28/3/2025 0 Opmerkingen Als het niet meer 'klopt' van binnen – over congruentie, trauma en psychische gezondheidSoms heb je van die dagen waarop alles moeizaam voelt. Je gedachten blijven hangen in mist, de woorden willen niet komen, en het contact met anderen schuurt. Je doet je best, maar het 'klopt' allemaal niet. Je voelt: dit ben ik niet echt. Maar ik weet ook niet goed hoe ik nu wel mezelf kan zijn.
Die ervaring is niet uitzonderlijk. Iedereen herkent dit in een bepaalde mate. Mensen die wat gevoeliger of introverter zijn hebben dat vaker dan nuchtere of extraverte types. Maar voor veel mensen met psychische klachten — en zeker bij complexe trauma’s en/of een onveilige hechtingsgeschiedenis — is het een terugkerend thema. En kan het tot grote wanhoopsgevoelens leiden. En dat heeft alles te maken met een klassiek kernbegrip uit de psychologie: congruentie. Wat is congruentie eigenlijk? Congruentie betekent: dat wat je van binnen ervaart, op een bij jou passende manier zichtbaar, merkbaar en/of hoorbaar kunnen maken aan de buitenkant. 'Jezelf zijn'. Wat je in je binnenwereld voelt, denkt of gelooft is in lijn met wat je aan de buitenkant doet, toont of zegt. Je 'klopt'. En dat woord is hier niet zomaar gekozen: het resoneert met iets diepers. Wanneer je binnen- en buitenwereld met elkaar met elkaar 'kloppen', voel je dat in je lijf. Het geeft rust. Je hoeft niets te forceren, te verbergen of bij te sturen. Je kunt gewoon zijn wie je bent. 'Dit is wie ik ben'. Je 'bestaat'. Carl Rogers, een invloedrijke psycholoog uit de vorige eeuw, grondlegger van de 'client centered therapy', beschreef congruentie als een van de belangrijkste kenmerken van psychische gezondheid. Voor hem was de ‘fully functioning person’ iemand die leeft in open contact met zijn of haar binnenwereld — en dat zonder maskers of spanning durft te laten zien. Misschien wel één van de beste inzichten uit de psychologie. Congruentie is dus geen perfectie, en ook geen eindstation. Het is een ontspannen 'vrede' tussen je binnen- en buitenkant. Klopt dat wat ik doe, zeg, niet zeg, niet doe, met wie ik ben, wat ik voel en wat ik geloof? Het is alsof je binnenwereld zichzelf herkent in je buitenkant, en je buitenkant zichzelf herkent in je binnenwereld. Die herkenning geef rust en ruimte. Je 'klopt'. Waarom is het moeilijk om congruent te zijn? Voor veel mensen is 'kloppen' geen vanzelfsprekendheid. Zeker niet als je geleerd hebt dat het niet veilig is om te voelen, of dat jouw gevoelens er niet toe doen. Misschien kreeg je vroeger vooral aandacht als je stil, behulpzaam of sterk was. Of werd je bestraft als je boos, verdrietig of kwetsbaar was. In zulke omgevingen ontwikkel je een manier van leven die gericht is op overleven, op 'niet kloppen'. Je leert je aanpassen, inschatten wat de ander nodig heeft, emoties inslikken, je woorden wegen, jezelf wegcijferen. En dat wordt op een gegeven moment zo vanzelfsprekend, dat je het niet eens meer doorhebt. Voor mensen met een onveilige hechting of emotionele verwaarlozing betekent dit vaak dat er een diepe kloof ontstaat tussen hun innerlijk en hun uiterlijk. Aan de buitenkant zie je iemand die functioneert. Die aardig is, empathisch, loyaal. Maar aan de binnenkant is er vaak verwarring, eenzaamheid, of een gevoel van niet echt bestaan. Wat doet dat met je binnenwereld? Leven in incongruentie — dus het tegenovergestelde van kloppen — vraagt veel energie. Het voelt alsof je buitenkant voortdurend op een soort toneel staat, ook al ben je daar niet bewust van. Je moet jezelf voortdurend bijsturen: zeg ik dit wel goed? Lijkt het alsof ik er ben? Doe ik niet raar? Je lichaam is alert, je geest op spanning. En je binnenkant verdwaalt in een doolhof dat aan de buitenkant voor niemand zichtbaar is. Het is een eenzaam doolhof waarin je rondrent, zoekt, probeert en nergens meer een uitweg ziet. Mensen met complexe PTSS herkennen dit vaak heel goed. Zij zijn door levenservaring ‘ heel goed geworden’ in het overleven: aanpassen, conflictvermijding, analyseren, sterk blijven. Maar als je overbelast raakt — door stress, slaaptekort, spanning of onbegrip of te grote en snelle ontwrichtende veranderingen — dan werkt die oude overlevingsstrategie ineens niet meer. Je kunt je niet meer concentreren, je zinnen haperen, je raakt je taal kwijt. En dat is eng, want het voelt alsof je jezelf kwijtraakt. Wat dan meestal komt is zelfveroordeling: waarom lukt dit me niet? Wat doe ik verkeerd? Waarom ben ik zo moeilijk? Dit kan uitmonden in zelfhaat. Terwijl de diepere vraag misschien zou mogen zijn: wat heb ik mezelf al die jaren moeten aandoen om zo sterk te blijven functioneren? Als je omgeving gaat reageren Het wordt nog erger als mensen om je heen door krijgen dat er iets is en daar allerlei verklaringen en adviezen voor hebben: je moet minder werken, vroeger naar bed, gezonder eten, tijd nemen voor vakantie, etc. Dit is om twee redenen eng: 1. Je merkt dat het je niet gelukt is om sterk te blijven. Paniek! Je overlevingsstrategie faalt. 2. Je voelt pijnlijk dat je met je echte gevecht dus totaal alleen en onbegrepen bent. Wanhoop! Verlorenheid. Een getraumatiseerd versus een niet-getraumatiseerd brein Mensen zonder trauma of onveilige hechting ervaren ook weleens een off-day, maar raken dan niet meteen in paniek. Er is een basisvertrouwen dat het wel weer goed komt. De innerlijke criticus is wat milder, de zelfzorg vanzelfsprekender. Maar bij mensen met trauma’s ligt dat anders. Hun zenuwstelsel staat vaak al heel lang in een overlevingsstand (fight/flight/freeze/fawn), en het verlies van controle of overzicht kan direct alarmbellen doen rinkelen. Het is een trigger in zichzelf. Dat is geen karakterzwakte, maar een logisch gevolg van een zenuwstelsel dat jarenlang geconditioneerd is op gevaar. En als je dan niet 'klopt' in je gedrag of je woorden — als je voelt: dit ben ik niet, maar ik weet ook niet hoe ik erbij moet komen — dan raakt dat aan de kern van je bestaan. Paniek! De kracht van mildheid en stukjes eerlijkheid Wat dan helpt, is niet nóg harder je best doen. Wat kan helpen, is juist een kleine beweging naar binnen. Een pauze. Een zachte vraag: Wat voel ik nu echt? Wat heb ik nodig? Wat zou ik eigenlijk willen zeggen? En als het lukt, probeer dan iets daarvan te delen. Al is het maar één zin: "Ik weet niet goed wat er is, maar alles gaat vandaag een beetje trager in mijn hoofd. Dus verwacht even geen spontane reacties van me :-)." "Ik ben er wel, maar ik voel me niet helemaal mezelf." Juist die kleine congruentie — dat beetje 'kloppen' — geeft 'lucht'. Het is zuurstof voor je ziel, voor je binnenwereld. Het haalt je uit het paniekgevoel. En het maakt de weg vrij naar verbinding. Niet alleen met de ander, maar ook met jezelf. De kracht van spontaan mogen schrikken Iets lastiger, vooral voor mensen met PTSS, is het 'spontaan mogen schrikken'. De meeste mensen met PTSS zijn gewend om hun schrikreacties bij triggers zo goed mogelijk te verbergen en hebben daar allerlei trucs voor ontwikkeld. Snel een vraag stellen aan de ander, een beweging maken, met je handen over je hoofd wrijven zodat je rode hoofd niet opvalt, etc. etc. Automatisch 'verstop' je schrikreactie. Als je dat stapje voor stapje kunt ombuigen naar iets 'congruents' ontstaat er veel meer ruimte voor jezelf. Spontane congruente schrikreacties zijn bijvoorbeeld: "Ik schrik me een hoedje!" "Oef, ik krijg het er helemaal warm van :-)!" "Owwwww, dit vind ik echt heel spannend!" Het verbergen van je schrikreactie gaat zo automatisch dat het bijna een autonome reactie is geworden. Daarom is dit een lastige om om te buigen, maar het is zeker mogelijk. Je hebt echter volharding, aanmoediging van een therapeut of een vriend en veilige mensen nodig om dit te proberen, te oefenen en te ervaren dat dit veilig is. Het maakt je tot een ontwapenend, veilig en herkenbaar persoon voor anderen. Niet met iedereen alles – over relationele lagen en veilige kwetsbaarheid Als we spreken over 'kloppen' en 'congruent' zijn, is het belangrijk om één ding goed te beseffen: congruentie betekent niet dat je altijd en overal alles moet delen. Je hóeft je niet voor iedereen helemaal bloot te geven. Sterker nog: dat zou zelfs onveilig zijn. We leven allemaal met verschillende lagen van nabijheid om ons heen. Je zou dat kunnen voorstellen als concentrische cirkels, met jezelf in het midden. In de binnenste cirkel zitten ideaal gesproken één tot drie mensen met wie je je werkelijk verbonden voelt. Mensen bij wie je écht kunt zijn wie je bent: je 'intimi'. Daaromheen bevindt zich ideaal gesproken een laag van drie tot acht mensen die je 'vrienden' zou kunnen noemen. Mensen die een stuk van jouw verhaal kennen, maar niet alles. Dan volgt een bredere kring van 'bekenden' — tien, twintig tot misschien wel honderd mensen — waarmee je sociaal contact hebt, collega’s, buurtgenoten, gemeenteleden, familie op afstand. En daarbuiten is er de 'massa': mensen die je tegenkomt, online of in het dagelijks leven, maar die geen wezenlijk zicht op jouw binnenwereld hebben. Bij elke cirkel past een ander niveau van kwetsbaarheid. En dat is gezond. Op de vraag "Hoe gaat het met je?" geef je aan je partner of beste vriend(in) misschien een eerlijk en rauw antwoord. Aan een goede kennis vertel je hoe het gaat met je werk of met je kinderen. En aan een buurvrouw of collega volstaat misschien een vriendelijke glimlach en een kort “druk, maar goed”. Dat is geen onechtheid. Dat is wijs. Want kwetsbaarheid heeft bedding nodig. Niet alleen een besef van veiligheid (iemand die de juiste positie of deskundigheid heeft), maar ook een ervaren gevoel van veiligheid. Meestal betekent dat: je herkent iets van jezelf in die ander en je voelt dat dat wederzijds is. Je lichaam en ziel moeten kunnen ontspannen in het contact, anders wordt kwetsbaarheid iets dat je 'inzet' in plaats van iets dat je 'bent'. En dan loop je het risico dat je je achteraf nóg schuldiger of onveiliger voelt. Hoe kun je dit toepassen in je dagelijks leven? Een eenvoudige oefening is om even stil te staan bij de vraag: In welke cirkel bevindt deze persoon zich in mijn leven? En dan pas te bepalen wat je wilt delen — en wat niet. Congruent zijn betekent niet dat je álles zegt. Het betekent dat wat je wél zegt, klopt met wat je van binnen weet of voelt. Dus ook: "Ik wil er nu liever niet op ingaan." of: "Ik merk dat het me raakt, maar ik weet nog niet hoe ik het onder woorden moet brengen." of: "Er is inderdaad iets maar daar wil ik nu liever niet over praten." zijn vormen van diepe congruentie. Je mag dingen niet zeggen. Je mag zwijgen. Je mag je terugtrekken. Je mag wachten met woorden tot ze veilig kunnen landen. Dat is geen zwakte, maar een teken van innerlijke wijsheid. Herstel begint soms bij een beetje 'kloppen' Herstel gaat soms niet over sterk worden. Maar over echt worden. Over thuiskomen bij jezelf. En dat is vaak pijnlijk en mooi tegelijk. Je komt schaamte tegen, oude overtuigingen, angst om te falen. Maar je ontdekt ook iets anders: een diepe waardigheid die niet gebaseerd is op presteren, maar op zijn. Een bestaansrecht. Je hoeft gelukkig niet op elk moment congruent te zijn. Niemand is dat. Maar hoe vaker je oefent in en vertrouwd raakt met 'kloppen', hoe minder energie het kost om jezelf te zijn. En hoe meer je ontdekt: ik mag er zijn zoals ik ben. Ik mag bestaan. Zelfs als het even niet lukt. Tot slot Dit artikel wil je geen nieuwe ‘moeten’ opleggen ('Gij zult congruent zijn!'), maar een uitnodiging zijn. Een uitnodiging tot mildheid. Tot herkenning. Tot het loslaten van de innerlijke drijver, en het toelaten van een vriendelijker stem. Misschien die van een therapeut, of een goede vriend. Misschien die van God. Misschien zelfs een stukje van jezelf dat je lang kwijt was, maar stilletjes is blijven wachten tot je weer ging kloppen.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Archieven
April 2025
CategorieënAlles Autisme Autonomie Borderline Chronisch Psychisch Lijden Diagnostiek DSM V Empathie Geloof Herkenning Informatie Voor Naasten Johnny Cash Langdurige Problematiek Liefdesverdriet Lijden Persoonlijk Psychologie Psychopathologie Relationele Ontwrichting Therapeutische Klik Therapiematch Trauma |
Wil je meer weten over mijn werk als psycholoog, schrijver of muzikant? Kijk dan op één van mijn websites.