|
Hij heeft ieder ding schoon gemaakt op zijn tijd; ook heeft Hij de eeuwigheid in hun hart gelegd, zonder dat de mens het werk dat God gedaan heeft, kan uitvinden, van het begin tot het einde. (Prediker 3:11)
[In bewerking. Versie 28-10-2025 23.00] Afgelopen week sprak ik iemand die ik al lang niet had gesproken. We spraken na wat koetjes en kalfjes al snel van hart tot hart over wat er in ons leven, in de wereld en in ons vakgebied gebeurt in de afgelopen jaren. Er was ruimte voor verwondering, ontmoeting, rust, enthousiasme en een oprecht, eerlijk en puur meezoeken met elkaar naar Gods hand in ons leven en in de wereld om ons heen. Het deed me beseffen dat er iets in ons hart gelegd is dat boven de tijd verheven is. Je kunt iemand jaren niet spreken, maar als je allebei verbonden bent met de eeuwigheid, kun je de draad zo weer oppakken waar die jaren geleden neergelegd is. Tien jaar voelt als een paar uur. Mijn schoonvader is ruim 20 jaar geleden overleden, maar als hij nu hier in mijn kamer zou binnenlopen kunnen we zo verder praten waar we gebleven waren in ons allerlaatste gesprek over God, het leven, zonde, dood, liefde en genade vlak voor hij stierf in 2002. Hij was niet iemand in mijn leven, hij is iemand in het geheel van mijn leven. Toch kan dit soort ontmoetingen ook niet zomaar ontstaan. Het kan misschien alleen als je in een situatie bent gekomen waarin je de controle over je leven hebt moeten loslaten. Ik zeg 'moeten loslaten', want het zit niet in mijn aard (en waarschijnlijk ook niet in jouw aard) om die controle los te laten. Veel mensen hebben net als ik moeten ontdekken dat loslaten pas lukt wanneer je niks meer te verliezen hebt: wanneer je aan het eind van je Latijn bent, rock-bottom (of juist mountain-top: je hebt alles wat je ziel begeert en er is niks meer om naar uit te zien) of op de rand van leven en dood. Het is uiteindelijk in die situatie, in die toestand, dat ons brein minder 'tijdprojectie' vertoont. De hersennetwerken die verbonden lijken te zijn met het analyseren van het verleden en het bedenken van toekomst worden minder actief. Wat overblijft is het 'tijdloze': de eeuwigheid. De essentie. Verweven met het 'nu'. In de situatie van totale uitputting kunnen we onze geest vaak pas overgeven in de handen van de Vader omdat we Hem dan pas (weer) zien als Degene die (er) is. 'Nu' en 'eeuwig' hebben één ding gemeen volgens diepe denkers als Albert Einstein en C.S. Lewis: tijdloosheid. Net als licht. Voor lichtdeeltjes (fotonen) bestaat er geen tijd; ze verplaatsen zich met lichtsnelheid en bij die snelheid bestaat 'tijd' niet meer. Als we zelf met de snelheid van licht zouden kunnen reizen zouden we het ontstaan van de kosmos, de geschiedenis van de wereld, van jouw en mijn leven, van Gods plannen en alle wonderlijke ontwikkelingen in ons leven in één oogwenk zien. Je zou geen volgordes in tijd meer zien, maar een tijdloos totaalbeeld dat al je voorstellingsvermogen op dit moment eindeloos ver te boven gaat. Misschien is licht wel fundamenteler voor het begrijpen van de werkelijkheid dan tijd. De volgorde speelt dan geen rol meer, alleen nog de essentie van wat er is. Alles wat er vanuit het tijdelijke waar we nu in zitten was of nog moet komen, vermengt zich met elkaar tot wat het ten diepste is. Ons verstand zoekt graag naar wat er al was, of naar wat iets zal worden of wat nog gaat komen. Het tijdloze in ons hart beseft dat niks was wat het in essentie niet is, en niks zal worden wat het nu (ten diepste) al niet is. Maar dat is voor ons beperkte verstand moeilijk te betreden. Tenzij ... : je aan het eind van al je mogelijkheden bent. Je de dood voor ogen ziet. Totaal uitgeput bent. Je elke dag of zelfs elk moment moet leven alsof het je laatste dag is. Als elke ontmoeting met een medemens je allerlaatste ontmoeting met die persoon kan zijn. In die toestand komen we meer in verbinding met het nu en de eeuwigheid. Dan zijn we niet meer met onszelf bezig, maar met het wonder van het leven en de diepste waarheid over dat leven. In die situatie zijn we misschien wel het meest ons 'zelf'. In die toestand besef je meer dan ooit hoe waardevol je leven is en hoe dierbaar je naasten, je geliefden, je voorouders en al je medereizigers die jou gevormd hebben voor je zijn. En vanuit het tijdelijke gezien dus ook waren en ook zullen blijven. Het is in die toestand dat we de diepste antwoorden vinden op de verzoekingen en beproevingen van het leven. Het toont je de weg die moet gaan. De Weg, de Waarheid en het Leven ... Wens ik je dus totale uitputting toe en de rand van leven en dood ... ? Dat weet ik niet goed. Ik wens je de verbinding met het eeuwige, het tijdloze toe dat God in je hart heeft gelegd. Ik bid dat je niet méér moet lijden dan nodig is daarvoor, maar dat zeg ik met met grote voorzichtigheid en veel respect voor ieders lijden.
0 Opmerkingen
Mozes, David en de spanningsboogEr zijn plaatsen in de Schrift die ons stilzetten bij de heiligheid van God. Mozes, de man die Israël uit Egypte leidde, mocht het Beloofde Land niet binnengaan omdat hij ongehoorzaam was geweest bij de rots van Meriba (Numeri 20). David, de man naar Gods hart, kreeg te horen dat hij de tempel niet mocht bouwen, omdat zijn handen te veel bloed hadden vergoten (1 Kronieken 28). Het zijn scherpe grenzen die ons doen beseffen dat God heilig is en dat zelfs de grootste leiders en vrienden van de Allerhoogste niet boven Zijn geboden verheven zijn.
Maar de Schrift vertelt verder. Zo'n 1500 jaar later verschijnt Mozes wél in het Beloofde Land, op de berg van de verheerlijking (Mattheüs 17). Op één van de meest unieke momenten in de geschiedenis; een 'VIP-plaats' bij de uitvoering van Gods plannen zou je met eerbied zeggen. Daar staat hij, naast Elia, in gesprek met Jezus over diens lijden en verheerlijking. Ze praten als vrienden, 'van aangezicht tot aangezicht'; nota bene een persoonlijke en ooit onuitvoerbare wens van Mozes. Maar God gaf hem waar hij boven op de berg Horeb naar had gevraagd. En David, hoewel uitgesloten van de fysieke bouw van de tempel, heeft een geestelijke erfenis achtergelaten die niet te meten is: zijn psalmen worden tot op de dag van vandaag gebeden, gezongen en gehuild door gelovigen over de hele wereld. En de Heilige Geest gebruikt Davids woorden (zelfs vandaag!) op de meest cruciale momenten in mensenlevens. Nota bene een persoonlijke vurige wens van David in zijn diepste berouw: neem Uw Heilige Geest niet van mij weg. Wat betekent dit? Valt het dan uiteindelijk toch nog mee met Gods heiligheid? Of zitten er toch grenzen aan de genade van God? Het laat iets zien van een diep spanningsveld: God is heilig en rechtvaardig, maar ook barmhartig en goedertieren. Hij sluit deuren die niemand kan openen, maar opent ook deuren die niemand kan sluiten. Hij straft, maar laat tegelijk Zijn belofte en genade overvloedig blijken. Mozes sterft aan de grens. Vlakbij het land waar hij 40 jaar op weg naar toe was door de woestijn. Een harde, ongenadige reactie zou je zeggen. Maar God zelf begraaft hem en eert hem door hem vanuit de eeuwigheid vrijwel direct aan Jezus’ zijde te plaatsen. Ik zeg 'vrijwel direct' omdat ik geloof dat Mozes toen hij stierf in de eeuwige tijdloosheid kwam waar 1000 jaar is als één dag, en één dag als 1000 jaar. Hij was eerder in het beloofde land dan het volk. En op een mooiere plek en een unieker moment dan wie dan ook. David mag de letterlijke tempel niet bouwen, maar wordt al schrijvend, musicerend en zingend de stem van overgave, vertrouwen en aanbidding die door de eeuwen heen de geestelijke tempel van Gods volk vorm geeft. Wie heeft er zo aan de geestelijke tempel mogen meebouwen als David ... ? De fysieke tempel werd later compleet verwoest. De geestelijke tempel wordt nog steeds gebouwd, mede door zijn psalmen en zijn onwankelbare geloof. Het lijkt alsof God daarmee wil zeggen: met Mijn heiligheid valt niet te spotten, maar mijn genade schrijft het laatste woord. Zonden hebben consequenties, maar ze hebben niet het laatste woord over jouw leven. God laat de gebroken en zondige menselijkheid van Zijn dienaren niet de grens zijn van Zijn trouw. Dit opent een venster van hoop. Want als Mozes en David, met hun zonde en schuld, toch zo’n bijzondere plek in Gods geschiedenis en in Zijn toekomstplannen mogen innemen, hoeveel te meer mag er verwachting zijn voor ons, die leven onder het verbond dat Jezus Christus met Zijn bloed heeft verzegeld. De God die heilig is, is ook de God die belooft een beloner te zijn van wie Hem zoeken (Hebreeën 11:6). Zo mogen (of moeten) we leren om Gods heiligheid niet licht te nemen, maar tegelijk te vertrouwen op Zijn goedertierenheid. Wat er ook gebeurt, en hoe Hij ook straft, Hij is goed. Het verhaal van Mozes en David zegt ons dat onze fouten en mislukkingen niet het laatste woord hebben. God schrijft verder en geeft oneindig veel meer dan we verdienen en vervult zijn beloften veel mooier dan we ooit zouden durven vragen of verlangen. Hij bouwt Zijn tempel, Hij schenkt alles wat Hij heeft, Hij voltooit Zijn plannen en Hij kiest ons uit om daarin met Hem samen te werken en samen te leven. Ondanks ons tekort. Hij maakt het goed. Al is het nu moeilijk voor je en hebben dingen gevolgen; het komt goed. Want Hij is goed. Dat wil ik jou, en ook mezelf, graag meegeven. Hoop op Hem. Hij was er en Hij zal er zijn. Hij maakt het goed. Beter dan je ooit durfde te dromen. Echt waar. Niet omdat ik het zeg. Maar omdat Hij het zegt. De vergeten factor in analyses over generaties. Het artikel dat je liever niet leest voor je veertig bent ;-) In alle interessante en helpende discussies over de verschillen tussen generaties en hoe daar mee om te gaan, mis ik soms een belangrijke factor. Een factor die mijns inziens een noodzakelijk puzzelstuk vormt om de krachten en verbindingen tussen generaties goed te zien en te begrijpen. Ik heb het over de factor ‘levensfase’. Niet alle verschillen tussen generaties zijn te verklaren door specifieke kenmerken, stijlen en voorkeuren van de afzonderlijke generaties. Een heleboel verschillen tussen generaties zijn van alle eeuwen en hebben eenvoudigweg met onze leeftijd te maken.
De manier waarop bijvoorbeeld Millenials en Generatie X elkaar zien en elkaar (soms niet en soms juist wel) begrijpen komt ook door de verschillende levensfasen waarin dertigers en vijftigers zich bevinden. Daarmee ontken ik zeker niet dat specifieke generatiestijlen en tijdgeesten bestaan. Ik heb daar zelf ook e.e.a. over gepubliceerd. Maar naast de invloed van tijdgeest, technologie, cultuur, wereldpolitiek, crises en klimaat op onze leef- en werkhouding bestaan er ook nog invloeden van onze leeftijd. Ik ben nu 54 terwijl ik dit schrijf en durf te zeggen dat ik niet meer dezelfde ben als toen ik 34 was. Ik ben veranderd in wat ik belangrijk vind en waar ik me op focus. Terwijl ik zowel twintig jaar geleden als gisteren bij generatie X hoorde. Speciaal voor LinkedIn daarom hierbij mijn observaties en gedachten over de diverse levensfasen en hoe deze elkaar onderling beïnvloeden. Het gevaar van een korte uiteenzetting is altijd dat het de werkelijkheid te veel vereenvoudigt en te kort door de bocht is. Vergeef me dit en bedenk dat het een poging is iets heel complex terug te brengen tot een paar essenties. Ik hoop dat het lezen van dit artikel mag bijdragen aan meer onderling begrip, verbinding en betere samenwerking tussen generaties. Maar het leven is oneindig veel meer dan ik hier kan verwoorden. Levensfase 1: het jonge kind Veiligheid: wie zorgt voor mij? In onze kindertijd (0-10 voor het gemak) draait alles om kwetsbaarheid en bescherming. Veruit het belangrijkste dat we psychologisch gezien nodig hebben in deze fase: veilige hechting. Deze veilige hechting begint al tijdens de zwangerschap door de bewegingen en hartslag van moeder en is cruciaal om goed door alle volgende levensfasen heen te gaan. Het is psychologisch gezien het belangrijkste fundament voor een gezonde identiteits-ontwikkeling en voor de levenslang durende continue aanpassing aan nieuwe levensfasen en -omstandigheden. Zonder het fundament van veilige hechting in je vroege kindertijd vormen je tienerjaren gelijk al een akelig onzekere tijd. Maar ook in alle volgende levensfasen bouw je op dit fundament verder. Je kunt een kind dat dat zonder veilige hechting is opgegroeid niet zomaar alsnog een veilige hechting meegeven. Dat geldt eigenlijk voor elke fase: wat je specifiek in elke fase nodig hebt kun je moeilijk later 'inhalen'. Wat je wel kunt doen is een kind ervaringen meegeven die hem of haar in één van de volgende fasen zal helpen. Hier wordt naar mijn idee in de kinder- en jeugdhulpverlening nog te weinig op ingezet. De focus ligt (o.a. door het financiële systeem van de GGZ) meer op diagnosen, symptomen en klachtreductie op korte en middellange termijn dan op het meegeven van ervaringen voor later in het leven. In een ander artikel hoop ik daar ooit meer over te schrijven. Natuurlijk zijn er nog veel meer zaken die essentieel zijn voor onze ontwikkeling in deze fase: taal, spelen, vriendschappen, fantasie, stoeien, grenzen en nog veel meer. Maar de effecten van (on)veiligheid springen er voor mij als psycholoog uit. Levensfase 2: de tiener Sociale identiteit: bij welke groep hoor ik? Onze tienerjaren kenmerken zich door wisselende gevoelens van onzekerheid en ontdekkingsdrang. De onzekerheid heeft vooral te maken met groepsidentiteit. Als tiener zoek je een groep, (sub)cultuur of ‘held’ waar je bij hoort, en die jou een eigen (maar juist ook niet te eenzame) identiteit geeft. De ontdekkingsdrang wordt vooral ingegeven door het (soms wanhopig) zoeken naar een 'goed gevoel' in een fase waarin je geplaagd wordt door het ontwaken van allerlei angstige, depressieve, eenzame, agressieve, bewonderings-, afwijzings-, hunkerings- en verliefdheidsgevoelens. In deze fase worden specifieke karaktertrekken steeds zichtbaarder. Er ontstaan ineens overduidelijke verschillen tussen bijvoorbeeld introverte, extraverte, gevoelige en nuchtere tieners. De introvert ontdekt onbewust zijn of haar behoefte aan intieme verbondenheid. De extravert zijn of haar behoefte aan gezelligheid en uitgaan. De gevoelige tiener zoekt naar veiligheid en de nuchtere tiener naar informatie en kennis. Essentieel voor deze fase: bevestiging, toenemende vrijheid en eigen verantwoordelijkheid, maar ook nog een mate van begrenzing en structuur. Rond ons vijftiende levensjaar bevindt ons vermogen tot ‘sturing geven’ (consciëntieusheid) zich op een dieptepunt en hebben we volwassenen nodig om niet te ontsporen. Het duurt tot ons vijfentwintigste voor we bij ons definitieve volwassen niveau van sturing en structuur uitkomen. Eén van de grootste gevaren in deze periode: geen bevestiging krijgen van een vaderlijk of moederlijk figuur waar je respect voor hebt. Anders gezegd: je hebt het in deze fase nodig dat een ‘stoer’ persoon die boven je staat trots op jou is en dat ook overbrengt. Iemand die in je gelooft. Een mentor, een leraar, een vader, een moeder, een trainer, een baas. Zonder iets van deze bevestiging ga je in je adolescentie- en twintigersjaren mogelijk wanhopig op zoek naar compensatie hiervoor in de vorm van aandacht, uiterlijk, seks of prestaties. Dan moet je jezelf ‘bevestigen’ en dat is een lastige opgave kan ik je vertellen. Levensfase 3: de twintiger Volwassenwording. Wat wordt er van mij verwacht in de volwassen wereld? Na (ideaal gesproken) de veiligheid van je kindertijd, de ouderlijke bevestiging en sociale identiteitsontwikkeling van je tienerjaren, draait in je jonge volwassenheid alles om vrijheid, verwachtingen en verantwoordelijkheid. Het is ‘effe wennen’ in het volwassen leven na ruim twintig jaar onvolwassenheid. Wennen aan vrijheid: niemand controleert je meer. Wennen aan verantwoordelijkheid: er worden voor het eerst taken of zelfs mensen aan jou toevertrouwd. Wennen aan verwachtingen en eisen die op je af komen. Hoe moet je zijn? Welke rol of houding moet je aannemen? Hoe reageer je op klanten, collega’s, mentors of leidinggevenden? Hoe moet je je gedragen in de familie van je vriend, vriendin of partner? En in de rol van werknemer? In deze fase zijn we eigenlijk even niet zo met ons zelf of onze identiteit bezig (dat komt later weer) als wel met ons gedrag en wat er van ons wordt verwacht in de grote sociale wereld die we betreden. Hoe hoort het? Hoe werkt het? Ik herinner me deze tijd als een fantastisch leuke periode waarin ik steeds meer mijn eigen stempel op mijn leven kon gaan drukken. Maar ook wel als een spannende tijd: stages, afstuderen, relatie, eerste baan en vader worden. Wat je in deze fase nodig hebt: jezelf kunnen onderscheiden van je eigen ouders. Welke normen en waarden van hen neem je mee in je leven en welke laat je los? Alleen door je te onderscheiden van je ouders, en door zowel hun kracht als ook hun beperkingen te zien, kun je respect voor hen ontwikkelen. En juist dat respect voor deze sleutel-volwassenen is het beste startblok voor je eigen volwassenheid. De ‘moederlijke’ veiligheid uit je kindertijd en de 'vaderlijke' bevestiging van je tienerjaren (hopelijk mag ik in 2022 deze archetypen nog gebruiken) zijn cruciaal om deze spannende ontdekkingstocht te durven doen waarbij ik durf te stellen dat de eerste belangrijker is dan de tweede. Psychologisch gezien is het grootste gevaar van deze fase: niet gezond loskomen (leren vergeven en leren waarderen) van eigen ouders (of ouderfiguren of opvoeders). En tenslotte dit nog: in de tweede helft van je twintigers-jaren ga je meer loskomen van de identificatie-figuren uit je tienertijd. Ze hielpen je, maar een paar nare kanten van hen zijn vermengd geraakt met je innerlijke criticus. Hun uitspraken over hoe het 'hoort' blijven maar echoën in je ziel en geven je het gevoel dat je niet goed genoeg bent. Dat is verrekte irritant en er is soms heel wat boosheid nodig om daar vanaf te komen. Dit geldt vooral voor degenen die een therapeut, mentor, jeugdleider, coach of iets dergelijks hadden. Om los te komen ontkom je er soms niet aan iets 'lelijks' over (of zelfs tegen) die persoon te zeggen. Je wrikt jezelf los en laat je tanden zien. Een ervaren volwassen mentor is zelf ook door die fase heen gegaan en kan dit daarom wel relativeren. De onvolwassen mentor zal zich verongelijkt voelen en lelijk terug gaan doen. Om later een volwassen mentor te kunnen worden moet je langs dit station: het 'afrekenen' met de vermenging van identificatiefiguren met je innerlijke criticus. Levensfase 4: de dertiger Kracht, moed en overtuiging. Wie ben ik ten diepste? Wat is mijn missie? In je dertigers jaren is het nieuwe van de twintigers-fase eraf. Je hebt ontdekt hoe dingen werken en je hebt je eigen stijl, je eigen ideeën en je eigen overtuigingen ontwikkeld. En mogelijk zelfs je eigen expertise als je een wat specialistisch beroep hebt. Je hebt inmiddels in de keuken van diverse werkgevers, groepen of organisaties gekeken en dat geeft een gevoel van grip, van controle, van zelfvertrouwen. Je begrijpt steeds beter hoe dingen werken in het leven en in jouw vakgebied en mensen komen steeds vaker naar jou toe voor advies. Je begint steeds meer te beseffen hoeveel mensen en organisaties in hun eigen patronen en gewoontes vastzitten. Je doorziet die patronen steeds beter en kunt daardoor ook aangeven wat er beter kan of anders moet. Waar je in je twintigers-jaren patronen probeerde te doorzien om daar bij aan te kunnen sluiten, probeer je in je dertigers jaren patronen te doorzien om ze te doorbreken. Je voelt de drive om dingen op jouw manier of volgens jouw overtuigingen te doen. Het feit dat de volgende halte ‘veertig’ is helpt een handje om er nu ook werk van te gaan maken, want veertig voelt voor een dertiger al een beetje ‘oud’. Het zet de dertiger stil bij de vraag: ‘Wat is mijn missie?’. Het is om deze reden dat dertigers graag een nieuwe kerk, een nieuwe politieke partij, een eigen bedrijf of een eigen beweging opzetten. 'Dit moet anders', of: 'dit kan echt beter'. Als dertiger heb je ook de energie om dat te doen, hoewel het voor velen ook de drukste tijd van hun leven is, zeker als je een jong gezin en allerlei leidinggevende taken hebt. De dertiger is krachtig, charismatisch, dynamisch en missie-gedreven. En heeft inmiddels werk- en levenservaring. Maar ook in deze fase zijn er gevaren. Dertigers die als kind weinig veiligheid hebben gekend of in hun tienerjaren niet goed aansluiting bij een groep hebben kunnen vinden, kunnen extreem worden en uit de bocht vliegen. Uitwassen: ontwikkeling tot sekteleider of aansluiten bij extreme politieke of religieuze stromingen met als doel de gevestigde orde te ontwrichten. Onveilige hechting uit kindertijd versterkt het risico op extremisme en wantrouwen richting een bepaalde cultuur, of richting gezag en autoriteit. Ik heb in mijn dertigers-jaren veel geleerd van met mensen met gedurfde ‘extreme’ opvattingen. Daar zit veel waarheid en scherpte in. Maar ik heb in die periode ook moeten leren herkennen of die ideeën uit pijn, haat en eigenbelang of uit liefde, eerlijkheid en wijsheid zijn ontstaan en verkondigd. De jonge dertiger is daar over het algemeen nog wat minder goed in. Zowel in het herkennen van narcisme, ik-gerichtheid, pijn en tijdgeest-invloeden bij (politieke en religieuze) mentors of leiders als ook in het herkennen van deze dingen bij hen zelf. Terugkijkend zie ik dat ik me soms ook liet meeslepen door opvattingen en ideeën die niet allemaal even zuiver waren. Of niet allemaal vanuit liefde werden verkondigd. Helpend in deze fase: veilige hechting vanuit je kindertijd (zelfvertrouwen), een eigen mentor (zelfreflectie) en mensen die je inspireren (voorbeelden). In je dertigers-jaren herbeleef je soms ook weer het gevecht om je plek tussen leeftijdgenoten van je tienerjaren. Dit is speciaal het geval wanneer je in je dertigers-jaren voor het eerst in een leidinggevende positie komt. De sociale spanning, schaamte en onzekerheid of traumatische angst die je als tiener had wordt getriggerd door situaties waarin jij ineens de leiding moet nemen en iedereen naar jou kijkt. Wees gerust: dat is normaal. Verzamel de moed om dit kwetsbare te delen met mensen om je heen. Maar kijk uit: doe dat alleen bij mensen waar je je ook echt veilig bij voelt. Ga af op je gevoel, niet op hoe je vindt dat je het ‘zou moeten voelen’. Een tip van een vijftiger … ;-) Het grootste gevaar van de dertiger: zelfoverschatting en/of overschatting van zelfontwikkelde of zelf gekozen theorieën, principes en verklaringen. Zowel de positieve als de negatieve. Zowel over jezelf als over anderen. Dit gevaar is groter bij onvoldoende bevestiging in tienerjaren. Een laatste vleugje jonge naïviteit vergroot dit gevaar. Levensfase 5: de veertiger Rijping, loutering door twijfel. Overgang van junior naar senior. Na de krachtige dertigers-fase breekt voor veel mensen de wat meer onzekere veertigers-fase aan. In je veertigersjaren ontstaan er (meestal gezonde) twijfels aan bepaalde overtuigingen uit je dertigers-fase. Dat is logisch. Je hebt inmiddels gezien dat ondanks al die goede overtuigingen, niet alles goed afliep. Je hebt huwelijken zien stranden, vriendschappen verloren, kerken zien scheuren, bedrijven failliet zien gaan, politieke en religieuze leiders zien omvallen. En daar zaten ook mensen bij met dezelfde overtuigingen als die jij had. En misschien heb je zelf wel ernstig gefaald ondanks al je krachtige overtuigingen. Het laatste restje dertigersnaïviteit verdwijnt. Intellectuele en existentiële twijfels krijgen meer ruimte. Je begint als professional meer te beseffen wat je allemaal niet weet. Al heeft de sky nog steeds geen limit, je loopt wel tegen je eigen limits aan. Je vakgebied is zoveel groter dan je ooit zult kunnen bevatten. Er komt bovendien alweer een volgende generatie je vakgebied binnen die werkt met (voor jou nog) onbekende nieuwe technieken. En sommige jongere collega’s van je stappen hun dertigers-jaren in en beginnen dingen te roepen die je ergens irriteren omdat je jezelf erin herkent van 10 jaar geleden. Maar als je eerlijk bent maken ze je ook een beetje onzeker omdat ze sommige zaken beter lijken te beheersen dan jij. En ze zetten zich zelfs een beetje af tegen de methoden en cultuur waar jij in de afgelopen tien jaar voor hebt gevochten. Misschien hebben ze nog wel gelijk ook … Je voelt je ergens verloren tussen de vijftigers en zestigers boven je waar je echt nog niet bij hoort enerzijds en de twintigers en jonge dertigers waar je ook niet meer bij hoort anderzijds. En toch is dit misschien wel de meest bepalende fase van je leven. Als je de eerlijke twijfels toe kunt laten zullen ze je louteren tot een wijze mentor. Als je de twijfels tegenhoudt zal je ontwikkeling stagneren en zul je altijd blijven vechten tegen mensen die jou aan het twijfelen brengen. Sommige overtuigingen gaan wellicht overboord omdat ze de tand des tijds niet konden doorstaan. Als je eerlijk kijkt zijn het eigenlijk al geen overtuigingen meer, maar slechts vertrouwde ideeën. Het vuur van het leven heeft de kern ervan al verbrand. Andere overtuigingen zullen juist sterker worden omdat ze de vuurproef van het leven hebben doorstaan. Ze zijn een houvast gebleken ook al heeft niet iedereen met deze overtuigingen het gered. Het stemt allemaal tot nadenken, tot bezinning. En dat vraagt om eerlijkheid. De paar overtuigingen die je overhoudt zullen echte, beproefde overtuigingen zijn. Geen absolute waarheden meer misschien, maar wel overtuigingen waar je op kunt bouwen. In deze fase is het belangrijk om een doel voor ogen te hebben. Het beste doel dat ik je nu kan geven zijn je vijftigers-jaren! Want er zijn volgens mij maar twee soorten vijftigers: 1. verbitterde (of minstens teleurgestelde) vijftigers die openlijk of diep van binnen cynisch zijn over de hele wereld of over iedereen die anders doet of denkt dan zij zelf, en 2. vaderlijke of moederlijke vijftigers die oprecht van mensen houden en een mentor voor volgende generaties willen zijn. Mentors die de krachtige combinatie van overtuiging, enthousiasme en nuance hebben. Mentors met vertrouwen, zodat ze ook vertrouwen kunnen doorgeven. De manier en de houding waarmee je door je veertigers-fase heen gaat bepaalt volgens mijn observatie van de afgelopen dertig jaar voor een groot deel hoe je als vijftiger gaat zijn. De manier waarop je door je twintigers-jaren bent gegaan is gek genoeg van grote invloed op deze fase. Toen was ook alles nieuw en wist je nog niet hoe het werkte in het eerste deel van je volwassen leven dat net was begonnen. Nu is het tweede deel begonnen en weet je weer even niet hoe het werkt. Durf het toe te laten. Het zal je bij deel drie vanaf je zestigers-jaren ook weer helpen! Nodig in je veertigers-jaren: twijfels, eerlijkheid, eenzaamheid en vriendschap. En muziek. Veel goede muziek uit je tienerjaren. Levensfase 6: de vijftiger Definitieve vaderlijkheid of moederlijkheid. Gelouterde overtuigingen. Wat is er mooier dan in je vijftigers-jaren een senior in je vakgebied, je kerk, je familie of je buurt te zijn die alle gevechten met zichzelf en de wereld wel een beetje heeft gehad (of heeft aanvaard dat sommige gevechten er nou eenmaal zijn) en vanuit vrede met zichzelf en je plek in het leven de volgende generaties kan helpen bij hun persoonlijke ontwikkeling en levensreis? Het fijne van vijftiger zijn (uitgaande van voldoende gezondheid en een beetje logische loopbaan - dat is niet voor iedereen zo besef ik heel goed!) is dat je wat beter kunt nuanceren, dat je het kind in jezelf weer een beetje ruimte mag geven (de cowboylaarzen, de motor, de gitaar of de caravan) en dat je alle gekke tegenslagen in je vakgebied wel een keer hebt zien langskomen. En voor de bevoorrechten onder ons geldt dat er wat meer financiële ruimte is voor vakanties of hobby's. Het lastige van vijftiger zijn is dat je toch wat meer grenzen krijgt en dat je spiegel, de weegschaal en de reclames voor 50+ hulpmiddelen die ineens op je mobiel verschijnen je glashard de waarheid vertellen over de levensfase waar je je nu in bevindt. Maar nog lastiger is misschien wel dat je de generatie boven je nu echt ziet verzwakken of zelfs wegvallen terwijl jij misschien wel op de top van je carrière of je succes bent. Dat confronteert je met je eindigheid en roept vragen op over leven, dood, zingeving, eeuwigheid en tijdelijkheid en over de waarde van je huidige succes. Wat is eigenlijk succes? Ik maak me bij vijftigers niet altijd populair als ik hen voorzichtig of juist niet voorzichtig de spiegel voorhoudt van de twee soorten vijftigers: de verbitterde wantrouwende zeikerd of de vaderlijke/moederlijke mentor. 'En de tussenvorm kom ik eerlijk gezegd nooit tegen' voeg ik er meestal aan toe. Verbittering ontstaat niet ineens in je vijftigers-jaren. Het is een rode draad die vaak al begint in die allereerste twee fasen waarin voldoende veiligheid en een bepaalde mate van bevestiging cruciaal zijn. Zonder die twee is het veel moeilijker om niet verbitterd te raken door alles wat er tegenzit in het leven. Zonder die twee is het veel moeilijker om je medemensen, leiders, collega's, klanten, leveranciers en handhavers te vertrouwen, te vergeven of te verdragen. Zonder die twee is het veel moeilijker om jezelf, je partner, je kind, je familie te vergeven waar ze je pijn hebben gedaan. Vertrouwen is misschien wel iets dat we bijna alleen maar kunnen 'doorgeven' na het zelf ontvangen te hebben? Maar de rode draad van verbittering kan ook ontstaan doordat je in je volwassen leven nooit een bevestiger of mentor hebt gehad die in jou geloofde gedurende je carrière. En dan is het veel moeilijker om zelf een mentor te zijn voor mensen die op jouw kosten fouten maken of thuis zitten. Bevestiging is misschien ook wel iets dat we vooral 'doorgeven'? Dus respect voor iedereen die deze dingen heeft gemist en worstelt met gevoelens van verbittering. Maar ik geloof (na alle twijfels van mijn veertigers-jaren nog steeds) dat niet verbitterd raken ook te maken heeft met een keuze. De keuze om verbittering simpelweg niet toe te laten als het bij je aanklopt of door de kieren van de deur van je hart wil binnensluipen. En dat tweede is waarschijnlijker. En die keuze kun je zelfs al in je twintigers- of dertigersjaren maken nadat je dit artikel hebt gelezen. Want een vaderlijke of moederlijke mentor worden begint oftewel met een voorbeeld dat je wil navolgen, oftewel met een diepe bewuste keuze om die kant op te willen groeien in je leven. Helpend in deze fase: veiligheid uit je kindertijd, sociale identiteit en bevestiging uit je tienertijd, een eigen mentor in voorgaande levensfasen, de keuze om een mentor te willen zijn, vriendschappen, financiële ruimte, ruimte voor het kind in jezelf. Wat ik als het grootste gevaar zie voor de vijftiger: niet kunnen loskomen van je dertigers-drive die niet meer waargemaakt kan worden en tot verbittering leidt. Verbittering uit zich in felle kritiek op alles wat de eigen dertigers-ambities heeft tegengehouden: politiek, oudere generaties, kerk, bepaalde maatschappelijke 'systemen'. Levensfase 7: de zestiger Verzilvering. Controle loslaten en verantwoordelijkheid overdragen. Vereenvoudiging. De zestiger begint net als toen hij baby, twintiger en veertiger was aan een nieuwe grote onbekende levensfase. Als pasgeboren baby begon hij aan een eindeloos voelende kindertijd. Als twintiger stapte hij in de toen nog eindeloos lijkende volwassen wereld waarin alles nog mogelijk was. Als veertiger sloot hij zijn jonge leven af en maakte de overstap naar een nieuwe lange periode van senioriteit. En nu als zestiger begint hij aan een onbestemde ouderdomsfase waarin ook nog van alles mogelijk is, maar waarin de ervaren eindeloosheid van vroeger vervangen wordt door een besef van eindigheid. Ik ben zelf nog geen zestiger op het moment dat ik dit schrijf, maar heb wel veel gesproken met zestigers. Drie thema's vallen mij vooral op in al deze gesprekken: betekenisgeving, loslaten, en genieten. Er moet een begin worden gemaakt met loslaten: eigen kracht, snelheid, werk, taken, mensen, een bepaalde status in je werk of vakgebied, vrienden, familie, ruimte, vertrouwde plaatsen, onbereikte idealen en gewoontes. Het is makkelijker om iets los te laten wat je eerst een goede betekenis hebt gegeven en waar je dankbaar voor kunt zijn. Wat je vast had laat je achter. De betekenis en dankbaarheid neem je mee. Maar is dat ook niet het kostbaarste van alles? Of is dat te mooi gezegd ... ? Het zijn de vragen waar de zestiger in toenemende mate mee te maken krijgt. De zestiger krijgt ook een vernieuwd besef van de waarde van 'kunnen genieten'. Nu het verleden langer en de toekomst korter wordt, wordt duidelijker wat echt waardevol is en wat minder belangrijk is. Wat als dertiger een onbelangrijk detail leek, blijkt nu toch waardevol te zijn. Dat hoekje in de tuin met twee stoelen en een tafeltje. Of de vogels in de bomen. De Bijbel van oma. Er ontstaat meer ruimte voor dankbaarheid, maar ook voor verdriet, voor details, voor kwetsbaarheid. Het kost sommigen wat meer tijd om nieuwe gadgets te leren gebruiken, of een verre reis voor te bereiden, maar er wordt ook extra dankbaar van genoten. Wat mij opvalt in onderzoek naar Big Five Persoonlijkheidstrekken is dat de verschillen tussen mannen en vrouwen in onze zestigers-jaren steeds kleiner worden. Met andere woorden: hetero-stellen gaan iets meer op elkaar lijken als het gaat om Gevoeligheid, Extraversie, Openheid en Sturing. De enige uitzondering is Altruïsme (kritisch en taakgericht vs. meegaand en mensgericht). Op dit domein blijven de verschillen tussen mannen en vrouwen redelijk intact waarbij vrouwen duidelijk altruïstischer blijven dan mannen. Het meest opvallende is dat vrouwen in de loop van hun leven steeds wat minder gevoelig worden en in hun zestigers-jaren dichter bij mannen staan dan ooit tevoren. Het kan ruimte geven voor meer herkenning en verbondenheid in deze fase van het leven. Wat (voor zover ik het nu kan zien als vijftiger) helpend is in deze fase: nieuwe betekenisgeving aan verleden (wat was mooi?), heden (wat is nu belangrijk nu ik het nog kan?) en toekomst (waar ga ik me vooral nog op richten?). Levensfase 8: de zeventiger Omgaan met eenzaamheid en verbondenheid. Stap voor stap aanvaarden van verlies van (motorische) skills. In onze zeventigers-jaren worden de eerste psychologische ouderdomsverschijnselen goed merkbaar. Onze score op Gevoeligheid is langzaamaan steeds hoger geworden: we schieten sneller in de stress en worden ook wat sneller emotioneel. Onze veerkracht neemt af. Daarbij wordt de score op Sturing bij velen van ons rap lager: we vinden het moeilijker om dingen te overzien, te ordenen, te structureren terwijl de behoefte aan overzicht en voorspelbaarheid juist groter wordt. Dat noopt ons er toe om ons leven te vereenvoudigen. Het grote huis geeft te veel prikkels, de organisatie van verjaardagsfeestjes wordt lastiger en administratie wordt een project op zich. Wie zijn of haar leven in deze zeventigers-jaren op tijd weet te 'vereenvoudigen', of altijd al 'eenvoudig' leefde, kan (bij voldoende gezondheid) nog een bloeiende periode van reizen, nieuwe vriendschappen, ontdekkingen tegemoet zien! Wie te lang 'groot' of 'complex' blijft wonen en leven kan ineens overvallen worden door de angst dat alles instort. Het valt mij op dat 'denkers', 'voelers', 'ontdekkers' en 'verbinders' het in deze periode wat makkelijker hebben dan de typische 'praktische doeners'. Lezen, schrijven, praten, kijken en luisteren kun je tegenwoordig lang volhouden met alle smartphone- en tablet-technologie, terwijl actief 'doe-het-zelven', tillen, op ladders staan en sjouwen met bouwmarkt-spullen ineens lastig kan worden. Vooral voor de 'doeners' in de zestigers-fase dus hierbij het advies om alvast te wennen aan denk- of ontdekactiviteiten die je ook in een lekkere stoel of op je balkon kunt doen. Onze 'Openheid' (leergierigheid, ontdekkingsdrang) wordt minder in deze fase, dus nieuwe dingen leren over jezelf, het leven, de wereld, techniek, gezondheid, verleden en eeuwigheid wordt lastig. Je 'teert' in deze fase op wat je in alle voorgaande fasen hebt geleerd. In deze fase kun je veel steun hebben aan leeftijdgenoten die hun leefstijl ook moeten aanpassen. En wat kan humor helpen in deze fase! En hoe lang geleden je kindertijd inmiddels ook is, de (on)veiligheid uit fase 1 en de sociale bevestiging uit fase 2 zijn van grote invloed op deze periode. Zorg extra voor degenen die weinig veiligheid en bevestiging hebben gehad in het leven. En voor degenen die geen kinderen hebben. Wie in zijn veertigers-jaren zijn twijfels goed heeft doorgewerkt wordt daar nu minder door geplaagd. En ook de mate van verbittering, 'vervaderlijking' of 'vermoederlijking' uit onze vijftigersjaren zijn bepalend voor innerlijke rust in deze fase. Zingeving, geloof, levensvisie, een visie op het hiernamaals en de kracht van vergeving kunnen het verschil maken tussen hoop en wanhoop, tussen dankbaarheid en teleurstelling. En ook hier weer: muziek uit je tienertijd. En verhalen uit je twintigersjaren! Levensfase 9: de tachtiger Aanvaarden van kleinere wereld en verdergaand verlies van motorische, kinetische en (emotie)regulerende capaciteiten. Ik moet glimlachen als ik denk aan de tachtigers die ik als therapeut mocht begeleiden. Het waren allemaal mensen die mij verrast hebben door hun leergierigheid, humor en volkomen vrijheid van status. Het waren mensen die niets meer te verliezen hadden en in de bonus-jaren van hun leven waren gekomen. Zij hadden hun dagelijks leven vereenvoudigd, hulp leren aanvaarden en zetten de tijd, energie en middelen die ze nog hadden in voor anderen, maar ook om nieuwe dingen te leren! Ik zie een verschil tussen tachtigers met een uitgebluste geest en tachtigers met een vurige geest. Wat het geheim is van een vurige geest op die leeftijd weet ik niet precies. Ik ben nog niet zover. Ik vermoed dat het ook weer met die cruciale vijftigers-jaren te maken heeft. Maar daar wil ik niet alles aan ophangen. Ook voor verbitterde vijftigers is er een weg naar een vurige geest in je tachtigers-jaren. Dat heb ik ook gezien. Het vraagt om volkomen eerlijkheid met je zelf, met het leven en met de Schepper van je leven. Tenslotte Dank voor het lezend meereizen door onze levensfasen. Misschien heeft het iets verhelderends, maar misschien ook wel even iets deprimerends. Dat is ook niet gek als het leven teruggebracht wordt tot één artikel. Ik hoop dat het stilstaan hierbij je mag helpen het beste uit jouw leven en jouw talent te halen. Door obstakels of scheefgroei of dreigende verbittering te herkennen. Ik hoop dat door het stilstaan hierbij je uiteindelijk vooral kunt genieten van de fase waar je je nu in bevindt. Maar ook dat het je extra begrip mag geven voor je collega, klant, coachee of familielid die in een andere levensfase zit. En dat je je adviezen als leidinggevende, coach of adviseur beter kunt afstemmen op iemands levensfase. Tenslotte hoop ik dat het iemand helpt te investeren in de veiligheid en bevestiging van kinderen en tieners. Want die lezen dit artikel niet, maar hebben wel de toekomst. Misschien ben jij wel degene die veiligheid of bevestiging kan overbrengen. Geef een kind ervaringen* mee voor de toekomst. Zie hieronder het naschrift*. *Naschrift Een voorbeeld van zo'n ervaring die je een kind mee kunt geven voor volgende fasen is het steeds opnieuw beleven dat er echt oprecht met een open hart en volle aandacht naar hem of haar geluisterd wordt. Ook al praat het kind niet over de dingen waar jij als ouder of hulpverlener van denkt dat het daar over zou moeten gaan. Deze ervaring van oprecht luisteren doet drie dingen: 1. het helpt het kind om zich later veilig te voelen bij iemand die naar hem of haar luistert als hij of zij (meestal in de dertigers-fase) last krijgt van de onveilige hechting en hulp daarbij nodig heeft; 2. het helpt het kind om dan ook zelf naar de adviezen, hulp en begrip van een ander te kunnen luisteren. Het veelvuldig zien hoe je moet 'luisteren' helpt automatisch om dat later zelf ook te kunnen. En 3. het helpt om later oprechte aandacht van psychopathische aandacht te kunnen onderscheiden. Kinderen met onveilige hechting lopen een verhoogd risico om in hun tiener- en twintigersjaren slachtoffer te worden van psychopaten of narcisten die luisterende aandacht 'imiteren' om daarmee iemand te kunnen manipuleren voor eigen doeleinden. Het kunnen onderscheiden van oprechte, zuivere aandacht en gevaarlijke, manipulatieve aandacht vervangt geen hechting, maar kan wel bijdragen aan het voorkomen van de meest ernstige gevolgen van onveilige hechting op latere leeftijd. Later misbruikt worden in de breedste zin van het woord is misschien wel één van de grootste risico's die een onveilig gehecht kind loopt. Gepubliceerd op LinkedIn |
Archieven
Oktober 2025
CategorieënAll Autisme Autonomie Big Five Borderline Chronisch Psychisch Lijden Diagnostiek Diagnostische Dwaling DSM V Empathie Evangelie Geloof Gevoeligheid Herkenning Hertraumatisering Informatie Voor Naasten Johnny Cash Langdurige Problematiek Levensfasen Liefdesverdriet Lijden Mentale Gezondheid Misdiagnose Muziek Onmogelijke Keuzes Persoonlijk Psychologie Psychopathologie Relationele Ontwrichting Songteksten Stress Therapeutische Klik Therapiematch Trauma Vriendschap Zelfreflectie |
Wil je meer weten over mijn werk als psycholoog, schrijver of muzikant? Kijk dan op één van mijn websites.
RSS Feed