten om deze behandelingen zelf te betalen. Daar had ik alleen wel een Cashcow voor nodig en heel veel geduld van de zzp-ers die de behandelingen hadden uitgevoerd en van mijn financiers die nu veel langer op geld moesten wachten.
We hebben ons beleid nu gewijzigd. We stemmen ons niet langer af op de regels van de overheid, maar monitoren ieder jaar hoe verzekeraars omgaan met de declaraties van onze cliënten. Dat is per verzekeraar, per jaar en per declaratie heel verschillend en er valt weinig logica in te ontdekken. Zo mag de ene cliënt zonder probleem een tweede of derde BGGZ dossier per jaar declareren, terwijl de andere cliënt maximaal één dossier mag hebben. De één moet voor elk vervolgtraject een nieuwe verwijzing van de huisarts hebben, terwijl de ander aan één verwijzing per jaar genoeg heeft. We gaan niet meer in discussie over regels, maar volgen gewoon alle aanwijzingen van de telefonistes van de verzekering zo extreem mogelijk op. Dat lijkt een veiligere manier van werken zolang ze niet met terugwerkende kracht geld kunnen terugvorderen omdat ze weer een nieuwe aanvullende regel hebben bedacht die nog door die andere afdeling gepubliceerd moet worden. Het is duidelijk wie er aan de macht is in de Nederlandse gezondheidszorg.
Soms halen tegenslagen het beste uit een mens tevoorschijn. Vanaf dat jaar heb ik week in week uit 80-100 uur gewerkt. Het eist een grote tol van mijn gezin, mijn huwelijk en mijn vrije tijd, maar ik ben vastbesloten iedere cent die ik heb moeten lenen terug te betalen. Misschien is dat ook een stuk trots. Ik ga er dan maar vanuit dat het gezonde trots is om je verlies te nemen en je schulden af te betalen. Ik heb goede moed dat ik voor mijn zestigste van alles af moet kunnen zijn. Of ik ooit nog aan vrije zaterdagen en zondagen zal wennen weet ik niet. Dat klinkt toch een beetje bitter. Ja ... een bittere nasmaak geeft het allemaal wel. En dan heb ik nu nog geen woord gezegd over de veranderingen in de Jeugdzorg, precies in dezelfde periode. Daar heb ik ook minstens twee van deze artikelen voor nodig om op een rij te zetten wat voor tijdsinvesteringen en financiële verliezen ons dat heeft opgeleverd.
Mijn grootste inspiratie om vol te houden en niet op te geven zijn mijn cliënten met meervoudige diagnosen die eigenlijk een plek in de SGGZ hadden moeten hebben. Omdat die plekken wegbezuinigd zijn komen ze terug in de Basis GGZ waar niemand ze eigenlijk wil hebben. Ik weet zeker dat de juridische afdeling van een verzekeraar daar ook nog een slaatje uit zou kunnen slaan: u behandelt mensen die volgens onze regels in de SGGZ thuis horen, dus wij willen ons geld terug. Het is niet ons probleem waar u die mensen dan naar toe moet sturen. Dat is uw deskundigheid als verwijzer. Wij voeren slechts het beleid uit. En als iemand suïcide pleegt zijn er crisisdiensten meneer Goedegebuure. Ik hoop dat het zover niet zal komen, maar mijn vertrouwen in verzekeraars heeft in de afgelopen jaren wel wat deuken opgelopen.
Dreiging met terugwerkende kracht
Verzekeraar wil geld terug - 17 december 2020
Waar ik in 2016 al bang voor was, maar me niet door heb laten leiden, lijkt nu te gebeuren: na jarenlang de maatwerk-behandelingen grotendeels vergoed te hebben wordt nu gedreigd met een terugvordering over al deze jaren. Ik weet dat ik moreel het juiste heb gedaan door er te zijn voor mensen die nergens meer terecht konden met hun wanhoop na allerlei BGGZ en SGGZ behandelingen geprobeerd te hebben. Maar ik heb blijkbaar te veel vertrouwd op de goede intenties van verzekeraars, de letterlijke teksten van de NZA en de bereidheid van medemensen om met elkaar de handen ineen te slaan door zorg op maat te mogelijk te maken. Het is nu helaas tijd geworden om een advocaat in de hand te nemen. Wordt vervolgd.
Menselijkheid overwint!
Een aanmoediging om altijd je overtuigingen te blijven volgen en er eerlijk rekenschap van af te leggen - 6 juni 2022
De dreiging van een terugvordering werd uiteindelijk in 2021 een echte terugvordering van 70.000 euro. De terugvordering kwam op de derde dag van mijn vakantie die daarmee gevoelsmatig voorbij was. In de daaropvolgende weken heb ik veel energie moeten stoppen in het beschrijven van mijn standpunt. Hierbij een geanonimiseerde versie van het document. Ik had er 31 pagina's voor nodig om alles goed uit de doeken te doen. Ik denk dat het een schat aan informatie en wellicht inspiratie bevat voor journalisten, politici en iedereen die betrokken is bij regelgeving en beleid rondom de GGZ.
reactie_op_aangekondigde_vordering_met_doorhalingen_vanwege_privacy.pdf | |
File Size: | 601 kb |
File Type: |
Uiteindelijk heb ik dit document nooit verzonden. Mijn advocaat heeft het bestudeerd en een samenvatting gemaakt van wat juridisch het meest relevant was. Wat juridisch het meest relevant is, is overigens vaak niet emotioneel of inhoudelijk het meest relevante. Misschien komt er iemand toevallig op deze wat verborgen pagina die dit verhaal nodig heeft. Voila, dan heb ik het voor jou geschreven.
Na anderhalf jaar onduidelijkheden, onzekerheden en spanning heb ik uiteindelijk een goed gesprek gehad het hoofd van de Controle-afdeling (fraude-onderzoek). Haar eerste vraag was: 'hoe heeft het zo ver kunnen komen dat we zo tegen elkaar zijn komen te staan?'. Dat vond ik een erg goede vraag die opening gaf voor een eerlijk gesprek van mens tot mens. Ik heb me gehoord, begrepen en gerespecteerd gevoeld. Zowel als mens als ook als deskundige. Voor mij was dit genoeg. Er is mij verzekerd dat ik niet bang hoef te zijn voor verdere vorderingen. Ik sluit hiermee een hoofdstuk af en richt me op de volgende hoofdstukken van mijn leven.
Na anderhalf jaar onduidelijkheden, onzekerheden en spanning heb ik uiteindelijk een goed gesprek gehad het hoofd van de Controle-afdeling (fraude-onderzoek). Haar eerste vraag was: 'hoe heeft het zo ver kunnen komen dat we zo tegen elkaar zijn komen te staan?'. Dat vond ik een erg goede vraag die opening gaf voor een eerlijk gesprek van mens tot mens. Ik heb me gehoord, begrepen en gerespecteerd gevoeld. Zowel als mens als ook als deskundige. Voor mij was dit genoeg. Er is mij verzekerd dat ik niet bang hoef te zijn voor verdere vorderingen. Ik sluit hiermee een hoofdstuk af en richt me op de volgende hoofdstukken van mijn leven.
Wil je meer weten over mijn werk als psycholoog, schrijver of muzikant? Kijk dan op één van mijn websites.