Matthijs Goedegebuure
  • Home
  • Psycholoog
  • Schrijver
  • Schrijfatelier
  • Overzicht schrijfatelier
    • Overzicht
    • Songteksten
    • Persoonlijk
    • Psychologie
  • Muzikant
  • Contact
  • Home
  • Psycholoog
  • Schrijver
  • Schrijfatelier
  • Overzicht schrijfatelier
    • Overzicht
    • Songteksten
    • Persoonlijk
    • Psychologie
  • Muzikant
  • Contact
Search by typing & pressing enter

YOUR CART

6/8/2025 0 Opmerkingen

​Folsom Prison Blues

Afbeelding
Liner notes van Johnny Cash bij live album 'Johnny Cash at Folsom Prison' uit 1968 
Vertaling: Matthijs Goedegebuure 

Duizend jaar beschaving klettert aan diggelen met het dichtslaan van de celdeur achter je. Het leven buiten de cel, dat je net achter je hebt gelaten, is met één klap onwerkelijk geworden. Vanaf nu ga je je er steeds minder mee bezighouden dat het überhaupt bestaat. Alles wat je nog hebt in deze cel zijn je kale, dierlijke instincten.

Ik spreek deels uit ervaring. Ik heb achter de tralies gezeten. Soms vrijwillig, maar ook tegen wil en dank. Maar steeds opnieuw was er datzelfde diepe gevoel van verbondenheid met mijn medegevangenen.

Achter de tralies, buitengesloten van de maatschappij, word je heropgevoed, gecorrigeerd, geherprogrammeerd, herschoold in het leven zelf, zonder dat je deel uitmaakt van dat leven. Je bent het object geworden van een strak systeem van isolatie, straf, africhting, bijscholing en berisping. Alles bedoeld om jou berouw bij te brengen over je fouten. Om je nog eens goed duidelijk te maken wat je wel en niet hoort te doen daarbuiten, zodat je, als je ooit vrijkomt, als een 'gezuiverd' mens kunt terugkeren naar een wereld die geacht wordt jou te verwelkomen en te vergeven.

Kan dat werken??? ‘Natuurlijk niet’, zeg je. ‘Hoe zou zo'n marteling iemand ooit ten goede kunnen komen … ?’ Maar goed: waarom sluiten ze je anders op?

Je zit op je koude, stalen, harde bed en je kijkt hoe een kakkerlak onder het smerige toilet vandaan kruipt. Je doodt hem niet. Je voelt je jaloers worden als hij onder de celdeur door kruipt. Weg.

In de celgang hoor je een stalen deur opengaan, en dan met een dreun weer dichtslaan. Zoals iedere man die dit hoort, denk je steeds in een reflex: iemand komt me hier misschien weghalen. Maar je weet dat dat een illusie is.

Je telt de stalen spijlen van de deur zo vaak dat je jezelf erom begint te haten. Je grootste wapenfeit van de dag is een wiskundige conclusie. Daar ben je zeker van, van niets anders: er zijn negen verticale en zestien horizontale spijlen in je deur.

Verderop in de gang is er weer een deur die opent en sluit. Een cipier loopt voorbij zonder je zelfs maar aan te kijken. Hij verdwijnt weer achter een andere deur.

‘Die klootzak … ’

Je zou willen zeggen dat je ergens op wacht, maar er gebeurt nooit iets. Er is niets om naar uit te kijken. Niets.

Je sluit vriendschap in de gevangenis. Je wordt lid van een clubje dat geen enkel doel dient. Niemand is rijker of armer dan de ander. Rijkdom wordt hier afgemeten aan de hoeveelheid peuken die je hebt.

Jullie zijn allemaal hetzelfde kwijtgeraakt. Alles wat een man een man maakt. Een vrouw, geld, een gezin, een baan, de open weg, de stad, het land, ambitie, macht, succes, falen. En nog een miljoen dingen.

Rondom jouw cellenblok staat een muur. En om die muur nog een muur. Zeven meter hoog, en drie meter diep in de grond verzonken in beton. Je weet dat je hier bent om te blijven, en om een of andere reden wil je in leven blijven - en niet wegrotten.

Dus, zoals ik al vier keer eerder heb gedaan in Californië, bracht ik mijn muziek weer naar Folsom. Gevangenen vormen het mooiste publiek dat een artiest zich kan wensen. Wij brengen ze een straaltje zonlicht in hun donkere kerker, en ze schamen zich niet om te reageren, om hun dankbaarheid te uiten. Na zes jaar praten vond ik eindelijk de man die naar me wilde luisteren bij Columbia Records. Bob Johnston geloofde me toen ik zei dat een gevangenis de enige juiste plek zou zijn om een livealbum op te nemen.

Hier is het bewijs. Als je goed luistert naar dit album hoor je op de achtergrond het dichtslaan van deuren, het loeien van de fluit, het geschreeuw van mannen … zelfs het gelach van mannen die vergeten waren hoe dat moest.

Maar je voelt vooral de geladen sfeer; je hoort de ene puls van tweeduizend hartslagen, van mannen bij wie het hart eruit is gescheurd. Samen met hun verstand, hun zenuwen, en hun ziel.

Hoor het geluid van de mannen, de veroordeelden, allemaal broeders van mij. Samen maken we de Folsom Prison Blues.

- Johnny Cash
0 Opmerkingen

19/7/2025 0 Opmerkingen

Wanneer stilte een trigger is geworden ...

Afbeelding
Hoe overleef je een onmenselijk lange wachtstand? 

<Concept. Laatst bijgewerkt: 25-07, 15.45.>Sommigen onder ons zitten midden in een orkaan die niemand ziet. Misschien jij wel. Of een goede vriend van je. Er wordt niet geschreeuwd, er is geen zichtbare brand, maar er blijft juist iets helemaal stil. Onheilspellend stil. Ieder uur weer een uur langer. Geen nieuws. Geen teken van leven. Geen duidelijkheid. Geen antwoord. Stilte. Alleen maar stilte. Terwijl de klokt tikt. Uren. Dagen. Weken. Maanden. Jaren soms. Dat soort stilte is een kwelling voor je ziel. Een constante pijn in je hart.

Denk aan mensen die maanden of jarenlang wachten op een bericht van een geliefde. Aan de partner van iemand met een ernstige psychische of lichamelijke handicap, waardoor er op een bepaald gebied een pijnlijk gemis en een stilzwijgende, blijvende afstand is ontstaan. Aan de vader of moeder van een kind dat vermist is. Aan de oma wiens kleinzoon al een jaar lang gegijzeld is. Aan de man wiens vrouw al maanden in coma ligt. Aan de zus wiens tweelingbroer met de noorderzon vertrokken is. Aan de gijzelaar die al maanden niet weet of hij over een uur nog leeft. En hoe het ondertussen met zijn familie gaat. Aan de moeder wiens tienerdochter boos weggelopen is van huis en al maanden onbereikbaar is. Aan de moeder wiens kind uit huis geplaatst is en die een contactverbod heeft gekregen. Maar er zijn nog veel meer mensen die lijden onder stilte, eindeloos wachten of een onoverbrugbare afstand.

Als je daar iets van herkent, dan begrijp je wat ik bedoel: stilte is geen rust meer. En rust is geen stilte meer. De breuk heeft je gebroken en stilte is nu iets geworden dat je steeds verder breekt. Je herbeleeft de pijn en het verdriet van het laatste contact of het noodlottige bericht duizenden keren. Afleiding houdt je op de been. Even rusten is er niet meer bij, want rust confronteert je met die kwellende stilte die direct tot wanhoop, onrust en interne paniek leidt. Je hart bonkt door je lijf als je even ‘rustig’ gaat liggen. De doemscenario's over het lot van de ander gieren door je hoofd als je vijf minuten geen afleiding hebt. Wandelen door de natuur was ooit fijn en ontspannend, maar is nu een kwelling vanwege de emotionele pijn, het gemis, de bezorgdheid of het angstig dreigende gevoel dat het geeft. Je liefde en zorg voor de ander zoekt wanhopig iets om te doen, te zorgen, te helpen. Maar er is niets te doen dan de kwelling van de stilte zien te overleven. En maar blijven hopen op een teken van leven. Op een goed bericht. En niemand om je heen ziet het want je houdt je sterk. Dat is heel vervreemdend. Lonesome to the bone.

Hoe stilte of rust een trigger kon worden
Ons verstand wil dingen begrijpen, verklaren. Ons hart zoekt iets om te geloven. Onze geest zoekt een richting, een vuurtoren in de verte, iets van hoop. Maar als er geen informatie komt, geen antwoord, geen richting, dan gaat je geest 'tollen'. Als een kompas dat het magnetische noorden niet meer kan vinden. Het blijft draaien, zoeken. Het blijft scannen. Wat gaat er gebeuren? Hoe loopt dit af? Waarom niet ... ? Waar is … ? Hoe is het nu met ... ? Leeft hij nog? Leeft zij nog? En ondertussen ben je zelf nog steeds op de plek waar je was toen de klap kwam. Continu wakend. Ieder uur biddend. Wachtend. Wanhopig hopend. Scrollend op je mobiel naar een aanwijzing, een teken van leven of een lichtpuntje. Je mentale weerstand gaat steeds verder achteruit.
'De breuk heeft iets in me gebroken. Stilte en rust zijn voor mij vanaf dat moment triggers van angst, schuld, zorg, gemis en paniek geworden.'
Dit soort stilte heeft niets meer met rust te maken. Het is een angstig wachten dat je emotioneel volkomen uitput. Stilte zelf is traumatisch geworden. Waardoor elk moment in de dag van letterlijke stilte, een pauze, een wandelingetje of een powernap waar je vroeger van opknapte, nu juist een trigger is voor de (her)beleving van dit trauma. Je herbeleeft in elk stukje rust steeds het moment waarop het onheil onverwacht als een raket insloeg. En daarna werd het akelig stil. En het bleef stil. Je leven is vanaf dat moment niet meer hetzelfde.

Hoe blijf je dan heel?
Dat is een heel lastige vraag waar geen eenduidig antwoord op te geven is. In ieder geval niet door de impact die het verlies, de breuk of de stilte op je heeft weg te 'relativeren'. En ook niet door je laten te verdrinken in de hoge golven van wanhoop. Misschien door te proberen zachtjes, stap voor stap, een beetje bedding te maken of houden voor jezelf. Hieronder deel ik wat mij en anderen soms helpt in die stille, onzichtbare crises.

1. Geef de akelige stilte een passende naam
Zeg eerlijk tegen jezelf: “Stilte is voor mij geen stilte meer. Stilte is geen rust meer. Stilte is een akelige, kwellende trigger van paniek geworden en zo zal ik er vanaf nu mee om moeten gaan.” Erkennen dat iets een kwelling of een trigger is, helpt je zenuwstelsel meer dan je denkt. Je hoeft het niet af te zwakken of minder erg te maken. De kwelling mag (of moet misschien wel) een naam krijgen. Het 'moet mogen bestaan'. Je leest niet veel over stilte of rust als 'trigger'; overal lees je juist over het belang van stilte en hoe helpend stilte zou moeten zijn. Maar er zijn inmiddels, zowel door ervaring als ook wetenschappelijk gezien, voldoende aanwijzingen dat stilte juist ook een trigger van pijn, paniek en herbelevingen kan zijn. Bij deze de erkenning dat je niet gek bent als stilte niet helpend, maar juist ondraaglijk is geworden. Je bent niet de enige die hier alleen mee is …

2. Focus je een paar keer per dag heel bewust
Je kunt niet 24 uur per dag in de half bewuste, angstige of passieve wachtstand staan. Dat zuigt je leeg. Wat misschien helpt: kies twee vaste momenten op de dag waarop je juist heel bewust 'actief' stilstaat of afdaalt in het wachten, in de pijn. Je doet er dan zelf bewust iets mee in plaats van dat het alleen maar iets met jou doet. Bijvoorbeeld: elke ochtend om 10.00 uur en elke avond om 20.30 uur maak je tijd. Steek misschien een kaarsje aan. Of werk dan aan een schilderij, een tekst, een artikel (zoals dit), een lied of een brief. Het klinkt zo cliché, maar helpt soms meer dan je zou denken. Bid op vaste tijden heel gericht voor hem, haar of hen; laat je daarbij leiden door wat je die ander nu toewenst. Denk juist bewust aan degene op wie je al zo lang in spanning wacht. Zodat je geest het daarna misschien weer een poosje los kan laten. Je kunt niet iets loslaten voor je het eerst heel bewust beetpakt. En je kunt niet zomaar iets loslaten dat niet goed afgesloten is.

3. Geef uitdrukking aan je dankbaarheid en je liefde
Als je iemand mist maar niets hoort doet dat pijn in je ziel. Dat vreet aan je. Het triggert in je brein dezelfde gebieden die ook actief worden bij fysieke pijn. Schrijf een brief. Zeg vanuit je hart wat je zou willen zeggen. Waar je diegene dankbaar voor bent. Of misschien wel waar je spijt van hebt. Of schrijf over je pijn. Fluister het. Of zing het. Of teken het. Niet om er perse controle over te krijgen, maar om te kunnen bestaan met wat je voelt, herinnert, weet, koestert en gelooft. Ook al sta je daar volkomen alleen in. Juist dan is dit zo belangrijk.
'Je bent niet de enige die hier alleen mee is ... '
4. Zoek helpend geluid in plaats van kwellende stilte
Als stilte je overspoelt met onrust, vul haar dan soms met iets zachts. Met rustige muziek als dat helpt. Met een gesproken tekst. De stem van de Bijbel-app. Een psalm. Een stem die je aandacht even naar iets anders 'draagt'. Of je helpt uit te zoomen op het leven. Soms helpt het om elke dag naar hetzelfde lied, dezelfde componist, dezelfde zangeres te luisteren, of een podcast van dezelfde persoon. Het is een soort anker. Een beetje herkenbare houvast in de chaos.

5. Ga staan op wat je gelooft
Naast het zachte voor je kwetsbare kant, heb je ook steeds opnieuw de kracht van je diepste overtuigingen nodig voor je sterke kant. Wat geloof je nog steeds? Waar ben je ondanks alles nog steeds van overtuigd? Waar brult de sterke leeuw in jezelf? Wat zegt die? Waar ben je misschien verontwaardigd of boos over? Geef ook je overtuiging een stem. Misschien wel als je alleen in de auto zit en je met een soort ‘autoriteit’ iets kan zingen, bidden, roepen of zeggen waar je ondanks alles nog steeds van overtuigd bent. Of schrijf zelf een inspirerend Facebook bericht over wat je ook nu gelooft. Daar zit kracht in! Pak een stok en sla hem kapot op de grond. Voel de kracht die je gegeven is! Je gelooft nog ergens in, ondanks alles!

6. Je mag afleiding zoeken en de ander even 'vergeten'
Je hoeft niet constant je mail, social media of het nieuws in de gaten te houden, al zul je geneigd zijn dat steeds te doen. Je hoeft niet elke minuut aan die ander te denken. Je mag ook gewoon even thee drinken met een YouTube filmpje om de stiltetriggers te voorkomen. Of buiten lopen terwijl je iemand even belt voor een praatje of afleiding. Of lachen om een mop of een komiek. Of een spelletje doen. Dat maakt je niet ontrouw. Het is geen 'verraad'. Dat maakt je mens.

Tot slot
Je hebt niet gekozen voor de situatie waarin je zit. En ook niet voor hoe je binnenwereld nu reageert op stilte. Maar je kunt wél kiezen hoe je je eigen binnenwereld vormgeeft. Durf dat op jouw manier. Niet om alles te fixen. Maar om overeind te blijven, juist nu. "Ik weet niet hoe dit afloopt. Maar ik blijf vanuit liefde reageren. Ik wil een gevend mens blijven. Aan de ander. Aan mezelf. Aan het leven. Aan Hem die mij eerst liefhad."

Misschien is dat genoeg voor vandaag.
0 Opmerkingen

18/7/2025 0 Opmerkingen

Stilte als trigger bij PTSS: een analyse

1. Achtergrond: PTSS en traumagekoppelde triggers 
Posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontstaat na een ingrijpende gebeurtenis waarin iemand intense angst, hulpeloosheid of afschuw ervaart. Bekende triggers zijn beelden, geuren, geluiden of situaties die aan het trauma herinneren.

Maar: niet elke trigger is ‘hard’. Soms zijn het juist afwezigheden – zoals stilte, leegte, alleen-zijn – die het zenuwstelsel activeren. Dat is minder zichtbaar, maar minstens zo ontwrichtend.

2. Wat is een trigger eigenlijk – en hoe werkt het?
Een trigger is een prikkel (intern of extern) die het brein associeert met dreiging. Bij PTSS is het geheugen zó overgevoelig geworden voor gevaar, dat ook onschuldige signalen (zoals stilte) een alarmsignaal kunnen worden.

De amygdala speelt hierin een centrale rol: het scant voortdurend op gevaar. Bij PTSS is deze amygdala hyperactief, terwijl de prefrontale cortex – die normaal nuance aanbrengt – minder goed remt.

3. Waarom kan stilte een trigger zijn?
Stilte is op zichzelf geen dreiging, maar in bepaalde contexten symboliseert het iets voor iemand met trauma. Meerdere mechanismen kunnen een rol spelen:

A. Conditionering: “De stilte vóór de klap”
Veel mensen met trauma herinneren zich dat voordat het misging, er een moment van doodse stilte was. Of juist nadat het trauma plaatsvond. Denk aan:
  • Een ruzie die plots stilvalt vóór fysiek geweld
  • Het wachten op slecht nieuws
  • De spanning in een gijzeling of oorlogssituatie
  • De verlammende stilte na een verkrachting of ongeval

Het brein koppelt die stilte aan dreiging. Dus zelfs jaren later kan een vergelijkbare stilte dezelfde alarmreactie opwekken. 

B. Onvoorspelbaarheid en controleverlies
Stilte = gebrek aan informatie.
Mensen met PTSS hebben vaak een intense behoefte aan controle, omdat hun ervaring er één was van machteloosheid.
In stilte is er geen input, dus ook geen mogelijkheid om gevaar te voorspellen. Dit versterkt het gevoel van onveiligheid.

C. Hyperarousal + introspectie = explosief
Bij PTSS is het autonome zenuwstelsel overactief.
In stilte is er minder afleiding van binnenwereld (gedachten, beelden, gevoelens).
De persoon ‘valt naar binnen’ en kan overspoeld raken door flashbacks, angst, dissociatie of ruminatie. De stilte fungeert dan als een versterker van de interne storm.

D. Ambigue verlies en onvoltooid rouwproces
Bij mensen die iemand missen zonder duidelijkheid (zoals bij vermissing of langdurig geen contact) wordt stilte een symbool van het niet-weten, van onmacht.
Boss (1999) noemt dit “ambiguous loss” – een verlies zonder slot, zonder ritueel. De stilte bevestigt de open wond, en triggert telkens opnieuw het brein om “het gat te dichten”.

4. Empirische bevindingen: wat zegt de wetenschap?
Er is geen overvloed aan studies die expliciet “stilte” als trigger onderzoeken, maar verschillende onderzoeksvelden bevestigen de plausibiliteit:

a. Neurobiologie van trauma
Studies (Rauch et al., 2006; van der Kolk, 2014) laten zien dat traumatische herinneringen niet alleen expliciet, maar ook impliciet en zintuiglijk zijn opgeslagen. Dus zelfs niet-zichtbare of niet-woordenrijke stimuli (zoals sfeer of geluid) kunnen triggers zijn.

Sensorimotor Psychotherapy (Ogden & Fisher, 2015) werkt expliciet met het idee dat omgevingssignalen onbewust trauma kunnen reactiveren.

b. Ambigue verlies en chronische onzekerheid
Pauline Boss (1999, 2006) beschrijft hoe het ontbreken van informatie (stilte, wachten) psychisch slopend is en PTSS-symptomen kan veroorzaken of verergeren.

Onderzoek naar familieleden van vermisten (Kristensen et al., 2012) toont verhoogde PTSS-scores, met stilte en onzekerheid als directe stressoren.

c. Stilte in therapeutische contexten
Ironisch genoeg kan ook stilte in therapie onveilig aanvoelen voor mensen met PTSS (Ladany et al., 2004). Stiltes die voor sommigen rustgevend zijn, kunnen voor getraumatiseerde cliënten voelen als afwijzing, verlating of verlies van controle.

Sommige therapievormen (bijv. ACT of mindfulness) passen hier hun interventies op aan, door stilte voorzichtig op te bouwen of te vervangen door geleide aandachtsoefeningen.

5. Wat betekent dit voor begeleiding en therapie?
Stilte is niet neutraal. Vraag expliciet na of stilte voor de cliënt prettig is.

Als stilte een trigger is, werk dan met ritme, klank, voorspelbaarheid:
  • Geleide meditaties i.p.v. stille mindfulness
  • Muziek, zachte herhaling, rituelen
  • Een vaste structuur voor wachttijd en contactmomenten
  • Bouw tolerantie op voor stilte geleidelijk – via veilige ervaringen, co-regulatie, en betekenisvolle kaders.
  • Bespreek openlijk wat “de stilte” voor de cliënt betekent. Dit helpt om de impliciete angst expliciet te maken.

Conclusie
Stilte kan bij PTSS een krachtige trigger zijn. Niet omdat er iets gebeurt, maar juist omdat er niets gebeurt – en dat niets voelt als gevaar. Door trauma-opslag in het lichaam en het brein kan stilte symbool staan voor onveiligheid, verlamming, verlies of onmacht.

Zorgvuldige begeleiding vraagt om erkenning van deze dynamiek. Niet elke cliënt vindt rust in stilte. Soms begint heling juist bij klank, ritme, woorden en verbondenheid.
0 Opmerkingen

12/3/2025 0 Opmerkingen

​Waarom het zo vaak misgaat als we op een goede manier uit elkaar willen gaan

Afbeelding
<In bewerking> "We willen er op een goede manier uitkomen." Een zin die je vaak hoort bij echtscheidingen, verstoorde werkrelaties of visiescheuringen binnen kerken. En meestal wordt het oprecht uitgesproken. De intentie is goed. De wil is er. Toch zie je het steeds weer: het ontaardt. Er ontstaat strijd, wantrouwen, kampvorming. Advocaten worden ingeschakeld, harten raken verhard, relaties verbranden. Waarom gebeurt dat zo vaak? Hoe kan een oprechte goede intentie zo veranderen in diepe pijn aan twee kanten?

In dit artikel verken ik een paar psychologische inzichten, filosofische gedachten en iets uit de Bijbel. Niet om een pasklaar antwoord te geven, maar als een poging beter te begrijpen wat er gebeurt in onszelf en in de ander wanneer 'samen eruit komen' verandert in 'tegenover elkaar staan'. En ook niet omdat ik denk dat ik het weet of het wel zou kunnen. Ik schrijf dit met een eerlijke blik op mezelf die me direct al duidelijk maakt dat ik niet eens in staat ben een eerlijke blik op mezelf te werpen. Zeker niet als pijn me overspoelt.

De psychologie van de escalatie
Onze hersenen raken bij conflicten meer gericht op overleving dan op het stichten van vrede. In conflict raken onze diepere, meer primitieve breinlagen actief: het limbisch systeem, de amygdala. Angst, woede en wantrouwen nemen stap voor stap het stuur over van ons rationele denken. Terwijl we met onze mond vrede zoeken, staat ons lijf al in de vechtstand.

Daar komt bij dat we onszelf allemaal graag als redelijk, loyaal en rechtvaardig zien. Als het misloopt, ontstaat er cognitieve dissonantie: een pijnlijk, onverdraaglijk verschil tussen wie we willen zijn en wie we geworden zijn. Maar ook tussen hoe we gezien willen worden en hoe we gezien worden. Om die spanning te verminderen, vervormen we (vaak onbewust) ons eigen beeld van de situatie:
​ 
  • “Ik ben al zo lang de redelijke geweest; er is een keer een grens.”
  • “De ander laat mij geen keus meer; ik moet het nu harder gaan spelen.”
  • “Dit doe ik niet voor mezelf, maar voor de kinderen/het team/de gemeente.”

Wat als samenwerking begon, verandert langzaam in een strijd om het narratief. En waar het narratief de strijd wordt, sneuvelen liefde en eerlijkheid al snel. Ook bij onszelf. We signaleren dit echter vooral bij de ander en minder bij onszelf.

Psycholoog Friedrich Glasl beschreef hoe conflicten escaleren in fases. Eerst is er verschil van inzicht, dan toenemende polarisatie, en uiteindelijk vernietigingsdrang. Vertrouwen verdwijnt, communicatie verandert in strategie, en het oorspronkelijke doel – een goede afronding – raakt volledig ondergesneeuwd.

Waar eerst een gezamenlijke werkelijkheid bestond, ontstaan langzaam aan meerdere werkelijkheden. Die werkelijkheden worden in eerste instantie nog gebaseerd op waarneembare feiten en de gedeelde (goede) geschiedenis, maar naarmate het conflict escaleert voor een steeds groter deel uit (onbewuste) aannames en een andere, nieuwe blik op de geschiedenis. Door 'confirmation bias' en 'cognitieve dissonantie' zien we snel 'bewijzen' voor deze aannames en negeren we onbewust de aanwijzingen die niet kloppen met onze aannames. Dit kan griezelige vormen aannemen: we lezen dezelfde apps of mails die we voor het conflict nog als verbindend en goedaardig beleefden, maar het voelt alsof nu 'onze ogen open zijn gegaan' en we de kwaadaardigheid in diezelfde teksten lezen. We gaan het zien als mooie woorden met een duistere manipulatieve kracht daaronder. We worden in deze nieuwe werkelijkheid bevestigd door nieuwe mensen om ons heen die geen geschiedenis of band met de andere 'partij' hebben. Of zelfs financiële, juridische of vergeldende belangen hebben bij de ontwikkeling van deze nieuwe pijnlijke werkelijkheid. Het gaat polariseren.

In relationele systemen, zoals gezinnen of geloofsgemeenschappen, is het soms nog complexer. Er zijn verborgen loyaliteiten, triangulaties, onderstromen. Wie blijft loyaal aan wie? Wie spreekt zich uit, wie zwijgt? Wie kiest partij, wie wordt gemeden? Het conflict krijgt een eigen leven en raakt steeds meer los van de inhoud. Soms lijkt het wel alsof het 'systeem' zelf niet toelaat dat er vrede komt. Het verzet zich er bijna tegen.

Een observatie uit mijn praktijk: tijdens conflicten vallen ook persoonlijkheidsverschillen extra op, met name rond het domein altruïsme. Mensen die hoog scoren op altruïsme hebben vaak een diepgewortelde behoefte aan harmonie en zijn bereid om zichzelf weg te cijferen om de sfeer en de relatie goed te houden. Ze zijn soms zelfs bereid om een stuk onrechtvaardigheid te verdragen. Maar juist daardoor voelen ze het als extra schrijnend en pijnlijk wanneer de ander de harmonie, de band of de vriendschap doorbreekt. Voor de één voelt het als zelfbehoud; voor de ander als verraad. Dat verschil in beleving verdiept de kloof.

Tegelijkertijd voelen mensen die lager scoren op altruïsme vaak een sterke loyaliteit aan wat zij als waarheid zien. Hun pijn zit minder in de disharmonie en meer in het gevoel dat de ander de waarheid verdraait of manipuleert. Dan gaan ze vechten – voor duidelijkheid, recht, transparantie. Maar dat gevecht wordt door de hoogscoorders op altruïsme vaak ervaren als kilheid of agressie, wat hun liefde voor harmonie pijnlijk raakt.

Bij conflicten tussen hoogscoorders op altruïsme ontstaan diepe wonden, juist omdat ze jarenlang veel herkenning en verbondenheid hebben ervaren. Het conflict ontstaat bij hen vaak niet in de relatie zelf, maar wanneer de relatie met de één niet meer te verenigen is met de relatie met een ander. Wanneer zo’n relatie breekt, voelt het als een 'ontrouw' aan iets dat heilig, goed en helpend voor hen was en is. Hoe langer de band goed was, hoe dieper de pijn van de breuk. En hoe groter de pijn, hoe groter de kans op verbittering. Dat maakt het afscheid niet alleen verdrietig, maar ook existentieel verwarrend omdat verbittering haaks staat op altruïsme. We raken iets moois, iets puurs wat ons kenmerkte kwijt. Er sterft iets in ons.

Wanneer gaat het echt mis
Vanaf het moment dat er advocaten of onderzoekers bij het conflict betrokken worden, polariseert de situatie rap verder. Het relationele probleem wordt nu een juridisch conflict. Hierdoor ontstaan direct aan beide kanten andere belangen: wie heeft gelijk? Deze belangen komen verder tegenover elkaar te staan in een juridische context. De focus komt nu op feiten te liggen en niet meer op beleving of herstel. En: de communicatie wordt daardoor per definitie vervreemdend. We krijgen via verslagen van een advocaat of onderzoeker woorden en uitspraken tot ons die niet rechtstreeks van de ander komen, maar door de advocaat of onderzoeker zijn geformuleerd. Het roept pijn en verontwaardiging op: 'Hoe bestaat het dat hij dit heeft gezegd!',  'Dat is dus hoe ze achter mijn rug om over mij praat!'.

De werkelijkheid is vrijwel altijd dat het niet letterlijk zo gezegd is, maar het is formele of juridische taal van de advocaat of de onderzoeker die soms dingen juist 'uit elkaar moet trekken' in de zoektocht naar feiten in plaats van 'verbinden'. De conclusies in het rapport zijn soms slechts gebaseerd op gesloten vragen die de ander met ja of nee moest antwoorden. Daar is een verhaal van gemaakt dat overeenkomsten en verschillen tussen partijen zo helder mogelijk in kaart brengt om het conflict, de klacht of beschuldiging helder neer te zetten. Dat is immers de reden waarom er een advocaat of onderzoeker bij betrokken is en niet een mediator of relatietherapeut.

Gevolg is echter dat we via via een verhaal te lezen krijgen dat per definitie heel vervreemdend is ('Nu gaan mijn ogen open, het is nog veel erger dan ik dacht') en heel erg pijnlijk ('Ik heb me nog nooit zo verraden gevoeld'). We praten niet meer met elkaar maar met een juridiserende tussenpartij. De emoties worden daar niet minder door geraakt. Eerder meer. Het voelt al lezend alsof de ander die bewuste ene zin of dat ene woord uit het verslag letterlijk zo heeft gezegd. Dat is zout in de wond. 'Ik vertrouwde hem volledig. En nu zegt hij dit blijkbaar ... hoe komt hij daarbij? Waar is 'ie op uit? '. Dit leidt meestal tot verdergaande hertraumatisering. Het ondermijnt ons vertrouwen in de ander, in het systeem en ook in onszelf. 'Hoe kan het dat ik dit niet eerder zag?'.

Er is in dit stadium een wonder, heel veel zelfreflectie en eerlijke kwetsbare gesprekken met elkaar onder leiding een wijze, liefdevolle onpartijdige derde nodig om hier nog uit te komen. Dan kunnen er mogelijk stappen gezet worden voor erkenning, belijdenis en misschien vergeving. De kans daarop wordt menselijkerwijs gesproken in dit stadium heel erg klein.

Vervolgens gaat de hierboven beschreven confirmation bias en cognitieve dissonantie zich versterken en zo ontstaat een neerwaarts spiraal waarin de ander steeds meer de onbegrijpelijke kwaadaardige vijand wordt en de verblindende pijn in ons eigen hart steeds groter.

Het is voor mij persoonlijk de meest trieste, hartverscheurende en verdrietige situatie waarin we terecht kunnen komen. Mensen die het dwars door alle ups en downs jarenlang goed met elkaar hebben gehad, worden zwaar verwond uit elkaar gedreven. Zelfs de beste, mooiste perioden van je geschiedenis kunnen door pijn en nieuwe belangen ingekleurd herschreven worden tot er niets goeds meer over is. Wat veilig was is griezelig gemaakt. Polarisatie en hertraumatisering door indirecte communicatie (via een ander) behoren misschien wel tot de meest ontwrichtende krachten die er bestaan ... 

De tragiek van de menselijke conditie
Filosofen als Aristoteles, Kierkegaard en Levinas geven woorden aan de diepte van deze tragiek. Aristoteles zag de mens als een sociaal wezen dat streeft naar het goede, maar ook vatbaar is voor zelfbedrog. Kierkegaard sprak over de innerlijke verdeeldheid van de mens die geconfronteerd wordt met de ander, en daarin zijn onvolmaaktheid niet kan verdragen. Levinas riep ons op om het gelaat van de ander werkelijk te zien – als mens, niet als tegenstander of obstakel.

Maar precies dat zien we in conflicten vaak niet meer. De ander wordt gereduceerd tot een rol: dader, obstakel, vijand, verrader. Daarmee verliezen we onze ethiek. Niet omdat we zo slecht zijn, maar omdat we het niet meer uithouden om werkelijk te blijven zien. Want dat doet pijn. Het vraagt zelfverlies. En dat is immens beangstigend.

Foucault zou zeggen: zelfs de taal van 'er goed uitkomen' kan een vorm van macht zijn. Wie bepaalt wat ‘goed’ is? Wie mag het verhaal vertellen? Autonomie en waardigheid spelen hier een grote rol. Zodra we ons miskend voelen, komt iets in ons in verzet – zelfs als dat irrationeel of onterecht is. Vrede vraagt meer dan overeenstemming; het vraagt gelijkwaardigheid en wederzijdse erkenning. En dat is zeldzaam.

De geestelijke laag: vlees en Geest
De Bijbel is realistisch over conflicten de gevolgen daarvan. In Genesis 3 al schuift Adam de schuld op Eva. Paulus en Barnabas gaan uit elkaar na een heftige woordenwisseling. De brieven van Paulus zitten vol oproepen tot verzoening, juist omdat het blijkbaar niet vanzelf gaat.

Volgens Galaten 5 is er een strijd gaande in elk mens: tussen het vlees (ego, zelfhandhaving, trots, zelfrechtvaardiging) en de Geest (naastenliefde, zachtmoedigheid, vergeving, zelfverloochening). Die strijd speelt zich niet alleen af in individuele zielen, maar ook in relaties. Je ziet het gebeuren: mensen die ooit verbonden waren, raken verstrikt in verwijt, zelfrechtvaardiging, afstand. Het vlees wordt actief. De Geest trekt zich terug. Wie durft te zeggen dat hij daar immuun voor is? Wie denkt er niet verblind te kunnen worden door pijn?

Vergeving is in de christelijke traditie geen zwakte, maar radicale kracht. Het is niet het ontkennen van onrecht, maar het weigeren om wrok te laten regeren. Het is het risico nemen dat de ander je niet begrijpt of niet terugvergeeft – en toch loslaten. Maar dat is zeldzaam. En pijnlijk. Want vergeving kost altijd iets. Het is geen gevoel, maar een daad van overgave.

Verbittering is het eindstation waar de duisternis ons naar toe wil voeren. Waarom? Omdat verbittering een toestand is die voor Satan zelf eeuwig is geworden. Een eindtoestand. Daar wil hij zoveel mogelijk levende zielen in meetrekken. Misschien is het afwijzen van verbittering wel één van de grootste of laatste gevechten waar we in dit tijdelijke leven voor staan. In de eeuwigheid is er geen tijd meer. Er kunnen daar geen dingen meer hersteld worden. Wat zwart is, blijft zwart en wat wit is, blijft wit. Wat goed is en was blijft goed. Wat verbitterd is en was blijft verbitterd. In dit tijdelijke leven kan zwart nog wit worden. Maar wit kan ook zwart worden. En blijven. Liefde kan verbittering worden. Maar verbittering kan ook door liefde overwonnen worden.

Waarom het zo vaak misgaat
Het is geen cynisme om te zeggen dat het helaas vaak misgaat als mensen op een goede manier uit elkaar willen. Het is realisme. Want:

  • Onze hersenen kiezen eerder voor zelfbescherming dan verbinding.
  • Conflicten ontregelen ons beoordelingsvermogen.
  • Systemen hebben hun eigen logica en loyaliteiten.
  • We komen in verschillende werkelijkheden terecht.
  • Ons brein zoekt en ziet bewijzen voor onze aannames en negeert contradicties.
  • We verliezen het gelaat van de ander uit het oog (Levinas).
  • We willen controle houden over het narratief.
  • Verschillen in altruïsme leiden tot een verschillende morele beleving van het conflict.
  • Emotionele conflicten polariseren door juridisering
  • Er ontstaat aan beide kanten hertraumatisering
  • De geestelijke strijd is reëel en vraagt een andere bron dan ons eigen gelijk.

Toch is er hoop. Want juist als we dit weten, kunnen we naar het goede zoeken. Niet naïef, maar helder. We kunnen mensen er bij betrekken die de vrede durven zoeken en dienen, ook als dat onhandig, pijnlijk of langzaam gaat. We kunnen oefenen in luisteren, loslaten en liefhebben zonder gewin. We kunnen weigeren om bitterheid te drinken.

En bovenal: we kunnen ons openen voor de genade en liefde van Jezus. Want waar het vlees regeert kan alleen de Geest weer leven brengen. Ook tussen mensen die elkaar kwijtraakten.

En voor iedereen die mij echt kent en dit leest en zich afvraagt waar ik het lef vandaan haal dit te schrijven: dat is een terechte vraag. Ik hoop maar dat ik het lef niet haal uit zelfrechtvaardiging. Maar ik durf dat niet met zekerheid te zeggen want de Bijbel zegt me dat mijn hart arglistig is. Ik hoop en bid dat het uit liefde is en niet uit pijn, vergeldingsdrang of zelfrechtvaardiging. Maar die twee kunnen enorm verstrikt raken. Pijn kan de zuiverheid van liefde ondermijnen. En liefde kan je blind maken voor pijn. Het zal in de eeuwigheid blijken.

Geef mij een zuiver, oprecht hart Heer. Herstel de vreugde over Uw heilsplan. Maak mijn diepste innerlijk standvastig daarin. Open mijn ogen voor mijn eigen fouten en voor het hart en het gelaat van de ander.
0 Opmerkingen

18/2/2025 0 Opmerkingen

Secundaire traumatisering bij zorgverleners

<Concept. In bewerking.>
​
Inleiding 
Zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg en maatschappelijke dienstverlening worden regelmatig geconfronteerd met schrijnende levensverhalen, gedetailleerde beschrijvingen van ernstige trauma's, diepe eenzaamheid of langdurig uitzichtloos psychisch lijden. Herhaaldelijke en langdurige blootstelling aan deze traumatische verhalen kan diepgaande psychische en existentiële effecten hebben op de zorgverlener zelf. Dit fenomeen staat bekend als secundaire traumatisering, al zijn er meerdere begrippen in omloop. In dit overzicht verken ik de verschillende vormen van deze belasting, wat de wetenschap hierover zegt, hoe systeemdruk zoals toezicht en tuchtzaken hierop inwerkt, en welke lacunes er nog zijn in kennis en beleid.

Begrippen en definities
Er zijn verschillende termen die in de literatuur worden gebruikt om aan te geven hoe zorgverleners kunnen (mee)lijden onder de trauma’s van hun cliënten:

Secondary Traumatic Stress (STS)
Dit verwijst naar symptomen die lijken op posttraumatische stress, zoals herbelevingen, vermijdingsgedrag, verhoogde waakzaamheid en paniekaanvallen bij triggers. Deze ontstaan niet door directe blootstelling aan een traumatische gebeurtenis, maar door het horen of zien van de gevolgen ervan bij anderen. Zorgverleners met een extra inlevings- en voorstellingsvermogen (vaak gezien als de meest betrokken en begaafde hulpverleners) lopen een groter risico STS te ontwikkelen in hun werk.

Vicarious Trauma (VT)
Bij deze vorm gaat het niet om acute symptomen, maar om een meer geleidelijke verandering in het wereldbeeld, zelfbeeld, toekomstbeeld en het vertrouwen van de zorgverlener. Deze verandering ontstaat door langdurige blootstelling (soms tientallen jaren) aan traumatische verhalen en het intense empathische proces dat hiermee gepaard gaat. Wantrouwen, verbittering en cynisme kunnen hier bij horen. Traumatherapeuten, begeleiders van mensen met complexe of langdurige PTSS en hulpverleners in de jeugdzorg zoals gezinshuisouders lopen een groter risico VT te ontwikkelen. Dit kan hand in gaan met extra ontwikkelde affectieve (i.t.t. cognitieve) empathische vermogens.

Compassion Fatigue (CF)
Compassion fatigue is een bredere term die zowel STS als burn-out kan omvatten. Het verwijst naar de uitputting van het empathisch vermogen als gevolg van langdurige zorg voor mensen die lijden. Zorgverleners raken dan overspoeld door het leed van mensen en verliezen het vermogen om nabij en betrokken te blijven. Of verliezen juist het vermogen om een helpende emotionele afstand te bewaren.

Burn-out
Hoewel vaak in één adem genoemd met bovenstaande begrippen, heeft burn-out een andere oorsprong. Burn-out ontstaat door chronische werkstress, vaak veroorzaakt door een hoge werkdruk, gebrek aan autonomie of waardering en onvoldoende herstelmomenten.

Countertransference
In psychodynamische termen spreekt men van tegenoverdracht: gevoelens van de hulpverlener die worden opgeroepen door de cliënt en diens problematiek. Deze gevoelens kunnen resoneren met onverwerkt eigen trauma, wat de hulpverlener extra kwetsbaar maakt.

Gevolgen voor de hulpverlener
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat zorgverleners die regelmatig worden geconfronteerd met traumaverhalen risico lopen op:

  • Intrusieve beelden of dromen over de verhalen van cliënten
  • Cynisme of emotionele afstand als overlevingsstrategie
  • Verlies van zingeving of vertrouwen in de mensheid
  • Heractivatie van eigen (oude) trauma’s
  • Overmatige betrokkenheid of reddergedrag, met uitputting tot gevolg
  • Tijdrovend perfectionisme in zorgcontacten of in zorgadministratie
  • Verhoogde waakzaamheid en stress in relatie tot risico’s op klachten of sancties
  • Suïcidale gedachten of suïcidepogingen

Hulpverleners die zelf traumatische ervaringen hebben, blijken extra kwetsbaar voor het ontwikkelen van STS en VT. Tegelijkertijd kan deze ervaring ook bijdragen aan meer empathie en begrip, mits er voldoende zelfzorg en ondersteuning aanwezig is.

De rol van toezicht en tuchtzaken
Naast de emotionele belasting door het werk zelf, ervaren veel zorgverleners ook stress door externe druk en de toenemende polarisatie, agressie en juridisering van relationele problemen. Het grote schrikbeeld van veel hulpverleners is een melding door ontevreden familieleden van je cliënt bij de inspectie of het tuchtcollege. Instanties die niet je empathie, je inzet, je betrokkenheid, je intenties, je naastenliefde of eventuele secundaire trauma’s onderzoeken, maar door een primair juridische bril naar je acties en je dossier kijken.

De meeste mensen zijn het erover eens dat controlerende instanties en tuchtcolleges goed en nodig zijn. Maar er zit er ook een keerzijde aan. Iedereen in de zorg kent voorbeelden van gewaardeerde collega’s die na een ‘klacht’ of een ‘zaak’ geknakt zijn. De combinatie van een melding en een tuchtzaak kan meerdere jaren duren en is emotioneel uitputtend door de combinatie van schuld, zelfverwijt, schaamte, bezorgdheid over de betreffende cliënt, zorg over de gevolgen voor collega's, familie, inkomen, jarenlange onduidelijkheid over maatregelen, openbaarmaking, etc. Ze slapen sinds de melding of tuchtzaak niet meer zonder pillen, slikken zelf regelmatig oxazepam om hun paniek te onderdrukken, moeten zelf in therapie of zijn noodgedwongen minder gaan werken of arbeidsongeschikt geraakt. Of durven uit schuldgevoel over hun fout niet meer te werken. Om niet te spreken over collega’s die met naam en toenaam in de media zijn gekomen. Verhalen van of over collega’s die tijdens of na een tuchtzaak hun baan, gezin en reputatie verloren kunnen bij zorgverleners ook tot secundaire traumatisering leiden. Ook voor degenen die gedurende dit proces naast hun collega staan heeft dit grote impact en leidt niet zelden tot een risicomijdende stijl van werken.

De angst voor controle, afrekening en tucht kan zo groot worden dat zorgverleners cliënten met complexe problematiek (waarbij het risico op een fout of een klacht groter is) maar liever snel doorverwijzen. Of zich krampachtig aan het protocol vasthouden waardoor de belangrijke relationele kant van therapie niet goed ontwikkelt.

De beangstigende verhalen over inspectie, maatregelen, tuchtrecht en klachtencommissies vergroten een gevoel van onveiligheid, angst en de ervaren werkdruk, vooral wanneer deze systemen als onveilig, hard of willekeurig worden ervaren.

Zorgverleners kunnen hierdoor:

  • Meer gericht raken op zelfbescherming dan op het welzijn van de cliënt
  • Of juist te veel gericht raken op het welzijn van de cliënt en te weinig op zelfbescherming
  • Minder open zijn over fouten of twijfels
  • Hun vertrouwen in de GGZ of controlerende instanties verliezen
  • Hun vertrouwen in cliënten verliezen
  • Bezorgd of angstig worden voor de gevolgen voor een kwetsbare cliënt van een fout, een klacht, een melding of tuchtzaak
  • Zich terughoudend opstellen in het contact uit angst voor grensoverschrijding
  • Of juist hun cliënt uit angst en medelijden te veel herkenning willen bieden
  • Te meegaand en pleasend worden in het contact met cliënten
  • Verstrikt raken in administratieve verplichtingen die ten koste gaan van relationeel werk
  • Writers-block krijgen in de verslaglegging uit angst voor verkeerde interpretatie van hun dossier

Deze factoren versterken elkaar: wie al onder druk staat door secundaire traumatisering, raakt extra kwetsbaar door de angst voor een klacht of controle. Dit kan leiden tot perfectionisme, angstgedreven handelen, angst voor crises of suïcides en emotionele uitputting in het werk.

Andere factoren die kunnen bijdragen aan secundaire traumatisering zijn o.a.: publiek opinie over de (jeugd)zorg, moral injury (protocollen of werkwijzen moeten toepassen die indruisen tegen je intuïtie en je geweten), onderbezetting, ziekteverzuim van collega's, hoge caseload, sterk verantwoordelijkheidsgevoel, professionalisering waardoor kwetsbare gevoelens van zorgverleners uit beeld raken, te jong in een regiebehandelaarsrol komen en reorganisaties in de GGZ waardoor bepaalde doelgroepen in de knel komen.

Wat is nog onvoldoende bekend?
Ondanks groeiende aandacht voor deze thematiek, zijn er nog belangrijke lacunes in de kennis:

  • Cumulatieve stress: Hoe werken STS, VT, angst voor tuchtzaken en systeemdruk precies op elkaar in? Hier is nog weinig longitudinaal onderzoek naar gedaan.
  • Existentiële gevolgen: De invloed van verhalen over zinloos geweld, kindermishandeling en misbruik op het geloofs- en wereldbeeld van hulpverleners is onderbelicht.
  • Beschermende factoren: Hoewel bekend is dat goede teams, supervisie en autonomie beschermend werken, is onvoldoende onderzocht hoe organisaties dit duurzaam kunnen inbedden.
  • Gedeeld trauma: Bij hulpverleners die zelf onderdeel zijn van een collectief trauma (zoals een oorlog) of dezelfde trauma's hebben als hun client, is nog weinig bekend over de gevolgen van deze ‘gedeelde kwetsbaarheid’.

Aanbevelingen voor praktijk en beleid
Om zorgverleners duurzaam inzetbaar en gezond te houden, zijn de volgende maatregelen wenselijk:

  • Creëer veilige reflectieruimte via intervisie, supervisie en collegiale consultatie
  • Verminder administratieve druk en herwaardeer het relationele aspect van hulpverlening
  • Erken en normaliseer dat ook zorgverleners eigen trauma’s hebben
  • Hervorm toezichtsystemen zodat ze leergericht en ondersteunend zijn in plaats van strafgericht
  • Stimuleer wetenschappelijk vervolgonderzoek naar deze thema’s

Slotopmerking
Zorgverleners dragen een grote verantwoordelijkheid en tonen dagelijks morele moed in hun werk. Zij verdienen bescherming, ruimte voor zelfzorg en erkenning van hun kwetsbaarheid. Secundaire traumatisering is geen teken van zwakte, maar van betrokkenheid. Juist die betrokkenheid verdient beleid dat voedt, beschermt en herstelt.

Naschrift: In dit overzicht gaat het over de secundaire traumatisering bij zorgverleners en niet bij cliënten. De grootste zorg van de secundair getraumatiseerde zorgverlener is echter per definitie zijn of haar cliënt en niet zichzelf. Welke gevolgen heeft de eigen secundaire traumatisering voor de cliënt? En in het geval van fouten: welke gevolgen heeft de gemaakte fout, maar ook een eventuele tuchtprocedure en het pakket maatregelen voor zijn of haar cliënt? In welke mate is dit hertraumatiserend voor hem of haar? Is de waarde en het positieve effect van het behandeltraject door de eigen trauma's van de zorgverlener, door eventuele fouten of door ontstane juridisering daarna nu helemaal met de grond gelijk gemaakt? In welke mate is een uitspraak of een pakket maatregelen, sancties of boetes misschien toch helpend voor zijn of haar cliënt? Kan een schadevergoeding daarin helpend zijn? In het beste geval doet de uitspraak recht aan het gevoel van een cliënt. Of aan diens autonomie. De 'echte' zorgverlener 'in hart en nieren' zal zich daar ook gedurende klachtprocedures altijd voor blijven inzetten. Dat is meestal waarom hij of zij dit beroep heeft gekozen.
0 Opmerkingen

    Welkom

    Leuk dat je hier even rondneust in dit kleine hoekje op internet waar vrijwel niemand komt. Dit is een greep uit de honderden pagina's die ik in bewerking heb voor schrijfsels die ik een volgende fase van mijn leven hoop te publiceren. Een preview dus! Voel je vrij er op te reageren. Positief of negatief. Corrigerend, reflecterend of suggererend. Hier een overzicht.
    ​
    Voor artikelen over talent en psychologie, kijk op: ​www.talentassessment.nl/nieuws en op LinkedIn.

    Afbeelding

    Archieven

    Oktober 2025
    September 2025
    Augustus 2025
    Juli 2025
    Juni 2025
    Mei 2025
    April 2025
    Maart 2025
    Februari 2025
    Januari 2025
    December 2024
    November 2024
    Oktober 2024
    Mei 2024
    Maart 2024
    Februari 2024
    December 2023
    December 2022
    September 2022
    Juni 2022
    April 2016
    Juli 2015
    April 2015
    Maart 2015
    November 2004
    Augustus 2003
    Maart 1989
    Juni 1984

    Categorieën

    All Autisme Autonomie Big Five Borderline Chronisch Psychisch Lijden Diagnostiek Diagnostische Dwaling DSM V Empathie Evangelie Geloof Gevoeligheid Herkenning Hertraumatisering Informatie Voor Naasten Johnny Cash Langdurige Problematiek Levensfasen Liefdesverdriet Lijden Mentale Gezondheid Misdiagnose Muziek Onmogelijke Keuzes Persoonlijk Psychologie Psychopathologie Relationele Ontwrichting Songteksten Stress Therapeutische Klik Therapiematch Trauma Vriendschap Zelfreflectie

    RSS Feed

Wil je meer weten over mijn werk als psycholoog, schrijver of muzikant? Kijk dan op één van mijn websites.
Websites
www.goedegebuure.info
www.talentassessment.nl
​
www.jarsonsprincipe.nl
​
www.ademruimte.net
www.cashflow3.nl
​www.oudebank.studio
Andere links
Oertalent test - ontdek je talent in 90 seconden
Wat is een talentassessment?
Demorapport Talentassessment
​YouTubekanaal Matt Goodman (muziek)
YouTubekanaal Talentassessment.nl