12/3/2025 0 Opmerkingen Waarom het zo vaak misgaat als we op een goede manier uit elkaar willen gaan<In bewerking> "We willen er op een goede manier uitkomen." Een zin die je vaak hoort bij echtscheidingen, verstoorde werkrelaties of visiescheuringen binnen kerken. En meestal wordt het oprecht uitgesproken. De intentie is goed. De wil is er. Toch zie je het steeds weer: het ontaardt. Er ontstaat strijd, wantrouwen, kampvorming. Advocaten worden ingeschakeld, harten raken verhard, relaties verbranden. Waarom gebeurt dat zo vaak? Hoe kan een oprechte goede intentie zo veranderen in diepe pijn aan twee kanten?
In dit artikel verken ik een paar psychologische inzichten, filosofische gedachten en iets uit de Bijbel. Niet om een pasklaar antwoord te geven, maar als een poging beter te begrijpen wat er gebeurt in onszelf en in de ander wanneer 'samen eruit komen' verandert in 'tegenover elkaar staan'. En ook niet omdat ik denk dat ik het weet of het wel zou kunnen. Ik schrijf dit met een eerlijke blik op mezelf die me direct al duidelijk maakt dat ik niet eens in staat ben een eerlijke blik op mezelf te werpen. Zeker niet als pijn me overspoelt. De psychologie van de escalatie Onze hersenen raken bij conflicten meer gericht op overleving dan op het stichten van vrede. In conflict raken onze diepere, meer primitieve breinlagen actief: het limbisch systeem, de amygdala. Angst, woede en wantrouwen nemen stap voor stap het stuur over van ons rationele denken. Terwijl we met onze mond vrede zoeken, staat ons lijf al in de vechtstand. Daar komt bij dat we onszelf allemaal graag als redelijk, loyaal en rechtvaardig zien. Als het misloopt, ontstaat er cognitieve dissonantie: een pijnlijk, onverdraaglijk verschil tussen wie we willen zijn en wie we geworden zijn. Maar ook tussen hoe we gezien willen worden en hoe we gezien worden. Om die spanning te verminderen, vervormen we (vaak onbewust) ons eigen beeld van de situatie:
Wat als samenwerking begon, verandert langzaam in een strijd om het narratief. En waar het narratief de strijd wordt, sneuvelen liefde en eerlijkheid al snel. Ook bij onszelf. We signaleren dit echter vooral bij de ander en minder bij onszelf. Psycholoog Friedrich Glasl beschreef hoe conflicten escaleren in fases. Eerst is er verschil van inzicht, dan toenemende polarisatie, en uiteindelijk vernietigingsdrang. Vertrouwen verdwijnt, communicatie verandert in strategie, en het oorspronkelijke doel – een goede afronding – raakt volledig ondergesneeuwd. Waar eerst een gezamenlijke werkelijkheid bestond, ontstaan langzaam aan meerdere werkelijkheden. Die werkelijkheden worden in eerste instantie nog gebaseerd op waarneembare feiten en de gedeelde (goede) geschiedenis, maar naarmate het conflict escaleert voor een steeds groter deel uit (onbewuste) aannames en een andere, nieuwe blik op de geschiedenis. Door 'confirmation bias' en 'cognitieve dissonantie' zien we snel 'bewijzen' voor deze aannames en negeren we onbewust de aanwijzingen die niet kloppen met onze aannames. Dit kan griezelige vormen aannemen: we lezen dezelfde apps of mails die we voor het conflict nog als verbindend en goedaardig beleefden, maar het voelt alsof nu 'onze ogen open zijn gegaan' en we de kwaadaardigheid in diezelfde teksten lezen. We gaan het zien als mooie woorden met een duistere manipulatieve kracht daaronder. We worden in deze nieuwe werkelijkheid bevestigd door nieuwe mensen om ons heen die geen geschiedenis of band met de andere 'partij' hebben. Of zelfs financiële, juridische of vergeldende belangen hebben bij de ontwikkeling van deze nieuwe pijnlijke werkelijkheid. Het gaat polariseren. In relationele systemen, zoals gezinnen of geloofsgemeenschappen, is het soms nog complexer. Er zijn verborgen loyaliteiten, triangulaties, onderstromen. Wie blijft loyaal aan wie? Wie spreekt zich uit, wie zwijgt? Wie kiest partij, wie wordt gemeden? Het conflict krijgt een eigen leven en raakt steeds meer los van de inhoud. Soms lijkt het wel alsof het 'systeem' zelf niet toelaat dat er vrede komt. Het verzet zich er bijna tegen. Een observatie uit mijn praktijk: tijdens conflicten vallen ook persoonlijkheidsverschillen extra op, met name rond het domein altruïsme. Mensen die hoog scoren op altruïsme hebben vaak een diepgewortelde behoefte aan harmonie en zijn bereid om zichzelf weg te cijferen om de sfeer en de relatie goed te houden. Ze zijn soms zelfs bereid om een stuk onrechtvaardigheid te verdragen. Maar juist daardoor voelen ze het als extra schrijnend en pijnlijk wanneer de ander de harmonie, de band of de vriendschap doorbreekt. Voor de één voelt het als zelfbehoud; voor de ander als verraad. Dat verschil in beleving verdiept de kloof. Tegelijkertijd voelen mensen die lager scoren op altruïsme vaak een sterke loyaliteit aan wat zij als waarheid zien. Hun pijn zit minder in de disharmonie en meer in het gevoel dat de ander de waarheid verdraait of manipuleert. Dan gaan ze vechten – voor duidelijkheid, recht, transparantie. Maar dat gevecht wordt door de hoogscoorders op altruïsme vaak ervaren als kilheid of agressie, wat hun liefde voor harmonie pijnlijk raakt. Bij conflicten tussen hoogscoorders op altruïsme ontstaan diepe wonden, juist omdat ze jarenlang veel herkenning en verbondenheid hebben ervaren. Het conflict ontstaat bij hen vaak niet in de relatie zelf, maar wanneer de relatie met de één niet meer te verenigen is met de relatie met een ander. Wanneer zo’n relatie breekt, voelt het als een 'ontrouw' aan iets dat heilig, goed en helpend voor hen was en is. Hoe langer de band goed was, hoe dieper de pijn van de breuk. En hoe groter de pijn, hoe groter de kans op verbittering. Dat maakt het afscheid niet alleen verdrietig, maar ook existentieel verwarrend omdat verbittering haaks staat op altruïsme. We raken iets moois, iets puurs wat ons kenmerkte kwijt. Er sterft iets in ons. Wanneer gaat het echt mis Vanaf het moment dat er advocaten of onderzoekers bij het conflict betrokken worden, polariseert de situatie rap verder. Het relationele probleem wordt nu een juridisch conflict. Hierdoor ontstaan direct aan beide kanten andere belangen: wie heeft gelijk? Deze belangen komen verder tegenover elkaar te staan in een juridische context. De focus komt nu op feiten te liggen en niet meer op beleving of herstel. En: de communicatie wordt daardoor per definitie vervreemdend. We krijgen via verslagen van een advocaat of onderzoeker woorden en uitspraken tot ons die niet rechtstreeks van de ander komen, maar door de advocaat of onderzoeker zijn geformuleerd. Het roept pijn en verontwaardiging op: 'Hoe bestaat het dat hij dit heeft gezegd!', 'Dat is dus hoe ze achter mijn rug om over mij praat!'. De werkelijkheid is vrijwel altijd dat het niet letterlijk zo gezegd is, maar het is formele of juridische taal van de advocaat of de onderzoeker die soms dingen juist 'uit elkaar moet trekken' in de zoektocht naar feiten in plaats van 'verbinden'. De conclusies in het rapport zijn soms slechts gebaseerd op gesloten vragen die de ander met ja of nee moest antwoorden. Daar is een verhaal van gemaakt dat overeenkomsten en verschillen tussen partijen zo helder mogelijk in kaart brengt om het conflict, de klacht of beschuldiging helder neer te zetten. Dat is immers de reden waarom er een advocaat of onderzoeker bij betrokken is en niet een mediator of relatietherapeut. Gevolg is echter dat we via via een verhaal te lezen krijgen dat per definitie heel vervreemdend is ('Nu gaan mijn ogen open, het is nog veel erger dan ik dacht') en heel erg pijnlijk ('Ik heb me nog nooit zo verraden gevoeld'). We praten niet meer met elkaar maar met een juridiserende tussenpartij. De emoties worden daar niet minder door geraakt. Eerder meer. Het voelt al lezend alsof de ander die bewuste ene zin of dat ene woord uit het verslag letterlijk zo heeft gezegd. Dat is zout in de wond. 'Ik vertrouwde hem volledig. En nu zegt hij dit blijkbaar ... hoe komt hij daarbij? Waar is 'ie op uit? '. Dit leidt meestal tot verdergaande hertraumatisering. Het ondermijnt ons vertrouwen in de ander, in het systeem en ook in onszelf. 'Hoe kan het dat ik dit niet eerder zag?'. Er is in dit stadium een wonder, heel veel zelfreflectie en eerlijke kwetsbare gesprekken met elkaar onder leiding een wijze, liefdevolle onpartijdige derde nodig om hier nog uit te komen. Dan kunnen er mogelijk stappen gezet worden voor erkenning, belijdenis en misschien vergeving. De kans daarop wordt menselijkerwijs gesproken in dit stadium heel erg klein. Vervolgens gaat de hierboven beschreven confirmation bias en cognitieve dissonantie zich versterken en zo ontstaat een neerwaarts spiraal waarin de ander steeds meer de onbegrijpelijke kwaadaardige vijand wordt en de verblindende pijn in ons eigen hart steeds groter. Het is voor mij persoonlijk de meest trieste, hartverscheurende en verdrietige situatie waarin we terecht kunnen komen. Mensen die het dwars door alle ups en downs jarenlang goed met elkaar hebben gehad, worden zwaar verwond uit elkaar gedreven. Zelfs de beste, mooiste perioden van je geschiedenis kunnen door pijn en nieuwe belangen ingekleurd herschreven worden tot er niets goeds meer over is. Wat veilig was is griezelig gemaakt. Polarisatie en hertraumatisering door indirecte communicatie (via een ander) behoren misschien wel tot de meest ontwrichtende krachten die er bestaan ... De tragiek van de menselijke conditie Filosofen als Aristoteles, Kierkegaard en Levinas geven woorden aan de diepte van deze tragiek. Aristoteles zag de mens als een sociaal wezen dat streeft naar het goede, maar ook vatbaar is voor zelfbedrog. Kierkegaard sprak over de innerlijke verdeeldheid van de mens die geconfronteerd wordt met de ander, en daarin zijn onvolmaaktheid niet kan verdragen. Levinas riep ons op om het gelaat van de ander werkelijk te zien – als mens, niet als tegenstander of obstakel. Maar precies dat zien we in conflicten vaak niet meer. De ander wordt gereduceerd tot een rol: dader, obstakel, vijand, verrader. Daarmee verliezen we onze ethiek. Niet omdat we zo slecht zijn, maar omdat we het niet meer uithouden om werkelijk te blijven zien. Want dat doet pijn. Het vraagt zelfverlies. En dat is immens beangstigend. Foucault zou zeggen: zelfs de taal van 'er goed uitkomen' kan een vorm van macht zijn. Wie bepaalt wat ‘goed’ is? Wie mag het verhaal vertellen? Autonomie en waardigheid spelen hier een grote rol. Zodra we ons miskend voelen, komt iets in ons in verzet – zelfs als dat irrationeel of onterecht is. Vrede vraagt meer dan overeenstemming; het vraagt gelijkwaardigheid en wederzijdse erkenning. En dat is zeldzaam. De geestelijke laag: vlees en Geest De Bijbel is realistisch over conflicten de gevolgen daarvan. In Genesis 3 al schuift Adam de schuld op Eva. Paulus en Barnabas gaan uit elkaar na een heftige woordenwisseling. De brieven van Paulus zitten vol oproepen tot verzoening, juist omdat het blijkbaar niet vanzelf gaat. Volgens Galaten 5 is er een strijd gaande in elk mens: tussen het vlees (ego, zelfhandhaving, trots, zelfrechtvaardiging) en de Geest (naastenliefde, zachtmoedigheid, vergeving, zelfverloochening). Die strijd speelt zich niet alleen af in individuele zielen, maar ook in relaties. Je ziet het gebeuren: mensen die ooit verbonden waren, raken verstrikt in verwijt, zelfrechtvaardiging, afstand. Het vlees wordt actief. De Geest trekt zich terug. Wie durft te zeggen dat hij daar immuun voor is? Wie denkt er niet verblind te kunnen worden door pijn? Vergeving is in de christelijke traditie geen zwakte, maar radicale kracht. Het is niet het ontkennen van onrecht, maar het weigeren om wrok te laten regeren. Het is het risico nemen dat de ander je niet begrijpt of niet terugvergeeft – en toch loslaten. Maar dat is zeldzaam. En pijnlijk. Want vergeving kost altijd iets. Het is geen gevoel, maar een daad van overgave. Verbittering is het eindstation waar de duisternis ons naar toe wil voeren. Waarom? Omdat verbittering een toestand is die voor Satan zelf eeuwig is geworden. Een eindtoestand. Daar wil hij zoveel mogelijk levende zielen in meetrekken. Misschien is het afwijzen van verbittering wel één van de grootste of laatste gevechten waar we in dit tijdelijke leven voor staan. In de eeuwigheid is er geen tijd meer. Er kunnen daar geen dingen meer hersteld worden. Wat zwart is, blijft zwart en wat wit is, blijft wit. Wat goed is en was blijft goed. Wat verbitterd is en was blijft verbitterd. In dit tijdelijke leven kan zwart nog wit worden. Maar wit kan ook zwart worden. En blijven. Liefde kan verbittering worden. Maar verbittering kan ook door liefde overwonnen worden. Waarom het zo vaak misgaat Het is geen cynisme om te zeggen dat het helaas vaak misgaat als mensen op een goede manier uit elkaar willen. Het is realisme. Want:
Toch is er hoop. Want juist als we dit weten, kunnen we naar het goede zoeken. Niet naïef, maar helder. We kunnen mensen er bij betrekken die de vrede durven zoeken en dienen, ook als dat onhandig, pijnlijk of langzaam gaat. We kunnen oefenen in luisteren, loslaten en liefhebben zonder gewin. We kunnen weigeren om bitterheid te drinken. En bovenal: we kunnen ons openen voor de genade en liefde van Jezus. Want waar het vlees regeert kan alleen de Geest weer leven brengen. Ook tussen mensen die elkaar kwijtraakten. En voor iedereen die mij echt kent en dit leest en zich afvraagt waar ik het lef vandaan haal dit te schrijven: dat is een terechte vraag. Ik hoop maar dat ik het lef niet haal uit zelfrechtvaardiging. Maar ik durf dat niet met zekerheid te zeggen want de Bijbel zegt me dat mijn hart arglistig is. Ik hoop en bid dat het uit liefde is en niet uit pijn, vergeldingsdrang of zelfrechtvaardiging. Maar die twee kunnen enorm verstrikt raken. Pijn kan de zuiverheid van liefde ondermijnen. En liefde kan je blind maken voor pijn. Het zal in de eeuwigheid blijken. Geef mij een zuiver, oprecht hart Heer. Herstel de vreugde over Uw heilsplan. Maak mijn diepste innerlijk standvastig daarin. Open mijn ogen voor mijn eigen fouten en voor het hart en het gelaat van de ander.
0 Opmerkingen
De psychologie van relationele ontwrichting.
<In bewerking > Er zijn van die ervaringen die niet zichtbaar zijn aan de buitenkant, maar die van binnen alles overhoop halen. Genegeerd worden door iemand die veel voor je betekent, is zo'n ervaring. Een partner die ineens stil valt. Een ouder die je systematisch ontwijkt. Een vriend die je appjes niet meer beantwoordt. Het lijkt misschien klein, maar wat er onder de oppervlakte gebeurt, kan diepgaand ontwrichtend zijn. Het brein voelt het als pijn Wat we vaak 'emotionele pijn' noemen, blijkt neurologisch gezien nauwelijks te onderscheiden van fysieke pijn. Je brein maakt letterlijk geen onderscheid tussen een afwijzing en een klap. Als je genegeerd wordt door iemand van wie je houdt, lichten in je hersenen dezelfde gebieden op als wanneer je je brandt aan de oven: de anterieure cingulate cortex en de insulaire cortex. Dat maakt ook dat je soms fysiek iets voelt: een dichte keel, een gebroken hart, misselijkheid. Het is niet 'tussen je oren', het ís in je brein. Hormonale storm Naast je hersenen reageert ook je lichaam. Je stresssysteem schiet aan, en het hormoon cortisol wordt aangemaakt alsof je in gevaar bent. Tegelijkertijd blijft het knuffelhormoon oxytocine uit: de warme verbinding die je normaal voelt, valt weg. De dopamine, die je normaal een prettig gevoel geeft als je in contact bent met die ander, wordt ineens niet meer afgegeven. En serotonine, de stof die je stemming stabiel houdt, raakt uit balans. Geen wonder dat je je emotioneel ontregeld voelt. Je systeem is van slag. Psychologische verwarring en pijn Op psychologisch niveau is genegeerd worden ontwrichtend omdat het raakt aan vier basisbehoeften: verbondenheid, eigenwaarde, controle en betekenis. Als iemand die belangrijk voor je is doet alsof je niet bestaat, raakt dat je hele zelfbeeld. Je gaat twijfelen aan jezelf: ben ik niet de moeite waard? Wat heb ik verkeerd gedaan? Je voelt je machteloos, alsof je geen invloed hebt. En het bestaansrecht dat je normaal ontleent aan het 'gezien worden', valt weg. Het kan je radeloos maken. De een klampt zich vast, doet alles om weer contact te krijgen. De ander trekt zich terug en bouwt muren. Weer een ander wordt boos, roept of schreeuwt, uit wanhoop. Het zijn allemaal manieren om iets van controle terug te krijgen, om de verbinding te herstellen of om jezelf te beschermen. De diepe impact van herhaling Als het negeren geen eenmalige gebeurtenis is, maar zich herhaalt of langdurig aanhoudt, kan het ernstige schade veroorzaken. Je gaat geloven dat het aan jou ligt. Dat je niet goed genoeg bent. Je coping raakt uitgeput. Je trekt je terug. Je wordt angstig, depressief of zelfs suïcidaal. Het vertrouwen in anderen kan beschadigen. Wat begon als 'stilte' van de ander, wordt binnenin jou een donderstorm van onzekerheid, zelfverwijt en verdriet. Voor jongeren is dit extra ingrijpend. Hun brein en identiteit zijn nog in ontwikkeling. Afwijzing door ouders of leeftijdsgenoten kan diepe littekens achterlaten. En voor kinderen die structureel worden genegeerd door hun opvoeders, is het bijna per definitie traumatisch: het ondermijnt hun basisveiligheid, hun gevoel dat ze er mogen zijn. Ontwrichtend, maar niet hopeloos Erkennen dat deze vorm van afwijzing zoveel impact heeft, is al een belangrijke stap. Het geeft taal aan iets wat vaak in stilte wordt doorgemaakt. En het helpt te begrijpen waarom je zo ontregeld kunt zijn als dit je overkomt. Het ligt niet aan jou dat je zoveel voelt. Je hersenen, je lijf, je psyche: alles reageert op de breuk in die ene belangrijke verbinding. En het is geen kleinigheid. Het is ontwrichtend. Maar: ontwrichting hoeft niet het einde te zijn. Het kan ook een begin zijn van heling, van grenzen stellen, van leren kiezen voor mensen die je wél zien. Soms betekent dat rouwen, soms vergeven, soms loslaten. En soms ook: opnieuw durven verbinden. Omdat je, hoe gekwetst ook, gemaakt bent voor contact. Voor gezien worden. En voor liefde die dankbaar terugkijkt en hoopvol vooruitkijkt. 21/4/2016 0 Opmerkingen You'll never know (songtekst)You'll never know
how much I longed to be with you You'll never know how much I prayed for one sign of you You were always in my heart Though our worlds were still apart You'll never never know how much I longed to be with you And every little flower that you gave me Shows me one more colour of your heart And every heartfelt note that you wrote, dear It tells me just how beautiful you are ... ! You'll never know how many songs I sang for you Or how I feared the very chance of missing you I'd cross the ocean fly the blue I would do anything for you You'll never know how much I longed to be with you Music and lyrics: ©Matthijs Goedegebuure (2016) |
Archieven
Mei 2025
CategorieënAlles Autisme Autonomie Big Five Borderline Chronisch Psychisch Lijden Diagnostiek Diagnostische Dwaling DSM V Empathie Evangelie Geloof Gevoeligheid Herkenning Hertraumatisering Informatie Voor Naasten Johnny Cash Langdurige Problematiek Levensfasen Liefdesverdriet Lijden Mentale Gezondheid Misdiagnose Muziek Onmogelijke Keuzes Persoonlijk Psychologie Psychopathologie Relationele Ontwrichting Songteksten Stress Therapeutische Klik Therapiematch Trauma Zelfreflectie |
Wil je meer weten over mijn werk als psycholoog, schrijver of muzikant? Kijk dan op één van mijn websites.