<Laatst bewerkt: 25-5-2025 12.42> Leven naast iemand met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) vraagt moed, liefde en uithoudingsvermogen. Het kan verwarrend, uitputtend en ontregelend zijn. Je ziet iemand van wie je houdt worstelen met angsten, wantrouwen, doemscenario's of juist zich verstoppen achter een emotionele muur. Je wilt er voor diegene zijn, maar voelt je soms machteloos of zelfs afgewezen. Misschien loop je op eieren, of juist tegen muren op. Dit artikel is bedoeld voor jou, de partner, ouder, vriend, broer, zus of collega, die probeert te blijven staan naast iemand die geraakt is door trauma. PTSS van binnenuit: wat je niet altijd ziet Mensen met PTSS leven in een staat van continu alarm. Hun zenuwgestel, verweven met lichaam en geest, staat 24 uur per dag op ‘stand gevaar’. Zelfs jaren na de trauma's kunnen ogenschijnlijk gewone situaties plotseling diepe angst, woede, grote paniek of verstarring oproepen. Bij complexe PTSS (meerdere langdurige traumatiserende ervaringen en leefsituaties, meestal in de kindertijd) is deze alarmstand nog veel intenser. Wat je misschien niet ziet:
Trauma laat niet alleen sporen achter in je geheugen, maar ook in je lichaam, je zelfbeeld, je manier van denken, voelen en reageren. Voor mensen met PTSS is de wereld per definitie onvoorspelbaar en bedreigend; en dat geldt vaak ook voor relaties. Daardoor reageert iemand met PTSS ook op jou soms vijandig, angstig of diep teleurgesteld. Terwijl je juist zo graag wil helpen. Wat voor jou emotioneel gezien een slootje is waar je even overheen moet springen, kan voor hen een rivier zijn waar ze doorheen moeten zwemmen naar de overkant en waar de golven continu over hun hoofd slaan. Het is al heel helpend als je rustig bij hen blijft zolang ze de 'overkant' nog niet bereikt hebben. Wat PTSS met jou kan doen Het is belangrijk om te beseffen wat het met jou zelf kan doen als naaste, als vriend, wanneer je naast iemand staat die PTSS heeft:
Dit is normaal. Je bent geen slechte partner, ouder, broer, zus, zorgverlener of vriend als je het moeilijk vindt. Ook jouw gevoelens mogen er zijn. Je hoeft jezelf niet op te laten branden om trouw te zijn. Wat helpt Hieronder een paar voorbeelden van wat soms wél helpt:
Wat helpt meestal niet En een paar voorbeelden van wat beter niet te zeggen (hoe goedbedoeld ook):
Dit soort goedbedoelde opmerkingen kunnen gevoelens van schaamte, zelfverwijt of machteloosheid triggeren. Vaak versterkt het de innerlijke criticus of aanklager die al dagelijks praat of zelfs schreeuwt: “Zie je wel, je stelt je aan. Je ben een last!”. Waarom deze opmerkingen zo pijnlijk zijn? Mensen met PTSS worden continu geconfronteerd met autonome angstreacties waar ze geen controle over hebben. De meest stoere Navy SEALs kunnen zo ernstig getraumatiseerd raken dat ze 20 keer per dag een paniekaanval krijgen van volkomen onschuldige geluidjes. Dit voelt voor hen zelf vaak als heel stom, als falen en kan tot zelfveroordeling of zelfs zelfhaat leiden. Elke opmerking die suggereert dat ze dit toch een beetje zelf in de hand hebben, (“denk nou eens even rustig na over de herkomst van dat geluid”), komt pijnlijk hard aan. Het versterkt het besef totaal niet begrepen te worden of het gevoel een 'loser' te zijn. De lastigste knop om om te zetten voor mensen rondom iemand met PTSS, is de erkenning dat traumareacties niet opgelost of voorkomen kunnen worden door logica. De sleutel voor de juiste houding is 'respect geven en veiligheid bieden'. En niet: de getraumatiseerde laten inzien dat zijn of haar angsten niet nodig zijn omdat er nu helemaal geen gevaar is. Als er iemand is die dat weet is het wel de getraumatiseerde persoon zelf. Maar ondanks dat gaat zijn of haar interne alarmsysteem gierend af: schrik, extreme alertheid, bewustzijnsvernauwing, bonkend hart, dissociatie, interne oordelen, angstscenario's, herbelevingen, ... Eén tikkend geluid of één bepaald woord of blik van iemand en in een fractie van een seconde gebeurt het. Het is een autonome reactie geworden, volledig los van wat iemand denkt of weet. Dat besef en het respect daarvoor is de kern van een helpende houding. Het besef en de erkenning dat PTSS niet opgelost kan worden door even logisch na te denken is de sleutel voor een helpende houding Het balanceren tussen begrip geven enerzijds, maar ook je eigen kijk op de realiteit vasthouden anderzijds kan heel lastig zijn. Het is niet te voorkomen dat je iemand met PTSS soms pijnlijk raakt; je bent soms zelf die trigger. Meestal helpt het om eerlijk te bespreken wat er gebeurde. Mensen met PTSS kunnen over het algemeen achteraf je opmerking die pijn triggerde, wel weer relativeren. Wederzijds begrip werkt genezend. Grenzen stellen is óók liefde Soms is het nodig om grenzen te stellen — uit zorg voor jezelf én de ander. Dat is geen afwijzing, maar juist een manier om de relatie gezond te houden. Zeg bijvoorbeeld:
Zorg dragen is geen alles-of-niets. Het is balanceren; je eigen evenwicht bewaren. En soms heeft echte verbondenheid juist ook ruimte en even afstand nodig. Wees zuinig op alles wat veilig is Elke relatie die in de loop der jaren veilig is geworden, is daarom goud waard. Bescherm die. Wees nooit negatief over een ander 'veilig' persoon, ook niet als je zelf moeite hebt met die persoon; loyaliteitsconflicten worden voor mensen met (complexe) PTSS per definitie een nieuw trauma. Ze moeten dan voor de één en tégen de ander kiezen. Een relatiebreuk met een vertrouwenspersoon is zeer ontwrichtend voor iemand met (complexe) PTSS. Het leidt meestal tot ernstige zelfveroordeling, schuld, gewetensnood, relatieangst, faalangst, dwanghandelingen, automutilatie en terugval. De weg naar herstel kan daardoor vele jaren langer duren zo niet geblokkeerd worden. Het moeten kiezen tussen twee vertrouwenspersonen die elkaar niet vertrouwen (laat staan elkaar bevechten) is één van de meest onveilige, wrede en innerlijk verscheurende situaties waar iemand met (complexe) PTSS in terecht kan komen. Probeer dat ten koste van alles te voorkomen. Praat met elkaar en altijd met respect óver elkaar. Zoek naar herstel of een goed afscheid wanneer het toch misgegaan is. Dat kan jaren van spanning en ellende voorkomen. Tot slot: trouw zijn zonder jezelf te verliezen Mensen met PTSS hebben niet alleen therapie nodig — ze hebben vooral ook vriendschappelijke relaties nodig waarin ze zichzelf mogen zijn. Niet perfect, nog niet hersteld, maar aanwezig. Jouw nabijheid, jouw respect, jouw dankbaarheid voor wie ze zijn, je zachte ogen, jouw vriendschap kunnen enorm helend zijn. Niet omdat je alles begrijpt of oplost, niet omdat je alles perfect doet, maar omdat je blijft. Blijven is misschien wel het meest genezende dat er is. Maar vergeet niet: jij bent óók een mens met je eigen gevoelige plekken op je ziel en net als elk mens ook dingen die jou triggeren. Jij mag moe zijn. Jij mag ook je strijd hiermee hebben. Jij mag hulp vragen. Je mag een grens stellen. Jij bent belangrijk! Heel belangrijk zelfs. Wil je iemand met PTSS écht helpen? Zorg dan ook goed voor jezelf. Want 'jezelf' is het mooiste wat je te bieden hebt. Deze tekst is nog in bewerking. Ik vind het zelf nog iets te betuttelend klinken en voor mensen met PTSS kan deze tekst ook triggers bevatten: het benadrukt wat het met hun naasten kan doen. Dat kan al een flinke trigger zijn. Reacties of suggestie zijn daarom welkom via onderstaand formulier of rechtstreeks naar [email protected].
0 Opmerkingen
12/3/2025 0 Opmerkingen Waarom het zo vaak misgaat als we op een goede manier uit elkaar willen gaan<In bewerking> "We willen er op een goede manier uitkomen." Een zin die je vaak hoort bij echtscheidingen, verstoorde werkrelaties of visiescheuringen binnen kerken. En meestal wordt het oprecht uitgesproken. De intentie is goed. De wil is er. Toch zie je het steeds weer: het ontaardt. Er ontstaat strijd, wantrouwen, kampvorming. Advocaten worden ingeschakeld, harten raken verhard, relaties verbranden. Waarom gebeurt dat zo vaak? Hoe kan een oprechte goede intentie zo veranderen in diepe pijn aan twee kanten?
In dit artikel verken ik een paar psychologische inzichten, filosofische gedachten en iets uit de Bijbel. Niet om een pasklaar antwoord te geven, maar als een poging beter te begrijpen wat er gebeurt in onszelf en in de ander wanneer 'samen eruit komen' verandert in 'tegenover elkaar staan'. En ook niet omdat ik denk dat ik het weet of het wel zou kunnen. Ik schrijf dit met een eerlijke blik op mezelf die me direct al duidelijk maakt dat ik niet eens in staat ben een eerlijke blik op mezelf te werpen. Zeker niet als pijn me overspoelt. De psychologie van de escalatie Onze hersenen raken bij conflicten meer gericht op overleving dan op het stichten van vrede. In conflict raken onze diepere, meer primitieve breinlagen actief: het limbisch systeem, de amygdala. Angst, woede en wantrouwen nemen stap voor stap het stuur over van ons rationele denken. Terwijl we met onze mond vrede zoeken, staat ons lijf al in de vechtstand. Daar komt bij dat we onszelf allemaal graag als redelijk, loyaal en rechtvaardig zien. Als het misloopt, ontstaat er cognitieve dissonantie: een pijnlijk, onverdraaglijk verschil tussen wie we willen zijn en wie we geworden zijn. Maar ook tussen hoe we gezien willen worden en hoe we gezien worden. Om die spanning te verminderen, vervormen we (vaak onbewust) ons eigen beeld van de situatie:
Wat als samenwerking begon, verandert langzaam in een strijd om het narratief. En waar het narratief de strijd wordt, sneuvelen liefde en eerlijkheid al snel. Ook bij onszelf. We signaleren dit echter vooral bij de ander en minder bij onszelf. Psycholoog Friedrich Glasl beschreef hoe conflicten escaleren in fases. Eerst is er verschil van inzicht, dan toenemende polarisatie, en uiteindelijk vernietigingsdrang. Vertrouwen verdwijnt, communicatie verandert in strategie, en het oorspronkelijke doel – een goede afronding – raakt volledig ondergesneeuwd. Waar eerst een gezamenlijke werkelijkheid bestond, ontstaan langzaam aan meerdere werkelijkheden. Die werkelijkheden worden in eerste instantie nog gebaseerd op waarneembare feiten en de gedeelde (goede) geschiedenis, maar naarmate het conflict escaleert voor een steeds groter deel uit (onbewuste) aannames en een andere, nieuwe blik op de geschiedenis. Door 'confirmation bias' en 'cognitieve dissonantie' zien we snel 'bewijzen' voor deze aannames en negeren we onbewust de aanwijzingen die niet kloppen met onze aannames. Dit kan griezelige vormen aannemen: we lezen dezelfde apps of mails die we voor het conflict nog als verbindend en goedaardig beleefden, maar het voelt alsof nu 'onze ogen open zijn gegaan' en we de kwaadaardigheid in diezelfde teksten lezen. We gaan het zien als mooie woorden met een duistere manipulatieve kracht daaronder. We worden in deze nieuwe werkelijkheid bevestigd door nieuwe mensen om ons heen die geen geschiedenis of band met de andere 'partij' hebben. Of zelfs financiële, juridische of vergeldende belangen hebben bij de ontwikkeling van deze nieuwe pijnlijke werkelijkheid. Het gaat polariseren. In relationele systemen, zoals gezinnen of geloofsgemeenschappen, is het soms nog complexer. Er zijn verborgen loyaliteiten, triangulaties, onderstromen. Wie blijft loyaal aan wie? Wie spreekt zich uit, wie zwijgt? Wie kiest partij, wie wordt gemeden? Het conflict krijgt een eigen leven en raakt steeds meer los van de inhoud. Soms lijkt het wel alsof het 'systeem' zelf niet toelaat dat er vrede komt. Het verzet zich er bijna tegen. Een observatie uit mijn praktijk: tijdens conflicten vallen ook persoonlijkheidsverschillen extra op, met name rond het domein altruïsme. Mensen die hoog scoren op altruïsme hebben vaak een diepgewortelde behoefte aan harmonie en zijn bereid om zichzelf weg te cijferen om de sfeer en de relatie goed te houden. Ze zijn soms zelfs bereid om een stuk onrechtvaardigheid te verdragen. Maar juist daardoor voelen ze het als extra schrijnend en pijnlijk wanneer de ander de harmonie, de band of de vriendschap doorbreekt. Voor de één voelt het als zelfbehoud; voor de ander als verraad. Dat verschil in beleving verdiept de kloof. Tegelijkertijd voelen mensen die lager scoren op altruïsme vaak een sterke loyaliteit aan wat zij als waarheid zien. Hun pijn zit minder in de disharmonie en meer in het gevoel dat de ander de waarheid verdraait of manipuleert. Dan gaan ze vechten – voor duidelijkheid, recht, transparantie. Maar dat gevecht wordt door de hoogscoorders op altruïsme vaak ervaren als kilheid of agressie, wat hun liefde voor harmonie pijnlijk raakt. Bij conflicten tussen hoogscoorders op altruïsme ontstaan diepe wonden, juist omdat ze jarenlang veel herkenning en verbondenheid hebben ervaren. Het conflict ontstaat bij hen vaak niet in de relatie zelf, maar wanneer de relatie met de één niet meer te verenigen is met de relatie met een ander. Wanneer zo’n relatie breekt, voelt het als een 'ontrouw' aan iets dat heilig, goed en helpend voor hen was en is. Hoe langer de band goed was, hoe dieper de pijn van de breuk. En hoe groter de pijn, hoe groter de kans op verbittering. Dat maakt het afscheid niet alleen verdrietig, maar ook existentieel verwarrend omdat verbittering haaks staat op altruïsme. We raken iets moois, iets puurs wat ons kenmerkte kwijt. Er sterft iets in ons. Wanneer gaat het echt mis Vanaf het moment dat er advocaten of onderzoekers bij het conflict betrokken worden, polariseert de situatie rap verder. Het relationele probleem wordt nu een juridisch conflict. Hierdoor ontstaan direct aan beide kanten andere belangen: wie heeft gelijk? Deze belangen komen verder tegenover elkaar te staan in een juridische context. De focus komt nu op feiten te liggen en niet meer op beleving of herstel. En: de communicatie wordt daardoor per definitie vervreemdend. We krijgen via verslagen van een advocaat of onderzoeker woorden en uitspraken tot ons die niet rechtstreeks van de ander komen, maar door de advocaat of onderzoeker zijn geformuleerd. Het roept pijn en verontwaardiging op: 'Hoe bestaat het dat hij dit heeft gezegd!', 'Dat is dus hoe ze achter mijn rug om over mij praat!'. De werkelijkheid is vrijwel altijd dat het niet letterlijk zo gezegd is, maar het is formele of juridische taal van de advocaat of de onderzoeker die soms dingen juist 'uit elkaar moet trekken' in de zoektocht naar feiten in plaats van 'verbinden'. De conclusies in het rapport zijn soms slechts gebaseerd op gesloten vragen die de ander met ja of nee moest antwoorden. Daar is een verhaal van gemaakt dat overeenkomsten en verschillen tussen partijen zo helder mogelijk in kaart brengt om het conflict, de klacht of beschuldiging helder neer te zetten. Dat is immers de reden waarom er een advocaat of onderzoeker bij betrokken is en niet een mediator of relatietherapeut. Gevolg is echter dat we via via een verhaal te lezen krijgen dat per definitie heel vervreemdend is ('Nu gaan mijn ogen open, het is nog veel erger dan ik dacht') en heel erg pijnlijk ('Ik heb me nog nooit zo verraden gevoeld'). We praten niet meer met elkaar maar met een juridiserende tussenpartij. De emoties worden daar niet minder door geraakt. Eerder meer. Het voelt al lezend alsof de ander die bewuste ene zin of dat ene woord uit het verslag letterlijk zo heeft gezegd. Dat is zout in de wond. 'Ik vertrouwde hem volledig. En nu zegt hij dit blijkbaar ... hoe komt hij daarbij? Waar is 'ie op uit? '. Dit leidt meestal tot verdergaande hertraumatisering. Het ondermijnt ons vertrouwen in de ander, in het systeem en ook in onszelf. 'Hoe kan het dat ik dit niet eerder zag?'. Er is in dit stadium een wonder, heel veel zelfreflectie en eerlijke kwetsbare gesprekken met elkaar onder leiding een wijze, liefdevolle onpartijdige derde nodig om hier nog uit te komen. Dan kunnen er mogelijk stappen gezet worden voor erkenning, belijdenis en misschien vergeving. De kans daarop wordt menselijkerwijs gesproken in dit stadium heel erg klein. Vervolgens gaat de hierboven beschreven confirmation bias en cognitieve dissonantie zich versterken en zo ontstaat een neerwaarts spiraal waarin de ander steeds meer de onbegrijpelijke kwaadaardige vijand wordt en de verblindende pijn in ons eigen hart steeds groter. Het is voor mij persoonlijk de meest trieste, hartverscheurende en verdrietige situatie waarin we terecht kunnen komen. Mensen die het dwars door alle ups en downs jarenlang goed met elkaar hebben gehad, worden zwaar verwond uit elkaar gedreven. Zelfs de beste, mooiste perioden van je geschiedenis kunnen door pijn en nieuwe belangen ingekleurd herschreven worden tot er niets goeds meer over is. Wat veilig was is griezelig gemaakt. Polarisatie en hertraumatisering door indirecte communicatie (via een ander) behoren misschien wel tot de meest ontwrichtende krachten die er bestaan ... De tragiek van de menselijke conditie Filosofen als Aristoteles, Kierkegaard en Levinas geven woorden aan de diepte van deze tragiek. Aristoteles zag de mens als een sociaal wezen dat streeft naar het goede, maar ook vatbaar is voor zelfbedrog. Kierkegaard sprak over de innerlijke verdeeldheid van de mens die geconfronteerd wordt met de ander, en daarin zijn onvolmaaktheid niet kan verdragen. Levinas riep ons op om het gelaat van de ander werkelijk te zien – als mens, niet als tegenstander of obstakel. Maar precies dat zien we in conflicten vaak niet meer. De ander wordt gereduceerd tot een rol: dader, obstakel, vijand, verrader. Daarmee verliezen we onze ethiek. Niet omdat we zo slecht zijn, maar omdat we het niet meer uithouden om werkelijk te blijven zien. Want dat doet pijn. Het vraagt zelfverlies. En dat is immens beangstigend. Foucault zou zeggen: zelfs de taal van 'er goed uitkomen' kan een vorm van macht zijn. Wie bepaalt wat ‘goed’ is? Wie mag het verhaal vertellen? Autonomie en waardigheid spelen hier een grote rol. Zodra we ons miskend voelen, komt iets in ons in verzet – zelfs als dat irrationeel of onterecht is. Vrede vraagt meer dan overeenstemming; het vraagt gelijkwaardigheid en wederzijdse erkenning. En dat is zeldzaam. De geestelijke laag: vlees en Geest De Bijbel is realistisch over conflicten de gevolgen daarvan. In Genesis 3 al schuift Adam de schuld op Eva. Paulus en Barnabas gaan uit elkaar na een heftige woordenwisseling. De brieven van Paulus zitten vol oproepen tot verzoening, juist omdat het blijkbaar niet vanzelf gaat. Volgens Galaten 5 is er een strijd gaande in elk mens: tussen het vlees (ego, zelfhandhaving, trots, zelfrechtvaardiging) en de Geest (naastenliefde, zachtmoedigheid, vergeving, zelfverloochening). Die strijd speelt zich niet alleen af in individuele zielen, maar ook in relaties. Je ziet het gebeuren: mensen die ooit verbonden waren, raken verstrikt in verwijt, zelfrechtvaardiging, afstand. Het vlees wordt actief. De Geest trekt zich terug. Wie durft te zeggen dat hij daar immuun voor is? Wie denkt er niet verblind te kunnen worden door pijn? Vergeving is in de christelijke traditie geen zwakte, maar radicale kracht. Het is niet het ontkennen van onrecht, maar het weigeren om wrok te laten regeren. Het is het risico nemen dat de ander je niet begrijpt of niet terugvergeeft – en toch loslaten. Maar dat is zeldzaam. En pijnlijk. Want vergeving kost altijd iets. Het is geen gevoel, maar een daad van overgave. Verbittering is het eindstation waar de duisternis ons naar toe wil voeren. Waarom? Omdat verbittering een toestand is die voor Satan zelf eeuwig is geworden. Een eindtoestand. Daar wil hij zoveel mogelijk levende zielen in meetrekken. Misschien is het afwijzen van verbittering wel één van de grootste of laatste gevechten waar we in dit tijdelijke leven voor staan. In de eeuwigheid is er geen tijd meer. Er kunnen daar geen dingen meer hersteld worden. Wat zwart is, blijft zwart en wat wit is, blijft wit. Wat goed is en was blijft goed. Wat verbitterd is en was blijft verbitterd. In dit tijdelijke leven kan zwart nog wit worden. Maar wit kan ook zwart worden. En blijven. Liefde kan verbittering worden. Maar verbittering kan ook door liefde overwonnen worden. Waarom het zo vaak misgaat Het is geen cynisme om te zeggen dat het helaas vaak misgaat als mensen op een goede manier uit elkaar willen. Het is realisme. Want:
Toch is er hoop. Want juist als we dit weten, kunnen we naar het goede zoeken. Niet naïef, maar helder. We kunnen mensen er bij betrekken die de vrede durven zoeken en dienen, ook als dat onhandig, pijnlijk of langzaam gaat. We kunnen oefenen in luisteren, loslaten en liefhebben zonder gewin. We kunnen weigeren om bitterheid te drinken. En bovenal: we kunnen ons openen voor de genade en liefde van Jezus. Want waar het vlees regeert kan alleen de Geest weer leven brengen. Ook tussen mensen die elkaar kwijtraakten. En voor iedereen die mij echt kent en dit leest en zich afvraagt waar ik het lef vandaan haal dit te schrijven: dat is een terechte vraag. Ik hoop maar dat ik het lef niet haal uit zelfrechtvaardiging. Maar ik durf dat niet met zekerheid te zeggen want de Bijbel zegt me dat mijn hart arglistig is. Ik hoop en bid dat het uit liefde is en niet uit pijn, vergeldingsdrang of zelfrechtvaardiging. Maar die twee kunnen enorm verstrikt raken. Pijn kan de zuiverheid van liefde ondermijnen. En liefde kan je blind maken voor pijn. Het zal in de eeuwigheid blijken. Geef mij een zuiver, oprecht hart Heer. Herstel de vreugde over Uw heilsplan. Maak mijn diepste innerlijk standvastig daarin. Open mijn ogen voor mijn eigen fouten en voor het hart en het gelaat van de ander. De psychologie van relationele ontwrichting.
<In bewerking > Er zijn van die ervaringen die niet zichtbaar zijn aan de buitenkant, maar die van binnen alles overhoop halen. Genegeerd worden door iemand die veel voor je betekent, is zo'n ervaring. Een partner die ineens stil valt. Een ouder die je systematisch ontwijkt. Een vriend die je appjes niet meer beantwoordt. Het lijkt misschien klein, maar wat er onder de oppervlakte gebeurt, kan diepgaand ontwrichtend zijn. Het brein voelt het als pijn Wat we vaak 'emotionele pijn' noemen, blijkt neurologisch gezien nauwelijks te onderscheiden van fysieke pijn. Je brein maakt letterlijk geen onderscheid tussen een afwijzing en een klap. Als je genegeerd wordt door iemand van wie je houdt, lichten in je hersenen dezelfde gebieden op als wanneer je je brandt aan de oven: de anterieure cingulate cortex en de insulaire cortex. Dat maakt ook dat je soms fysiek iets voelt: een dichte keel, een gebroken hart, misselijkheid. Het is niet 'tussen je oren', het ís in je brein. Hormonale storm Naast je hersenen reageert ook je lichaam. Je stresssysteem schiet aan, en het hormoon cortisol wordt aangemaakt alsof je in gevaar bent. Tegelijkertijd blijft het knuffelhormoon oxytocine uit: de warme verbinding die je normaal voelt, valt weg. De dopamine, die je normaal een prettig gevoel geeft als je in contact bent met die ander, wordt ineens niet meer afgegeven. En serotonine, de stof die je stemming stabiel houdt, raakt uit balans. Geen wonder dat je je emotioneel ontregeld voelt. Je systeem is van slag. Psychologische verwarring en pijn Op psychologisch niveau is genegeerd worden ontwrichtend omdat het raakt aan vier basisbehoeften: verbondenheid, eigenwaarde, controle en betekenis. Als iemand die belangrijk voor je is doet alsof je niet bestaat, raakt dat je hele zelfbeeld. Je gaat twijfelen aan jezelf: ben ik niet de moeite waard? Wat heb ik verkeerd gedaan? Je voelt je machteloos, alsof je geen invloed hebt. En het bestaansrecht dat je normaal ontleent aan het 'gezien worden', valt weg. Het kan je radeloos maken. De een klampt zich vast, doet alles om weer contact te krijgen. De ander trekt zich terug en bouwt muren. Weer een ander wordt boos, roept of schreeuwt, uit wanhoop. Het zijn allemaal manieren om iets van controle terug te krijgen, om de verbinding te herstellen of om jezelf te beschermen. De diepe impact van herhaling Als het negeren geen eenmalige gebeurtenis is, maar zich herhaalt of langdurig aanhoudt, kan het ernstige schade veroorzaken. Je gaat geloven dat het aan jou ligt. Dat je niet goed genoeg bent. Je coping raakt uitgeput. Je trekt je terug. Je wordt angstig, depressief of zelfs suïcidaal. Het vertrouwen in anderen kan beschadigen. Wat begon als 'stilte' van de ander, wordt binnenin jou een donderstorm van onzekerheid, zelfverwijt en verdriet. Voor jongeren is dit extra ingrijpend. Hun brein en identiteit zijn nog in ontwikkeling. Afwijzing door ouders of leeftijdsgenoten kan diepe littekens achterlaten. En voor kinderen die structureel worden genegeerd door hun opvoeders, is het bijna per definitie traumatisch: het ondermijnt hun basisveiligheid, hun gevoel dat ze er mogen zijn. Ontwrichtend, maar niet hopeloos Erkennen dat deze vorm van afwijzing zoveel impact heeft, is al een belangrijke stap. Het geeft taal aan iets wat vaak in stilte wordt doorgemaakt. En het helpt te begrijpen waarom je zo ontregeld kunt zijn als dit je overkomt. Het ligt niet aan jou dat je zoveel voelt. Je hersenen, je lijf, je psyche: alles reageert op de breuk in die ene belangrijke verbinding. En het is geen kleinigheid. Het is ontwrichtend. Maar: ontwrichting hoeft niet het einde te zijn. Het kan ook een begin zijn van heling, van grenzen stellen, van leren kiezen voor mensen die je wél zien. Soms betekent dat rouwen, soms vergeven, soms loslaten. En soms ook: opnieuw durven verbinden. Omdat je, hoe gekwetst ook, gemaakt bent voor contact. Voor gezien worden. En voor liefde die dankbaar terugkijkt en hoopvol vooruitkijkt. 25/12/2023 0 Opmerkingen Als élke keuze fout is ...Over morele pijn, gewetensnood, schuld, verborgen strijd en de aanwezigheid van God tussen de brokstukken van je hart.
<In bewerking> Soms dwingt het leven je tot een keuze die je helemaal niet wilt maken. Links is slecht. Rechts is slecht. Rechtdoor is slecht. Stilstaan is slecht. Teruggaan is slecht. Er is geen goede keuze. Geen juiste weg. Elke richting die je kiest, hoe je ook wikt en weegt, laat je altijd iets verliezen wat je oprecht liefhebt. Of iemand waar je van houdt of die belangrijk voor je is. Je staat op een splitsing waar geen enkel pad leidt naar het volle goede. Alle wegen zijn duister. Elke keuze slaat bij voorbaat diepe wonden. In zulke momenten breekt de weg waar je op loopt open, en je hart breekt mee. De verborgen strijd De echte strijd voltrekt zich onzichtbaar voor de mensen om je heen. Van buiten lijkt alles beredeneerd of goed doordacht. Maar van binnen woedt de storm van wroeging, vertwijfeling en schuld. Je vraagt je af: Heb ik werkelijk alles goed en eerlijk overwogen? Had ik nog verder moeten zoeken, nog meer moeten verdragen, nog langer hopen? Had ik harder moeten vechten; heb ik het te veel laten gebeuren? En dan de bijtende vragen die je 's nachts wakker houden: Wat als ik de verkeerde keuze heb gemaakt? Wat als ik onherstelbare schade heb aangericht? Wat zegt deze keuze over wie ik werkelijk ben? Wat gebeurt er nu met de ander ... ? Als je écht van harte het goede zoekt, zul je juist op deze momenten jezelf als schrijnend ontoereikend ervaren. Je schiet pijnlijk tekort. Je wilt het goede doen, maar er is geen 'goede'. Niet alleen omdat de situatie onmogelijk is, maar ook omdat je in je eigen hart tegen de grenzen van je liefde of je kunnen bent gebotst. De pijn van niet begrepen worden Misschien probeer je uit te leggen waarom je deed wat je deed. Een enkeling begrijpt het misschien een beetje. Maar niemand het hele verhaal. En hoe meer je probeert te verwoorden wat niet in woorden past, hoe dieper de eenzaamheid wordt. Je valt stil. Letterlijk. Mensen staren je goedbedoeld vragend aan. Je kunt niet uitleggen wat er door je heen ging toen je moest kiezen. De verscheurdheid. De hoop tegen beter weten in. De tranen die niemand heeft gezien. Je draagt de last alleen, zoals zoveel diepe, morele keuzes uiteindelijk in stilte worden gedragen. Alle mooie gedichten of liederen over liefde en verbondenheid ten spijt: dit is eenzaam. Alleen. De worsteling met jezelf Je staat voor de spiegel en je ziel schreeuwt: "Waarom heb je het zo ver laten komen?! Waarom heb je niet eerder ingegrepen?!" Je staart jezelf aan en je hebt geen antwoord op je eigen vraag. Of je weet zelfs je vraag niet te verwoorden. Er komen duizenden beelden die iets verklaren van hoe je zo ver kwam. Maar het zijn er te veel om ooit aan iemand uit te leggen. Wanhoop. De worsteling met God Soms schreeuw je het inwendig uit: "Heer, waarom liet U het zover komen? Waarom liet U mij kiezen tussen twee rampen?" En soms is er alleen stilte. Een stilte die snijdt. Je merkt hoe griezelig dun geloof kan worden als het op de proef wordt gesteld. Hoe alle mooie woorden verbleken tegenover de rauwheid van het echte leven. En toch ... Juist daar, in het breekpunt van je bestaan, waar geen uitleg meer mogelijk is, waar de laatste zekerheden uit je handen vallen, is Hij daar. Hij zou er zijn. Dat had Hij beloofd. En Hij is er. Zonder woorden misschien. Niet als iemand die de gebroken situatie ongedaan maakt. Niet als iemand die je keuze voor jou uit handen neemt. Maar als iemand die naast je hangt aan een kruis. Het kruis van het wanhopige "Waarom ... ?!!!". Het kruis van veroordeling. Straf. Consequenties van jouw fouten. Hij weet dat jouw liefde heeft gezocht, ook toen de liefde geen begaanbare weg meer vond. Hij draagt niet alleen de gevolgen van je keuze, Hij draagt ook jou, in je verdriet, je schuld, je onvermogen. In het licht van de eeuwigheid Vanuit de hemel en de eeuwigheid wordt dit diepe verscheurende gevecht met het leven niet bespot of afgewezen. Ze worden gekend. Ze zijn opgenomen in een groter verhaal waarin liefde toch overwint; niet omdat wij alles goed deden, maar omdat God het begin is. En het einde. Hij heeft het laatste woord. Hij schreef je zonden niet op stenen tafelen. Maar in het zand. En ook de zonden van de ander. Zodat ze uitwisbaar waren. Daar, in het licht dat eens alles helder zal maken, zal blijken dat je niet alleen stond toen je koos in de duisternis. Dat je gedragen werd, juist toen je het minst wist hoe je verder moest. Wat helpt? Ik weet ook niet wat jou helpt; wist ik het maar. Ik zou het je per direct willen geven. Ik heb alleen maar een paar gedachten.
Tot slot Er zijn keuzes die je tekenen voor het leven. Niet omdat je faalde, maar omdat je beminde in een wereld die stuk is. En in die barst, in die diepe breuk, weerspiegelt de glans van de Vredevorst – stil, zacht, onoverwinnelijk. Van pool tot pool. Kroon Hem. |
Archieven
Mei 2025
CategorieënAlles Autisme Autonomie Big Five Borderline Chronisch Psychisch Lijden Diagnostiek Diagnostische Dwaling DSM V Empathie Evangelie Geloof Gevoeligheid Herkenning Hertraumatisering Informatie Voor Naasten Johnny Cash Langdurige Problematiek Levensfasen Liefdesverdriet Lijden Mentale Gezondheid Misdiagnose Muziek Onmogelijke Keuzes Persoonlijk Psychologie Psychopathologie Relationele Ontwrichting Songteksten Stress Therapeutische Klik Therapiematch Trauma Zelfreflectie |
Wil je meer weten over mijn werk als psycholoog, schrijver of muzikant? Kijk dan op één van mijn websites.