Matthijs Goedegebuure
  • Home
  • Psycholoog
  • Schrijver
  • Schrijfatelier
  • Overzicht schrijfatelier
    • Overzicht
    • Songteksten
    • Persoonlijk
    • Psychologie
  • Muzikant
  • Contact
  • Home
  • Psycholoog
  • Schrijver
  • Schrijfatelier
  • Overzicht schrijfatelier
    • Overzicht
    • Songteksten
    • Persoonlijk
    • Psychologie
  • Muzikant
  • Contact
Search by typing & pressing enter

YOUR CART

19/5/2025 0 Opmerkingen

'Mini-vakanties' helpen meer dan verre reizen

Afbeelding
Niet iedereen, maar de meesten van ons snakken soms naar vakantie. Even weg. Ander land. Even niks. Maar hoe vaak ben je na een paar dagen na je vakantie alweer net zo moe als daarvoor?

Wat mij opvalt — bij cliënten, collega’s én bij mezelf — is dat het niet zozeer de lange vakanties en verre reizen zijn die ons het meest ontspanning geven, maar de mini-vakanties. Korte, kleine herstelmomenten tussendoor. Even 10 minuten in de zon. Een ijsje halen. Een kaartje herlezen dat je ooit kreeg. Een bloemetje fotograferen langs de stoep. Even vijf minuten piano of gitaar spelen. Een wandelingetje door het park in de buurt. Even niks ‘produceren’. Gewoon even rondbanjeren.

En het is niet alleen maar een soft gevoel of romantisch idee. Het is ook wetenschappelijk onderbouwd.

Kleine pauzes, grote effecten
Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat juist de korte, bewuste onderbrekingen van ons dagelijks patroon een groot effect hebben op:

  • Focus
  • Herstel van mentale vermoeidheid
  • Emotionele veerkracht
  • Creativiteit en probleemoplossend vermogen

Onderzoekers als Sabine Sonnentag en Barbara Fredrickson beschrijven hoe micro-breaks (van 5-10 minuten) onze hersenen helpen schakelen, opladen en verbinden.

De natuur als oplader
Een paar minuten in de buitenlucht doet wonderen. Zelfs kijken naar iets natuurlijks (een boom, de lucht, een bloem) verlaagt het stressniveau en verhoogt ons gevoel van welzijn. Uit onderzoek blijkt dat vijf minuten in het groen al merkbare effecten heeft op stemming en concentratie.

Grote vakanties? Vaak overschat
Lange vakanties zijn natuurlijk heerlijk, maar hun effect is vaak tijdelijk. Binnen een week na terugkomst zijn veel mensen weer even moe als daarvoor. Soms zelfs vermoeider door reisstress of het inhalen van achterstanden.

Mini-vakanties zijn juist:

  • laagdrempelig
  • frequent beschikbaar
  • persoonlijk afgestemd
  • direct effectief

Ze bouwen geen verwachtingen op. Ze zijn er gewoon.

Anders omgaan met je dag
Het vraagt niet veel om je leven anders in te richten. Niet groots en meeslepend, maar klein en bewust. Je dag wordt iets anders als je ruimte maakt voor regelmatige adempauzes. Als herstel geen uitzondering is, maar onderdeel van je ritme. Niet om meer te presteren, maar om beter te leven.

We hebben geen tropisch strand nodig om te ademen. We hebben ademruimte nodig in het hier en nu.

Mini-vakantie-inspiratie:
​
  • Koffie in de lentezon
  • Wandelingetje zonder telefoon
  • Grappige foto maken van iets gewoons
  • Even een kruiswoordpuzzel bij de kachel
  • Kaartje of appje sturen aan iemand die je waardeert
  • Dankbaar terugdenken aan een klein moment dat je raakte
  • Een powernap met je hoofd in je armen op je bureau

Heb je suggesties voor mini-vakanties of leuke tips? Deel ze gerust hieronder.
0 Opmerkingen

17/5/2025 0 Opmerkingen

Please make me more like You (songtekst)

Afbeelding
​Lord, here I come 
with nothing to give 
and nothing to lay before You 

There are words in my heart 
that my tongue can not speak 
oh I need to be more like You 

All of my life
I've been searching myself
but I found there is nothing to find ...
​
I'm not worth it at all
but I'm asking You Lord:
please make me more like You ... 

Please make me more like You Lord
Please make me more like You
Please make me more like You Lord
Please make me more like You


​
There were times in my life
I played 'holy believer' 
but my heart was fulfilled with myself

Forgive me oh Lord,
please, make me Jesus,
please make more like You

All of my life
I've been searching myself
but I found there is nothing to find ...

I'm not worth it at all
but I'm asking You Lord:
please make me more like You ...

Please make me more like You Lord
Please make me more like You
Please make me more like You Lord
Please make me more like You


Music and lyrics: ©Matthijs Goedegebuure | To be released on YouTube in the future

In the deepest moments of my life, I came to one conclusion: what others think of me doesn’t really matter. What truly matters is how close I am to Jesus, and how much I have come to reflect Him on this journey through life. I pray that my life may increasingly become a reflection of Him.
0 Opmerkingen

17/5/2025 0 Opmerkingen

De geraffineerde valstrik van de duisternis – en Gods onvoorstelbare antwoord

Afbeelding
"Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen — in de hemel, op de aarde en onder de aarde — en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader."

Filippenzen 2:9-11​

<In bewerking> Satan is bepaald geen domme tegenstander. Hij is niet alleen de duistere bron van alle kwaad, de leugenaar en mensenmoordenaar vanaf het begin, hij is ook onvoorstelbaar intelligent, berekenend, strategisch en goed in staat om lang te wachten op kansen.

Bij de schepping had hij gezien hoe de mens gekroond werd tot heerser over het prachtige domein van de zichtbare wereld – over alles wat tastbaar, zichtbaar, hoorbaar of op enigerlei wijze zintuiglijk waarneembaar is. Het maakte hem jaloers, maar tegelijkertijd zag hij hier ook kansen liggen. Als hij deze gekroonde mens kon bespelen, kon verleiden om naar hem te luisteren, had hij via hen macht over de zichtbare werkelijkheid.

Hij besefte mogelijk ook dat God ongetwijfeld trouw zou blijven aan de domeinen, mandaten en grenzen die Hij Zelf had ingesteld. Hij kende God goed genoeg om te beseffen dat Deze altijd het domein van de mens zou respecteren, en niet zomaar ongevraagd zou ingrijpen. Want dan zou Hij Zijn eigen inzettingen ondermijnen. De mens had van God een eigen gebied en een eigen wil gekregen. Als hij eenmaal binnen was in het domein van de mens kon hij voorlopig ongestoord zijn gang gaan. Hier lagen nog meer kansen voor zijn plannen met het rijk der duisternis.

Ten derde zag Satan dat God zo ongelofelijk en eindeloos veel hield van de mensen die Hij gemaakt had, dat als de mens ook zou vallen (zoals hijzelf) en mee verloren zou dreigen te gaan, God hen zeker zou komen opzoeken. Hij zou vast een reddingsplan verzinnen want zo is Hij. 'Liefde maakt blind' heeft Satan wellicht gedacht. God zou door Zijn 'blinde' liefde voor mensen ongetwijfeld op enig moment naar het domein van de mens komen om die te redden. Dan zou Hij kwetsbaar zijn. Daarom moest hij dat domein in zijn macht proberen te krijgen. Als Hij dan kwam kon hij Hem in de val lokken. Die mensen waar God zo van hield zouden het perfecte lokaas zijn.

We weten hoe het is gelopen: het domein van de mens werd door de zondeval Satans terrein. Hij werd de 'god dezer eeuw'. Hij wachtte; eeuwen en eeuwen, duizenden jaren, tot God zou verschijnen. Hij zag het al voor zich: God Zelf, of Zijn Zoon, in een kwetsbare redderspositie in het domein waar hij als Vorst der duisternis alle touwtjes in handen had. Er was geen betere plek denkbaar om de God van het licht in de val te lokken. Hier lag zijn ultieme kans.

Satan had een paar duizend jaar de tijd om tussen en onder de woonplaatsen van mensen een web van leugens, manipulatie, verleiding, angst en macht te bouwen. In kinderlevens, in families, in generaties, rondom talenten, in religie. Hij bouwde in het domein van de mens een duister, ondergronds gangenstelsel van verleidingen, aanvallen, zonde, trots, egoïsme, schuld en dood – een netwerk vol tunnels, schijnuitwegen en valkuilen. Hij kon zich daardoor verschuilen in de uitspraken van een kind, in de gevoelens van genegenheid tussen mensen, in vriendschap of wat voor menselijks dan ook en dit listig inzetten om God aan te verleiden. Als Hij tenminste zo gek was om Zelf mens te worden om de mens te redden. Hij kon een discipel of vertrouweling inzetten om zijn slag te slaan. Hij kon pijn, onbegrip, wanhoop en eenzaamheid gebruiken om mensen te verlokken tot verdovende zonden, bitterheid en onrechtmatig oordeel over zichzelf en anderen.

Zo zou hij de 'mensenzoon van God' zelf gevangen kunnen nemen met dezelfde valstrik als waarmee hij de eerste mens van God los had weten te peuteren. En definitief met Hem afrekenen. Dit plan kon niet mislukken. Perfect darkness. Een masterplan.

En Hij kwam.

Gods eigen Zoon daalde af. Niet als een flitsende superheld, niet met kracht of geweld, maar nota bene als een kwetsbare baby. Onderworpen aan honger, dorst, vermoeidheid, eenzaamheid, onbegrip, afwijzing en pijn. De kans was misschien nog wel groter dan Satan had gehoopt: God was werkelijk zo 'dwaas' om zelf mens te worden en zichzelf in die ongelofelijk kwetsbare positie te manoeuvreren. God nam daarmee het risico dat niet alleen de complete zichtbare wereld, maar ook de onzichtbare werkelijkheid uiteindelijk in Satan's handen zou vallen. Het enige wat hij moest doen was deze Zoon van God één keer laten struikelen. Dat moest lukken. Er was nog nooit een mens niet gestruikeld in alle duizenden jaren. Allemaal waren ze gevallen: Adam, Noach, Abraham, David, Salomo, ... ze bleken allemaal een zwakke plek te hebben. Ook de meest gelovige en integere mensen: hij had ze allemaal op hun knieën gekregen. Zelfs een man naar Gods hart, was extreem diep gevallen in moord en overspel. De kans dat deze Jezus overeind zou blijven staan was nihil. Een heel leven niet zondigen ... dat was een mission impossible.

De strategie was helder: de Zoon van God zélf in de val laten lopen. Eén misstap. Eén leugen. Eén daad van eigenbelang. Eén uitspraak of zinnetje of kleine knieval was genoeg. Dan zou zelfs de Zoon van God ongeschikt zijn als Redder en de mens definitief verloren. Dan zou hij, Satan, niet alleen heerser van de aarde en de zichtbare wereld zijn, maar zelfs met recht de hemel kunnen binnendringen als uiteindelijke overwinnaar.

Maar: het liep totaal anders.

In Jezus ontmoette Satan voor het eerst sinds Adam een mens die géén zonde toeliet. Geen compromis. Geen leugen. Geen verzet tegen de Vader. Geen eigenbelang. Geen begeerte. Geen ego. Zelfs toen Hij vanuit de duistere gangenstelsels van Satan verraden en gemarteld werd en aan een kruis gespijkerd, vernederd, bespot, gedood – bleef Hij zuiver. Geen haat. Geen wrok. Geen zonde. Maar vergeving. Liefde. Trouw. Zuiverheid. Genade. Dat kwam tevoorschijn, hoe hard Satan en alle demonen Hem ook sloegen, verleidden en kwelden.

De mission impossible werd werkelijkheid ...
Waar Adam faalde in de hof van Eden, overwon Jezus in de hof van Ghetsemane ...
Waar Adam faalde in de hof van Eden, overwon Jezus in de hof van Ghetsemane. Waar Adam zich verschool tussen de takken en boomstammen, liet Jezus zich openlijk kruisigen aan het ruwe bomenhout. Waar Adam zijn vrouw de schuld gaf, droeg Jezus de schuld van zijn bruid. Zodat zij voor altijd vrijuit kon gaan.

Satan rekende op zijn slimme en strategische logica, maar niet op de kracht van dwaze en voor hem naïeve Goddelijke Liefde. Dat Iemand zo radicaal, zo zichzelf vergetend, zo puur en heilig mens kon zijn (en blijven!) bestond in geen van zijn scenario's. Waarom niet? Hij kende dit zelf niet. Het was in zijn voorstellingsvermogen gewoonweg niet mogelijk dat Iemand alleen maar aan de ander zou denken. Onmogelijk. Dat God een keer zou komen – daar had hij vast op gerekend. Hij kende Hem immers. Maar dat Hij als kwetsbaar mens een heel leven lang tot zijn laatste adem volkomen zuiver vol liefde zou blijven, dat was niet in hem opgekomen. Hier was Iemand die sterker was dan hij. Hij moest buigen. Diep buigen. Definitief buigen.

Dát lieve mensen, beste lezer, is het evangelie. Gods kracht tot behoudenis. Voor mij. Voor jou. Het enige echte houvast in dit leven. Het houvast buiten onszelf. Grijp het. Zonder dat ben ik reddeloos verloren. Ik ben gevallen. En jij ook. Maar Hij vangt ons op en maakt alles goed. Het komt goed. Het is zelfs al goed.

De poorten van de zichtbare en onzichtbare wereld zijn niet alleen bezocht door Jezus; ze zijn overwonnen. In bezit genomen. De onmogelijke afstand is overbrugd. Jezus Christus – volkomen mens én volkomen God – heeft in ons domein, waar Satan alle macht had gekregen, de duisternis volledig ontmaskerd, tentoongesteld en diens macht definitief gebroken. Hij heeft er mee afgerekend. 'Het is volbracht.' De zweetdoek kon opgerold worden. De missie is volbracht. Doel behaald. De zichtbare wereld is geen gevangenis meer. Hij is erdoorheen gegaan. Voor jou. Voor mij. Om ons voor eeuwig thuis te brengen. De dood is overwonnen. Forever. De zonde is overwonnen. Alles. ... alles ... ? Ja alles! De Vredevorst heerst en regeert voor altijd! God die mens werd en niet viel. Ongelofelijk. Maar waar.

Dank U Heer Jezus. U alleen komt toe alle lof, alle eer. Er is niemand zoals U. Wij aanbidden U voor eeuwig.
0 Opmerkingen

3/5/2025 0 Opmerkingen

De taal van je hart – waarom jij geraakt wordt door iets wat de ander koud laat

Afbeelding
Over de pijn en de schoonheid van onze verschillen – en waarom ze ons van elkaar verwijderen of juist verbinden.

Er zijn van die momenten waarop je geraakt wordt tot in je diepste vezels, en je niet goed kunt uitleggen waarom. Een zin in een lied. Een blik die iemand je toewerpt. Een hug. Afwijzing. Een boze blik. Een uitleg. Een beeld. Een tekst op een kaart. Een ontmoeting. Afstand. Stilte. Het raakt je, schudt iets wakker, ontroert je, het doet pijn of werpt je terug. En dan zie je dat anderen – vrienden, broers, zussen, collega’s – het niet eens opmerken. Het lijkt ze niets te doen. En het omgekeerde gebeurt ook: zij kunnen zich druk maken of gekwetst voelen door iets waar jij niets bijzonders aan vindt.

Hoe komt dat? Waarom raakt hetzelfde leven ons zo verschillend? Meestal, ook in de psychologie en de GGZ, wordt dit gekoppeld aan trauma’s, wonden in onze ziel, allerlei diagnosen, autisme, borderline, etc. Maar er is veel meer dan dat. Het heeft ook te maken met welk menstype je bent en de ‘taal van je hart’. Niet alle pijnlijke emoties komen voort uit ‘stoornissen’ waar de taal van de GGZ mee is doorspekt. Het zegt ook iets over je unieke gezonde, sterke kant.

Geraakt worden is persoonlijk
De afgelopen dertig jaar heb ik als therapeut en assessmentpsycholoog veel mensen mogen spreken over hun diepste pijn. Wat mij steeds weer raakt is dit: we hebben allemaal onze eigen 'eenzame' kracht en 'eenzame' kwetsbaarheid. Naast onze eigen geschiedenis, wonden, pijn, geheimen, verdriet en ervaringen, hebben we allemaal ook een unieke manier van waarnemen, interpreteren en voelen. Sommige mensen zien snel symmetrie of structuur in dingen, anderen zijn gevoelig voor feiten en rechtvaardigheid. Andere mensen denken in beelden, symboliek, metaforen, schoonheid en betekenis. Weer anderen zijn alert op communicatie, op relationele processen, op bevestiging, of juist op onafhankelijkheid en autonomie.

We zien niet allemaal hetzelfde met de ogen van onze ziel en we spreken niet allemaal dezelfde taal in onze binnenwereld. En dat maakt uit, enorm zelfs, voor wat ons raakt. En hoe we reageren als we geraakt worden. En wat ons dan helpt. En wat juist niet ...

Je eigen taal leren herkennen
Voor sommige mensen is het bijna vanzelfsprekend: ze kunnen goed verwoorden wat hen raakt, wat hen ontroert, wat hen pijn doet. Maar voor veel anderen – en opvallend vaak voor artistieke en creatieve geesten, gevoelige mensen met een diepe, rijke binnenwereld – is het een ingewikkelde zoektocht. Ze voelen veel, intens en diep, maar vinden soms moeilijk woorden die daar 'recht' aan doen, die uitdrukken wat ze voelen. Sommigen hebben zich jarenlang aangepast, hebben zichzelf en hun taal weggecijferd; anderen hebben hun oorspronkelijke hartstaal nooit ontdekt omdat niemand in hun naaste omgeving diezelfde taal sprak. We hebben ideaal gesproken allemaal in onze kinder- of tienertijd de herkenning nodig van een vertrouwd persoon die jouw hartstaal spreekt.

De zes 'stijlen' van geraakt-zijn
Eén (slechts één!) manier waarop ik soms naar die binnenwerelden en de bijbehorende talen kijk, is via het RIASOC-model van Holland. Een model dat zes menstypes beschrijft. Oorspronkelijk bedoeld voor beroepskeuze, maar ook prima bruikbaar in de therapeutische praktijk. Elk menstype heeft een eigen gevoeligheid, een eigen vorm van kwetsbaarheid, en dus ook een eigen normale manier waarop verdriet, angst, trauma of emotionele pijn beleefd wordt.

Laat me je even meenemen in deze zes kleuren van geraakt, gekwetst worden – misschien herken je iets van jezelf hierin. Of van die ander naast je die voor jou soms zo onbegrijpelijk reageert.

1. 'Doeners' en de pijn van machteloosheid
Realistische types zijn mensen van de praktijk. Ze werken graag met hun handen, zijn nuchter, vaak taakgericht, oplossingsgericht. Ze verwerken door te doen. Wat hen diep kan raken is machteloosheid. Situaties waarin ze niet konden ingrijpen, waarin ze met hun praktische vaardigheden toch geen verschil konden maken. Een ongeluk, ziekte, een kind dat ze niet konden beschermen, hun ouderdomsbeperkingen. Hun trauma zit vaak niet in het grote drama, maar in het kleine falen van hun vermogen om praktisch te helpen. Dat voelt als verlies van hun identiteit.

2. 'Analisten': getroffen door zinloosheid
Intellectuele types zoeken begrip, logica, verklaringen. Ze willen dingen doorgronden. Wat hen raakt, is irrationele chaos. Het gevoel dat iets geen reden heeft, geen rationele verklaring, geen uitleg. Ze kunnen kapotgaan aan willekeur: waarom overkwam dit míj? Waarom is dit gebeurd terwijl er geen verklaring, geen logica, geen rode draad is? Hun kwetsbaarheid ligt niet zozeer in het gevoel zelf, maar in emoties (van hen zelf of anderen) die botsten met logica en ratio. Trauma is voor hen een virus in hun denksysteem.

3. 'Kunstenaars' – onbegrepen hartstaal
Artistieke types leven van binnenuit. Ze voelen intens, spreken in beelden, klanken, kleuren, denken associatief. Wat hen raakt, is niet altijd begrijpelijk voor de buitenwereld. Ze kunnen beschadigd raken door een totaal verkeerde interpretatie van hun expressie, het gevoel niet gezien of begrepen te worden in wat voor hen wezenlijk is. Een ouder die hun fantasie belachelijk maakte. Een partner die hun innerlijke wereld negeerde. Een therapeut die hun expressie of beeldende en verhalende schrijfstijl als manipulatief heeft gelabeld. Ze zijn gevoelig voor symboliek. Trauma is voor hen niet zozeer wat er gebeurde, maar wat het betekende. En vaak kunnen ze daar pas woorden aan geven via kunst, muziek of verhalen. Pas dan ‘klopt’ het weer.

4. 'Helpers' en de pijn van afwijzing
Sociale types leven voor en door relaties. Ze zoeken harmonie, contact, zorg. Hun wonden zitten in de sfeer van verlating, afwijzing, miskenning. Ze kunnen jarenlang worstelen met een opmerking van een leraar, de blik van een ouder, het gevoel buitengesloten te zijn. Wat voor anderen een kleinigheid lijkt, kan voor hen een breuk zijn in de spiegel van wie ze zijn. Ze verwerken via praten, via het zoeken naar herstel van verbinding. Maar als die verbinding uitblijft, blijft het innerlijk stormen.

5. 'Ondernemers' – gekwetst in regie
Ondernemende mensen zijn actief, doelgericht, vaak leiders. Hun trauma’s liggen op het snijvlak van controleverlies en mislukking. Niet gehoord worden, niet erkend, een droom die instortte, gezichtsverlies. Of juist: te vroeg verantwoordelijk gemaakt worden. Ze dragen vaak het masker van succes, maar daaronder zit het jongetje of meisje dat zich ooit totaal alleen voelde. Ze zijn geneigd hun kwetsuren te compenseren met actie. Maar heling begint als ze die actie durven laten rusten.

6. 'Boekhouders' en hun moeite met chaos
Conventionele types houden van structuur, voorspelbaarheid, duidelijke regels. Ze vinden veiligheid in systemen. Wat hen raakt, is ontregeling: plotseling verlies, onrechtvaardigheid, dubbele boodschappen. Een scheiding, ontslag, gezinsgeheimen – het maakt hun binnenwereld instabiel. Ze verwerken via herhaling, via ordening. Maar als hun vertrouwde structuur wegvalt, worden ze angstig. Hun pijn is vaak stil, verborgen onder loyaliteit.

Primaire reacties en talen
De eerste primaire reacties op een heftige gebeurtenis zeggen soms al veel over welk menstype je bent en over jouw taal. Hoe reageren mensen bijvoorbeeld als ze horen dat hun broer of zus gaat scheiden:

  • Doener: 'Dit gaat natuurlijk heel veel uitdagingen geven. Laten we kijken hoe we kunnen helpen.'
  • Analist: 'Er zitten heel veel kanten aan dit complexe verhaal ... '
  • Kunstenaar: 'Ze zongen ooit samen een zuiver duet, maar kwamen allebei in een andere toonsoort terecht. De dissonantie werd ondraaglijk ... '
  • Helper: 'Ik bid elke dag voor de kids ... die lijden al zo lang onder deze situatie ...'
  • Ondernemer: 'Laten we hopen dat ze vanuit dit dieptepunt allebei een eigen weg zullen vinden.'
  • Boekhouder: 'Er zijn duidelijk grenzen overschreden en dit zijn de trieste gevolgen daarvan.'

De botsingen tussen zielen
Misschien geeft dit wat helpende woorden aan de verschillen tussen jou en mensen om je heen. En maakt het een beetje zichtbaar waarom jij geraakt wordt door iets dat een ander ogenschijnlijk koud laat. Jij spreekt beeldtaal, hij spreekt getallentaal. Jij zoekt betekenis, zij zoekt structuur. Jij voelt je verwond in de verbinding, de ander in zijn autonomie. Jij zoekt naar harmonie, dat het weer goed komt, maar hij zoekt naar de feiten. En juist daar ontstaan de pijnlijke misverstanden, andere werkelijkheden die ons van elkaar kunnen vervreemden.

De artistieke dochter die zich niet gezien voelt door haar conventionele vader die haar vooral graag structuur wil bieden. De analytische therapeut die zijn cliënt vol metaforen en symboliek 'kwijtraakt'. De zorgzame 'helper' die voor zichzelf snakt naar een beetje empathie en verbinding, terwijl de praktische ander zijn liefde vooral toont door dingen te doen. De sociale en artistieke man die door middel van symboliek zijn hart toont, maar merkt dat zijn praktisch en sociaal ingestelde vrouw er 'geen belangstelling' voor heeft.

We spreken verschillende talen. En worden door verschillende dingen geraakt. Het voelt als 'thuiskomen' als iemand jouw taal spreekt. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dat best uniek is. De meeste mensen om je heen spreken een andere taal dan jij. Zolang we (onbewust) blijven verwachten of hopen dat de ander onze taal zal verstaan of spreken, worden we steeds opnieuw pijnlijk teleurgesteld.

Als je jezelf hierin herkent: probeer in ieder geval weer terug te keren naar jezelf. Begin klein. Wat raakt je? Wat laat je niet los? Waar reageer je op met tranen, met verlegenheid, met boosheid, met verlangen, met ontroering? Dat zijn vaak sporen richting jouw binnenwereld en jouw taal. Het leren herkennen van je eigen taal is soms een eerste stap naar heling – en de eerste sleutel tot verbinding met de ander. Want pas als jij jouw taal begint te herkennen, te waarderen en durft te spreken, kunnen anderen die ook deze taal spreken, jou ook werkelijk verstaan.

Kunnen we de taal van de ander leren spreken?
Niet altijd. Het is voor meer analytische types vaak moeilijk de hartstaal van de artistiekelingen te spreken. Het voelt voor hen al snel 'meeslepend', 'dramatisch', 'theatraal' of zelfs 'manipulatief'. Dat wil niet zeggen dat analytische mensen kunst, muziek, schilderijen, gedichten, etc. niet kunnen waarderen. Analytische personen kunnen soms enorm genieten als ze klassieke muziekstukken kunnen analyseren. De 'lijnen' er in gaan zien. Maar ze zullen zelf minder snel een gedicht, lied of verhaal schrijven of iets schilderen om verdriet of pijn te uiten. Evenmin kunnen meer ondernemende types de empathische en verbindende hartstaal van sociale types echt begrijpen. En hun pijn of verdriet.

Wat zou het mooi zijn als we niet alleen onze eigen taal en gevoeligheid erkennen, maar ook respect krijgen voor de taal en de gevoeligheid van de ander. En meer begrip krijgen voor hoe de ander geraakt wordt – op een heel andere manier, door heel andere dingen. Dan ontstaat iets moois: compassie. Respect. Begrip. Ruimte. En misschien zelfs: enthousiasme over elkaar. Want het onvermogen van de één is vaak de kracht van de ander.

Denk in combinaties, zowel in jezelf als tussen jou en de ander
  • Artistiek + Sociaal? Dan ligt je kracht, maar ook je behoefte in warme, invoelende creativiteit: een gedicht, een lied, een kaart, een schilderij. Iets waardoor je je diep begrepen voelt. Dat is wat je ook graag voor een ander maakt of aan iemand geeft.
  • Artistiek + Ondernemend? Dan heb je behoeft aan metaforische visie. Een beeld, een verhaal dat richting geeft.
  • Artistiek + Realistisch? Dan hou je er van om iets concreets te maken of te krijgen dat ergens symbool voor staat.
  • Intellectueel + Conventioneel? Dan hou je van heldere, gestructureerde diepgang. Een stappenplan.
  • Sociaal + Realistisch? Dan hou je van zorg die niet alleen invoelend is, maar ook praktisch helpend en doeltreffend.

De combinaties zijn eindeloos – en prachtig.

Eénheid in verscheidenheid – het Goddelijke kenmerk
Als christen geloof ik dat deze verscheidenheid geen toeval is. God zelf is in Zichzelf al vol verschillen: Vader, Zoon en Geest – elk met een heel eigen manier van verschijnen, van werken, van spreken. Maar ze zijn vol van elkaar, en vol respect voor elkaar. Vol liefde. Vol eenheid. Ze verwijzen naar elkaar en representeren elkaar.

Ik geloof dat wij zijn geschapen naar Zijn beeld: als mensen die verschillen, maar in dat verschil juist elkaars spiegel en aanvulling zijn.

En misschien begint echte heling daar waar we stoppen met oordelen. Oordelen over de uitingen van de ander. Of over hoe de ander zich al of niet 'laat raken'. Laten we meer tijd nemen om te luisteren. Luisteren zonder oordeel. Niet alleen naar de letterlijke woorden. Maar naar de diepere taal van het hart.

Mag dit artikel een klein sleuteltje zijn.
Voor jou, of voor iemand die je lief is.
Een sleutel naar meer begrip.
Een sleutel naar meer vrede – met jezelf én met de ander.
0 Opmerkingen

3/5/2025 0 Opmerkingen

Waarom 'iets voor jezelf doen' zo moeilijk is bij complexe PTSS – en waarom dat geen onwil is

Afbeelding
Mensen met complexe PTSS krijgen vaak het advies om 'meer aan zichzelf te denken', 'gewoon iets op te pakken', of 'de dag voor zichzelf te beginnen'. Maar wie een beetje begrijpt wat CPTSS met iemand doet, weet dat dit veel meer is dan een kwestie van motivatie. Wat maakt dit zo ingewikkeld? En wanneer is gedrag dat er aan de buitenkant gezond uitziet eigenlijk een subtiele voortzetting van overlevingsgedrag? Een klein inkijkje in de diepte van dit dilemma.

1. Het zenuwstelsel in overlevingsstand
Complexe PTSS ontstaat vaak na langdurige blootstelling aan onveiligheid, vooral in hechtingsrelaties. Dat laat diepe sporen achter in het zenuwstelsel. Volgens de polyvagaaltheorie (Stephen Porges) schakelt het autonome zenuwstelsel voortdurend tussen drie toestanden: vechten/vluchten, bevriezen en sociale aanpassing. Mensen met CPTSS raken vaak verstrikt in een chronische toestand van hyper- of hypoarousal. De energie die nodig is om iets op te starten, zeker iets 'voor jezelf', is dan simpelweg niet beschikbaar. Het opstarten van de dag voelt vaak als het zoeken naar het beginnetje op een gladde rol plakband. Je gaat met je nagel steeds de hele rol langs maar je kunt nergens het beginnetje vinden.

Zelfinitiatie vraagt een gevoel van veiligheid, innerlijke samenhang en toegang tot executieve functies. Maar die raken juist verstoord door trauma. Voor iemand met CPTSS voelt een ochtend zonder duidelijke externe structuur niet als vrijheid, maar als chaos en dreiging.

2. De gespleten binnenwereld: ANP en EP
De theorie van structurele dissociatie (van der Hart, Nijenhuis, Steele) laat zien hoe CPTSS leidt tot een innerlijke verdeeldheid. Aan de ene kant is er een 'dagelijks functionerend deel', het zogeheten Apparently Normal Part (ANP). Dit deel richt zich op overleven in het dagelijks leven, is taakgericht, en probeert het leven te organiseren en onder controle te houden. Aan de andere kant zijn er een of meerdere Emotional Parts (EP’s), die vastzitten in traumatische herinneringen, intense emoties en primitieve overlevingsstrategieën zoals vechten, vluchten of bevriezen.

Je kunt dit vergelijken met het Transactionele Analysemodel (OVK) van Eric Berne, waarin wordt gesproken over het Ouder-, Volwassene- en Kind-deel. Het ANP functioneert vaak vanuit het Volwassene-deel, maar is in mensen met CPTSS vaak overbelast en dwangmatig, zonder echte verbinding met gevoel. De EP’s lijken sterk op het Kind-deel: impulsief, emotioneel, angstig of rebels, en vaak geladen met oude, niet-geïntegreerde ervaringen uit de kindertijd. Soms nemen ook (echo's van) ouderlijke stemmen bezit van het innerlijk, zoals een kritische Ouder die het Kind-deel onderdrukt.

Zodra iemand iets voor zichzelf wil doen, kan een EP worden geactiveerd: een deel dat geleerd heeft dat eigen behoeften gevaarlijk zijn. Wat voor de buitenwereld een klein initiatief lijkt, is voor binnen een confrontatie met schaamte, angst of afwijzing. Het ANP probeert dan te compenseren door nog harder te functioneren, wat uiteindelijk uitput.

3. Hechting en het verboden zelf
Veel mensen met CPTSS groeiden op met onveilige of disorganiserende gehechtheid. Ze leerden impliciet dat hun waarde afhing van het voldoen aan de verwachtingen van anderen. Autonoom gedrag voelde onveilig of werd bestraft. Daardoor is hun interne kompas afgestemd op externe signalen ('Wat wil de ander?') in plaats van op eigen behoeften ('Wat wil ik?').

In zulke gevallen voelt 'de dag voor jezelf beginnen' niet als zelfzorg, maar als risicovol. Alsof je buiten de lijntjes kleurt, en elk moment gecorrigeerd kunt worden.

4. Als het onder druk van een ander wél lukt – goed teken of niet?
Soms lukt het mensen met CPTSS wél om in beweging te komen als iemand hen aanspoort. Is dat dan een stap vooruit? Dat hangt ervan af.

Als het gaat om co-regulatie – een veilige ander die rust en vertrouwen uitstraalt – kan dit een waardevolle brug zijn naar meer autonomie. Volgens de polyvagaaltheorie is co-regulatie zelfs een voorwaarde voor zelfregulatie.

Maar als het voortkomt uit aanpassing of 'fawning' – overlevingsgedrag om de ander tevreden te houden – is het geen herstel, maar een herhaling van trauma. Het gedrag verandert dan misschien, maar de onderliggende drijfveer blijft angst.

5. Echte verbetering versus uitgeputte aanpassing
Aanpassing is niet per definitie slecht. In sommige fases is het zelfs noodzakelijk. Maar het is belangrijk onderscheid te maken tussen helpende en uitputtende aanpassing.

Uitputtende aanpassing
  • Spanning, vervreemding, stress
  • Leeglopen, overleven, uitputting
  • 'Ik moet me aanpassen om veilig te zijn'
  • Terugval en afhankelijkheid

Echte verbetering
  • Rust, verbinding, zelfgevoel
  • Herstel, opladen, ruimte
  • 'Ik mag bestaan zoals ik ben'
  • Groei en autonomie

Aanpassing is dus niet het probleem, zolang het een bewuste keuze is vanuit autonomie – en geen automatisme vanuit overleving.

6. Wat helpt dan wel?
Herstel van CPTSS vraagt geen trucjes of alleen cognitief inzicht, maar een diepe hernieuwde verbinding met het lichaam, met veilige relaties en met het eigen gevoel van waarde. Dat kan o.a. via:
  • Lichaamsgerichte therapieën zoals SE, sensorimotor of TRE
  • Delenwerk (Internal Family Systems, of Janina Fisher’s parts work)
  • Compassiegerichte therapieën (CFT, ACT, IFS)
  • Zorgvuldige opbouw van autonomie in kleine stappen
  • Veilige co-regulatie met minstens één ander die echt nabij is

Tot slot
Aanpassing is soms een noodzakelijke tussenstap. Maar échte verbetering betekent dat iemand zich niet alleen anders gedraagt, maar zich ook anders voelt. Meer zichzelf. Meer in verbinding. Minder bang. Dáár begint herstel. Niet in hoe het eruitziet van buiten, maar in hoe het voelt van binnen.

En dus is het logisch – en geen zwakte – als 'gewoon iets voor jezelf doen' nog niet lukt. Je lichaam beschermt je. Het vraagt om veiligheid, niet om prestatie.
0 Opmerkingen

19/4/2025 0 Opmerkingen

Leven naast iemand met PTSS: hoe je helpt zonder jezelf te verliezen

Afbeelding
<In bewerking> Leven naast iemand met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) vraagt moed, liefde en uithoudingsvermogen. Het kan verwarrend, uitputtend en ontregelend zijn. Je ziet iemand van wie je houdt worstelen met angsten, wantrouwen, doemscenario's of juist zich verstoppen achter een emotionele muur. Je wilt er voor diegene zijn, maar voelt je soms machteloos of zelfs afgewezen. Misschien loop je op eieren, of juist tegen muren op. Dit artikel is bedoeld voor jou — de partner, ouder, vriend, broer, zus of collega — die probeert te blijven staan naast iemand die geraakt is door trauma. 

PTSS van binnenuit: wat je niet altijd ziet
Mensen met PTSS leven in een staat van continu alarm. Hun zenuwgestel, verweven met lichaam en geest, staat 24 uur per dag op ‘stand gevaar’. Zelfs jaren na de trauma's kunnen ogenschijnlijk gewone situaties plotseling diepe angst, woede, grote paniek of verstarring oproepen. Bij complexe PTSS (meerdere langdurige traumatiserende ervaringen en leefsituaties, meestal in de kindertijd) is deze alarmstand nog veel intenser.

Wat je misschien niet ziet:

  • Slaapproblemen. Ze slapen vaak slecht, omdat hun dromen of toekomstscenario's onveilig zijn.
  • Startproblemen. Het begin van de dag is zwaar. Afspraken vroeg in de ochtend geven vaak stress. 
  • Triggervermijding. Ze vermijden feestjes, omdat drukte onveilig en overweldigend voelt en angst triggert. 
  • Triggeroverload. Soms kunnen ze er een tijdlang geen triggers meer bij hebben en trekken zich daarom even helemaal terug uit het contact.
  • Reactiviteit. Ze reageren soms ineens afstandelijk of juist fel omdat hun alarmsysteem 'afgaat'. Niet omdat ze jou niet waarderen of niet nodig hebben.
  • Afzondering. Ze lijken zich vaak af te zonderen; dat is om de interne stormen onder controle te houden.
  • Zelfveroordeling. Ze verachten zichzelf vaak om hun angst- en paniekgevoelens of concentratieproblemen.
  • Incongruentie. Hun buitenkant lijkt vaak rustig en kalm, maar hun binnenwereld zit vol spanning en onveiligheid.
  • Mensenkennis. Sommigen hebben veel mensenkennis; vaak ontstaan door het continu moeten scannen van mensen.
  • Empathie. Ze zijn bijna allemaal heel empathisch en traumasensitief. En missen dat vaak bij anderen.
  • Crisismanagers. Ze zijn rustig en sterk als de ander in paniek is. Hun paniek komt als ze weer alleen thuis zijn.
  • Vechters. Mensen met PTSS vechten zich de hele dag door triggers en angsten heen. Heb respect voor ze!
  • Uitputting. Dit alles bij elkaar kost heel veel energie; ze zijn daarom vaak moe of uitgeput.

Trauma laat niet alleen sporen achter in je geheugen, maar ook in je lichaam, je zelfbeeld, je manier van denken, voelen en reageren. Voor mensen met PTSS is de wereld per definitie onvoorspelbaar en bedreigend — en dat geldt vaak ook voor relaties. Daardoor reageert iemand met PTSS ook op jou soms vijandig, angstig of diep teleurgesteld. Terwijl je juist zo graag wil helpen. 

Wat voor jou emotioneel gezien een slootje is waar je even overheen moet springen, kan voor hen een rivier zijn waar ze doorheen moeten zwemmen naar de overkant en waar de golven continu over hun hoofd slaan. Het is al heel helpend als je rustig bij hen blijft zolang ze de 'overkant' nog niet bereikt hebben. 

Wat PTSS met jou kan doen
Het is belangrijk om te beseffen wat het met jou zelf kan doen wanneer je naast iemand staat die PTSS heeft:

  • Je zult je soms afgewezen of buitengesloten voelen.  
  • Je kunt het gevoel hebben dat je nooit iets goed doet.  
  • Je wordt moe van het voortdurende aanpassen.  
  • Je kunt gefrustreerd raken omdat er geen vooruitgang lijkt te zijn.  
  • Je voelt je regelmatig machteloos: je wilt helpen, maar weet niet hoe.  
  • Je ervaart verdriet en gemis over hoe de relatie was vóór het trauma (of vóór de symptomen).  

Dit is normaal. Je bent geen slechte partner, ouder, zorgverlener of vriend als je het moeilijk vindt. Ook jouw gevoelens mogen er zijn. Je hoeft jezelf niet op te laten branden om trouw te zijn.

Wat helpt (en wat niet)
Hieronder een overzicht van wat soms wél helpt — en wat je waarschijnlijk beter kunt vermijden, hoe goedbedoeld ook.

✅ Wat helpt:

1. Erken hun pijn zonder deze op te willen lossen.
Zeg: “Ik zie dat het je pijn doet. Je hoeft dit niet alleen te dragen.”

2. Blijf nabij, ook als je niks weet te zeggen.  
Stilte, een blik of gewoon aanwezigheid betekent vaak meer dan je mening of advies.

3. Stel vragen vanuit medeleven; vermijdt zelfs de schijn van correctie.  
Bijvoorbeeld: “Wat gebeurt er van binnen bij jou als dit wordt gezegd?”

4. Zorg goed voor jezelf en leg dat soms uit.  
Het helpt niemand als jij opbrandt. Zoek steun, rust en grenzen. Mensen met PTSS begrijpen dat!

5. Leer over PTSS, maar zie de persoon, niet een wandelende diagnose.  
Elk mens is uniek — en méér dan zijn of haar littekens of wonden.

6. Blijf vriendelijk, voorspelbaar, consistent en duidelijk.  
Plotselinge veranderingen, een gefronste blik of onduidelijke communicatie kunnen onveilig voelen.

7. Geef ruimte voor terugtrekking zonder het persoonlijk te nemen.  
Soms is afstand nemen een manier om emotionele overbelasting te voorkomen.

8. Gebruik geen druk, maar nodig uit.  
Bijvoorbeeld: “Je bent welkom om mee te gaan — maar voel je zeker niet verplicht.”

9. Herinner hen zachtjes aan wie ze zijn.  
Benoem kwaliteiten, niet persé als compliment maar als herkenning van hun waarde.

10. Besef: herstel gaat niet in een rechte lijn.  
Er zullen goede en slechte perioden zijn. Dat hoort erbij.


🚫 Wat beter niet te zeggen (hoe goedbedoeld ook):

1. “Je moet het gewoon een keer loslaten.”  

2. “Hoe lang  is het nu geleden? Die therapeuten blijven maar bezig met pappen en nathouden.”  

3. “Het is ook een kwestie van kiezen, jezelf aanpakken ... !”  

4. “Je denkt echt te negatief en dramatisch. Kijk naar de positieve dingen.”  

5. “Je moet jezelf gewoon ook een keer vergeven.”  

6. “Waarom blijf je hierin hangen? Maak je het nou zelf niet veel groter?”  

7. “Ik snap precies hoe je je voelt, maar ik ga je niet pamperen.”  

8. “Maak het nou niet steeds erger dan het is.”  

9. “Je moet doorgaan met je leven. Dat is de moeite waard.”  

10. “Kom op, je bent sterker dan dit!”


Dit soort goedbedoelde opmerkingen kunnen gevoelens van schaamte, zelfverwijt of machteloosheid triggeren. Vaak versterkt het de innerlijke criticus of aanklager die al dagelijks praat of zelfs schreeuwt: “Zie je wel, je stelt je aan. Je ben een last!”.

Waarom deze opmerkingen zo pijnlijk zijn? Mensen met PTSS worden continu geconfronteerd met autonome angstreacties waar ze geen controle over hebben. De meest stoere Navy SEALs kunnen zo ernstig getraumatiseerd raken dat ze 20 keer per dag een paniekaanval krijgen van volkomen onschuldige geluidjes. Dit voelt voor hen zelf vaak als heel stom, als falen en kan tot zelfveroordeling of zelfs zelfhaat leiden. Elke opmerking die suggereert dat ze dit toch een beetje zelf in de hand hebben, (“denk nou eens even rustig na over de herkomst van dat geluid”), komt pijnlijk hard aan. Het versterkt het besef totaal niet begrepen te worden of het gevoel een 'loser' te zijn.

Het balanceren tussen begrip geven enerzijds, maar ook je eigen kijk op de realiteit vasthouden anderzijds kan heel lastig zijn. Het is niet te voorkomen dat je iemand met PTSS soms pijnlijk raakt. Meestal helpt het om eerlijk te bespreken wat er gebeurde. Mensen met PTSS kunnen over het algemeen achteraf je opmerking die pijn triggerde, wel weer relativeren. Wederzijds begrip werkt genezend.

Grenzen stellen is óók liefde
Soms is het nodig om grenzen te stellen — uit zorg voor jezelf én de ander. Dat is geen afwijzing, maar juist een manier om de relatie gezond te houden. Zeg bijvoorbeeld:
​ 
  • “Ik wil graag naar je luisteren, maar ik voel dat ik nu zelf ook even bij moet tanken.”
  • “Ik ben er voor je, maar ik ben ook verantwoordelijk voor mijn eigen energie.”
  • “Ik geef je graag ruimte, maar ik ben ook heel bezorgd over je. Vind je het goed dat we donderdag even kort bellen? Anders ga ik me misschien te veel zorgen maken.”

Zorg dragen is geen alles-of-niets. Het is balanceren; je eigen evenwicht bewaren. En soms heeft echte verbondenheid juist ook ruimte en even afstand nodig.

Wees zuinig op alles wat veilig is
Elke relatie die in de loop der jaren veilig is geworden, is daarom goud waard. Bescherm die. Wees nooit negatief over een ander 'veilig' persoon, ook niet als je zelf moeite hebt met die persoon; loyaliteitsconflicten worden voor mensen met (complexe) PTSS per definitie een nieuw trauma. Ze moeten dan voor de één en tégen de ander kiezen. Een relatiebreuk met een vertrouwenspersoon is zeer ontwrichtend voor iemand met (complexe) PTSS. Het leidt meestal tot ernstige zelfveroordeling, schuld, gewetensnood, relatieangst, faalangst, dwanghandelingen, automutilatie en terugval. De weg naar herstel kan daardoor vele jaren langer duren zo niet geblokkeerd worden. Het moeten kiezen tussen twee vertrouwenspersonen die elkaar niet vertrouwen (laat staan elkaar bevechten) is één van de meest onveilige, wrede en innerlijk verscheurende situaties waar iemand met (complexe) PTSS in terecht kan komen. Probeer dat ten koste van alles te voorkomen. Praat met elkaar en altijd met respect óver elkaar. Zoek naar herstel of een goed afscheid wanneer het toch misgegaan is. Dat kan jaren van spanning en ellende voorkomen.

Tot slot: trouw zijn zonder jezelf te verliezen
Mensen met PTSS hebben niet alleen therapie nodig — ze hebben vooral ook vriendschappelijke relaties nodig waarin ze zichzelf mogen zijn. Niet perfect, nog niet hersteld, maar aanwezig. Jouw nabijheid, jouw respect, jouw dankbaarheid voor wie ze zijn, je zachte ogen, jouw vriendschap kunnen enorm helend zijn. Niet omdat je alles begrijpt of oplost, niet omdat je alles perfect doet, maar omdat je blijft. Blijven is misschien wel het meest genezende dat er is.

Maar vergeet niet: jij bent óók een mens met je eigen gevoelige plekken op je ziel en net als elk mens ook dingen die jou triggeren. Jij mag moe zijn. Jij mag ook je strijd hiermee hebben. Jij mag hulp vragen. Je mag een grens stellen. Jij bent belangrijk! Heel belangrijk zelfs. Wil je iemand met PTSS écht helpen? Zorg dan ook goed voor jezelf. Want 'jezelf' is het mooiste wat je te bieden hebt.

Deze tekst is nog in bewerking. Ik vind het zelf nog iets te betuttelend klinken en voor mensen met PTSS kan deze tekst ook triggers bevatten: het benadrukt wat het met hun naasten kan doen. Dat kan al een flinke trigger zijn. Reacties of suggestie zijn daarom welkom via onderstaand formulier of rechtstreeks naar [email protected].
0 Opmerkingen

12/4/2025 0 Opmerkingen

Sorry voor alle labels ...

Afbeelding
Lieve trouwe zorger, dappere bemoediger, 

Dankjewel voor alles wat je in al die jaren hebt gedaan voor zoveel mensen. Je hebt zoveel medereizigers op je levensreis die in nood waren bemoedigd. Getroost. Geholpen. Je hebt met elk woord, elke zin en elk beeld dat je hebt uitgedeeld, verbondenheid, herkenning of troost gegeven aan mensen die eenzaam waren. Ondanks - en dankzij - je eigen eenzaamheid en pijn zag je hen. Je begreep hen. Je hebt liefde uitgedeeld. Liefde waar je zelf zo naar zocht. En nog steeds zoekt. Ze weten zich gezien. Door jou.

Sorry voor alle labels die daarom op je geplakt zijn door mensen die er 'verstand' van hebben. Ze hebben op basis van allerlei theorieën je oprechte naastenliefde gereduceerd tot 'probleemgedrag' waar je vanaf zou moeten. Dat is heel pijnlijk want het doet groot onrecht aan jou. En aan de offers die je voor zoveel mensen hebt gebracht. Sorry voor al die (soms zo vernietigende) professionele oordelen en termen die we in de GGZ bedacht hebben. Ik bid dat ze van je af mogen glijden.

Twijfel niet, lieve zorger. Wat je uit liefde hebt gedaan, heeft eeuwig waarde! Zelfs na jouw leven zal dat doorwerken. Liefde is geen stoornis. Medelijden met anderen is geen ziekte. Ook niet als het vanuit je eigen pijn, lijden of eenzaamheid is ontstaan. Juist dan niet ... ! Het is iets ongelofelijk moois en kostbaars. Daarom is de prijs misschien zo hoog ...

Liefde is niet te analyseren. Waar mensen dat toch doen, maken ze het mooiste in dit leven kapot. En ook het mooiste in jou. Het meest pure van jezelf. Wees daarom dapper. Weiger de labels. Verscheur de analyses. Noem het: goed! Noem het: waardevol! Iets verkeerds moet je vanaf; daar ben je niet zuinig op. Maar iets waardevols mag je beschermen. Daar alleen durf je zuinig op te zijn.

Schud je hoofd als ze op je inpraten met hun labels. Hou vol. Je bent goed zoals je bent, ook al moet je daar een hoge prijs voor betalen. En vinden veel mensen die prijs misschien té hoog. Of misschien wel eng omdat ze het niet kennen.

Ga steeds weer naar het kruis. Het kruis is het bewijs dat Liefde zo kwetsbaar is. En een hoge prijs heeft. Het klopt dus. Ik bid je de liefde van Jezus toe. Meer Liefde dan je ooit kunt uitdelen. Dat is dus heel veel in jouw geval. Hij draagt je in Zijn hart. Forever.

Dankjewel. Voor al je liefde. Het is overgekomen. Het is op de juiste plek geland. Het blijft daar. Het zal haar uitwerking hebben. Het gaat nooit meer kapot. Want liefde vergaat nooit. Nooit. Het blijft. Forever.

Voor mijn oma en iedereen die niet of verkeerd begrepen werd in de psychiatrie. Voor iedereen die oprecht medelijden had met anderen, maar onterecht als aandachtzoeker of manipulator is neergezet. Voor alle 'helpers' en 'redders' die als gestoord of egocentrisch zijn weggezet.

0 Opmerkingen

2/4/2025 0 Opmerkingen

Zijn DSM 5-diagnoses echte 'ziektes'?

Afbeelding
Over geloof in labels, de kracht van nuance en de vergeten kunst van twijfelen. 

​Ik ben op mijn 57e blij met mijn jongere collega's in de GGZ. Ik ben onder de indruk van de drive, de liefde, de tact, de deskundigheid en de wijsheid die ze hebben. Waar ik 10 jaar geleden nog wel eens stiekem dacht: 'laat mij dat maar doen', denk ik nu steeds vaker: 'dat kun jij veel beter dan ik'. Hoe langer ik in dit vak zit, hoe meer ik besef wat ik allemaal niet kan en niet weet en hoe mijn waarneming na tienduizenden therapiesessies ook niet meer bepaald 'objectief' is.


Er is alleen één ding dat mij soms zorgen baart. En dat is het gemak waarmee DSM 5 diagnosen als bewezen 'entiteiten' worden gezien. Ik hoor (nog steeds of steeds vaker?)  professionals met een bepaalde stelligheid zeggen: "Deze cliënt heeft overduidelijk autisme." Of: "Zij is echt een borderliner." Als psycholoog met inmiddels wat meters op de teller door scha en schande en een achtergrond in zowel klinische psychologie als levensbeschouwelijke reflectie, roept dat bij mij zorg op. Niet omdat ik het bestaan van psychisch lijden ontken. Integendeel. Maar omdat ik me afvraag: weet je dat zéker? Wat bedoel je daar eigenlijk mee? En: besef je wat je daarmee over en ook tegen iemand zegt?

We leven in de laatste versie van het 'spreadsheet-tijdperk': alles moet meetbaar en controleerbaar zijn. Diagnoses geven structuur, verklaren gedrag en openen de deur naar behandeling en vergoeding. Maar tegelijkertijd sluipt er een hardnekkige denkfout in: we gaan geloven dat het label de realiteit ís. Dat wat ooit bedoeld was als beschrijving van gedrag, nu een psychologische of zelfs biologische waarheid geworden is. Een hersenziekte. Een objectief vast te stellen afwijking. En daar gaat het echt grondig mis.

De DSM 5 is een classificatie systeem, geen verklarings model. Het groepeert symptomen die vaak samen voorkomen en hangt daar een naam aan. Het zegt niets over oorzaak of biologische basis. Toch doen we vaak alsof dat wel zo is. "Autisme is een neurologische ontwikkelingsstoornis," leren studenten. Maar er is geen hersenscan, geen bloedtest, geen genetische marker die autisme ondubbelzinnig kan vaststellen. Dat geldt voor vrijwel alle DSM 5 labels! Het zijn slechts gegroepeerde gedragsstijlen, denkstijlen en gevoelspatronen waar we in de afgelopen eeuw om allerlei redenen labels aan hebben gehangen.

Zijn er dan geen biologische correlaten? Zeker wel. Maar ze zijn statistisch, niet specifiek. Gemiddeld is de hippocampus kleiner bij mensen met een depressie. Gemiddeld is er wat andere hersenactiviteit meetbaar bij mensen met ADHD. Maar dat zegt nog niets over de individuele cliënt tegenover je. Gemiddeld zijn luisteraars van Bach introverter en zijn luisteraars van dance-muziek extraverter. Maar ik ken ook extraverte Bach-liefhebbers en introverte dance-luisteraars. Een correlatie zegt niets over oorzaak en gevolg.
Er is geen hersenscan, geen bloedtest, geen genetische marker die autisme ondubbelzinnig kan vaststellen. Dat geldt voor vrijwel alle DSM 5-labels.
Wat er feitelijk gebeurt, is dat we clusters van gedrag en beleving (soms ontstaan uit pijn, trauma, verwaarlozing of overbelasting) omkatten tot medische entiteiten. We maken van menselijke complexiteit een diagnose. En als we die diagnose vaak genoeg gebruiken, gaan we erin geloven. Dan is iemand autistisch. Dan heeft iemand borderline. Dan ben je je label.

Deze manier van denken is begrijpelijk, maar risicovol en voor sommige cliënten in de GGZ ronduit schadelijk of zelfs traumatisch. Ze leidt tot verenging, tot statisch denken en soms tot zelfstigma. Ze kan het gesprek over over betekenis, context en herstel in de weg zitten. Terwijl juist daar ruimte ligt voor groei, voor hoop, voor begrepen worden, voor menselijke ontwikkeling.

Gelukkig zijn er ook andere geluiden. Denk aan het RDoC-model van het NIMH, aan de netwerktheorie van Borsboom en collega's, aan de Nieuwe GGZ-beweging in Nederland. Ze pleiten voor een bredere blik, voorbij het stoornisdenken. Voor aandacht voor de unieke levensverhalen van mensen. Voor ruimte om te zeggen: ik weet het nog niet precies, maar ik wil het wel samen met jou onderzoeken.

Als we in de GGZ iets mogen herontdekken, dan is het de kracht van het niet-weten. Van bescheidenheid. Van klinisch redeneren in plaats van protocollair plakken. Want uiteindelijk zijn we hier niet om mensen in hokjes te stoppen, maar om hen te helpen leven.

​Matthijs Goedegebuure
0 Opmerkingen

28/3/2025 0 Opmerkingen

Als het niet meer 'klopt' van binnen – over congruentie, trauma en psychische gezondheid

Afbeelding
Soms heb je van die dagen waarop alles moeizaam voelt. Je gedachten blijven hangen in mist, de woorden willen niet komen, en het contact met anderen schuurt. Je doet je best, maar het 'klopt' allemaal niet. Je voelt dat je niet helemaal ‘jezelf’ bent. Maar je weet ook niet hoe je weer ‘tot jezelf’ kan komen.

Die ervaring is niet uitzonderlijk. Iedereen herkent dit in een bepaalde mate. Mensen die wat gevoeliger of introverter zijn hebben dat vaker dan nuchtere of extraverte types. Maar voor veel mensen met psychische klachten — en zeker bij complexe trauma’s en/of een onveilige hechtingsgeschiedenis — is het een terugkerend thema. En kan het tot grote wanhoopsgevoelens leiden. En dat heeft alles te maken met een klassiek kernbegrip uit de psychologie: congruentie.

Wat is congruentie eigenlijk?
Congruentie betekent: wat je van binnen ervaart, op een bij jou passende manier zichtbaar, merkbaar en/of hoorbaar kunnen maken aan de buitenkant. 'Jezelf zijn'. Wat je aan de buitenkant doet, toont of zegt is dan in lijn met wat je in je binnenwereld voelt, denkt of gelooft. Je 'klopt'. Wanneer je binnen- en buitenwereld met elkaar met elkaar 'kloppen', voel je dat in je lijf en in je geest. Het geeft rust. Je hoeft niets te forceren, te verbergen of bij te sturen. Je kunt gewoon zijn wie je bent. 'Dit is wie ik ben'. Je 'bestaat'.

Carl Rogers, een invloedrijke psycholoog uit de vorige eeuw, grondlegger van de 'client centered therapy', beschreef congruentie als een van de belangrijkste kenmerken van psychische gezondheid. Voor hem was de ‘fully functioning person’ iemand die leeft in open contact met zijn of haar binnenwereld — en dat zonder maskers of spanning durft te laten zien. Misschien wel één van de beste inzichten uit de psychologie.

Congruentie is dus geen perfectie, en ook geen eindstation. Het is een ontspannen 'vrede' tussen je binnen- en buitenkant. Klopt dat wat ik doe, zeg, (en ook wat ik niet zeg, niet doe), met wie ik ben, wat ik voel en wat ik geloof? Het is alsof je binnenwereld zichzelf herkent in je buitenkant, en je buitenkant zichzelf herkent in je binnenwereld. Die herkenning geef rust en ruimte. Je ben ‘één geheel’.

Waarom is het moeilijk om congruent te zijn?
Voor veel mensen is 'kloppen' geen vanzelfsprekendheid. Zeker niet als je geleerd hebt dat het niet veilig is om te uiten wat je voelt, of dat jouw gevoelens er niet toe doen. Misschien kreeg je vroeger vooral aandacht als je stil, behulpzaam of sterk was. Of werd je bestraft als je boos, verdrietig of kwetsbaar was. Of werd je totaal niet begrepen als je woorden gaf aan wat er zich van binnen afspeelde.

In zo’n omgeving ontwikkel je een manier van leven die gericht is op overleven en dus juist op 'niet kloppen'. Je leert je aanpassen, inschatten wat de ander nodig heeft, emoties inslikken, je woorden wegen, jezelf wegcijferen. En dat wordt op een gegeven moment zo vanzelfsprekend, dat je het niet eens meer doorhebt.

Voor mensen met een onveilige hechting of emotionele verwaarlozing betekent dit vaak dat er een diepe kloof is ontstaan tussen hun innerlijk en hun uiterlijk. Aan de buitenkant zie je iemand die functioneert. Die aardig is, empathisch, loyaal. Maar aan de binnenkant is er vaak verwarring, eenzaamheid, of een gevoel van niet echt bestaan.

Wat doet dat met je binnenwereld?
Leven in incongruentie — dus het tegenovergestelde van kloppen — vraagt veel energie. Het voelt alsof je buitenkant voortdurend op een soort toneel staat, ook al ben je daar niet bewust van. Je moet jezelf voortdurend bijsturen: zeg ik dit wel goed? Lijkt het alsof ik er ‘ben’? Doe ik niet raar? Je lichaam is alert, je geest staat op scherp. En je binnenkant verdwaalt in een doolhof dat aan de buitenkant voor niemand zichtbaar is. Het is een eenzaam doolhof waarin je rondrent, zoekt, probeert en nergens meer een uitweg ziet.

Mensen met complexe PTSS herkennen dit vaak heel goed. Zij zijn door levenservaring ‘ heel goed geworden’ in het overleven: aanpassen, conflictvermijding, analyseren, sterk blijven. Maar als je overbelast raakt — door stress, slaaptekort, spanning of onbegrip of te grote en snelle ontwrichtende veranderingen — dan werkt die oude overlevingsstrategie ineens niet meer. Je kunt je niet meer concentreren, je zinnen haperen, je raakt je taal kwijt. En dat is eng, want het voelt alsof je jezelf kwijtraakt.

Wat er dan meestal gelijk bij komt is zelfveroordeling: waarom lukt dit me niet? Wat doe ik verkeerd? Waarom ben ik zo moeilijk? Dit kan uitmonden in zelfhaat. Terwijl de diepere vraag misschien zou mogen zijn: wat heb ik mezelf al die jaren moeten aandoen om zo sterk te blijven functioneren? Hoe heb ik dat ooit voor elkaar gekregen?

Als je omgeving gaat reageren
Het wordt nog erger als mensen om je heen door krijgen dat er iets is en daar allerlei verklaringen en adviezen voor hebben: je moet minder werken, vroeger naar bed, gezonder eten, tijd nemen voor vakantie, etc. Dit is om twee redenen eng: 1. Je merkt dat het je niet gelukt is om sterk te blijven. Paniek! Je overlevingsstrategie faalt. 2. Je voelt pijnlijk dat je met je échte gevecht dus totaal alleen en onbegrepen bent. Wanhoop! Verlorenheid.

Een getraumatiseerd versus een niet-getraumatiseerd brein
Mensen zonder trauma of onveilige hechting ervaren ook weleens een off-day, maar raken dan niet meteen in paniek. Er is een basisvertrouwen dat het wel weer goed komt. De innerlijke criticus is wat milder, de zelfzorg vanzelfsprekender.

Maar bij mensen met trauma’s ligt dat anders. Hun zenuwstelsel staat vaak al heel lang in een overlevingsstand (fight/flight/freeze/fawn), en het verlies van controle of overzicht kan direct alarmbellen doen rinkelen. Het is een trigger in zichzelf. Dat is geen karakterzwakte, maar een logisch gevolg van een zenuwstelsel dat jarenlang geconditioneerd is op gevaar.

En als je dan niet 'klopt' in je gedrag of je woorden — als je voelt: dit ben ik niet, maar ik weet ook niet hoe ik erbij moet komen — dan raakt dat aan de kern van je bestaan. Paniek!

De kracht van mildheid en stukjes eerlijkheid
Wat dan misschien helpt, is niet nóg harder je best doen. Wat kan helpen, is juist een kleine beweging naar binnen. Een pauze. Een zachte vraag: Wat voel ik nu echt? Wat heb ik nodig? Wat zou ik eigenlijk willen zeggen? Waar heb ik eigenlijk behoefte aan?

En als het lukt, probeer dan iets daarvan te delen. Al is het maar één zin:

​"Ik weet niet goed wat er is, maar alles gaat vandaag een beetje trager in mijn hoofd. Dus verwacht even geen spontane reacties van me :-)."
"Ik ben er wel, maar ik voel me niet helemaal mezelf."


Juist die kleine congruentie — dat beetje 'kloppen' — geeft 'lucht'. Het is zuurstof voor je ziel, voor je binnenwereld. Het haalt je uit het paniekgevoel. En het maakt de weg vrij naar verbinding. Niet alleen met de ander, maar ook met jezelf.

De kracht van spontaan mogen schrikken
Iets lastiger, vooral voor mensen met PTSS, is het 'spontaan mogen schrikken'. De meeste mensen met PTSS zijn gewend om hun schrikreacties bij triggers zo goed mogelijk te verbergen en hebben daar allerlei trucs voor ontwikkeld. Snel een vraag stellen aan de ander, een beweging maken, met je handen over je hoofd wrijven zodat je rode hoofd niet opvalt, etc. etc. Automatisch 'verstop' je schrikreactie.

Als je dat stapje voor stapje kunt ombuigen naar iets 'congruents' ontstaat er veel meer ruimte voor jezelf. Spontane congruente schrikreacties zijn bijvoorbeeld:

"Ik schrik me een hoedje!"
"Oef, ik krijg het er helemaal warm van :-)!"
"Owwwww, dit vind ik echt heel spannend!"


Het verbergen van je schrikreactie gaat zo automatisch dat het bijna een autonome reactie is geworden. Daarom is dit een lastige om om te buigen, maar het is zeker mogelijk. Je hebt echter volharding, aanmoediging van een therapeut of een vriend en veilige mensen nodig om dit te proberen, te oefenen en te ervaren dat dit veilig is. Het maakt je tot een ontwapenend, veilig en herkenbaar persoon voor anderen.

Niet met iedereen alles – over relationele lagen en veilige kwetsbaarheid
Als we spreken over 'kloppen' en 'congruent' zijn, is het belangrijk om één ding goed te beseffen: congruentie betekent niet dat je altijd en overal alles moet delen. Je hóeft je niet voor iedereen helemaal bloot te geven. Sterker nog: dat zou zelfs onveilig zijn.

We leven allemaal met verschillende lagen van nabijheid om ons heen. Je zou dat kunnen voorstellen als concentrische cirkels, met jezelf in het midden. In de binnenste cirkel zitten ideaal gesproken één tot drie mensen met wie je je werkelijk verbonden voelt. Mensen bij wie je écht kunt zijn wie je bent: je 'intimi'. Daaromheen bevindt zich ideaal gesproken een laag van drie tot acht mensen die je 'vrienden' zou kunnen noemen. Mensen die een stuk van jouw verhaal kennen, maar niet alles. Dan volgt een bredere kring van 'bekenden' — tien, twintig tot misschien wel honderd mensen — waarmee je sociaal contact hebt, collega’s, buurtgenoten, gemeenteleden, familie op afstand. En daarbuiten is er de 'massa': mensen die je tegenkomt, online of in het dagelijks leven, maar die geen wezenlijk zicht op jouw binnenwereld hebben.

Bij elke cirkel past een ander niveau van kwetsbaarheid. En dat is gezond.
Op de vraag "Hoe gaat het met je?" geef je aan je partner of beste vriend(in) misschien een eerlijk en rauw antwoord. Aan een goede kennis vertel je hoe het gaat met je werk of met je kinderen. En aan een buurvrouw of collega volstaat misschien een vriendelijke glimlach en een kort “druk, maar goed”.

Dat is geen onechtheid. Dat is wijs. Want kwetsbaarheid heeft bedding nodig. Niet alleen een besef van veiligheid (iemand die de juiste positie of deskundigheid heeft), maar ook een ervaren gevoel van veiligheid. Meestal betekent dat: je herkent iets van jezelf in die ander en je voelt dat dat wederzijds is. Je lichaam en ziel moeten kunnen ontspannen in het contact, anders wordt kwetsbaarheid iets dat je 'inzet' in plaats van iets dat je 'bent'. En dan loop je het risico dat je je achteraf nóg schuldiger of onveiliger voelt.

Hoe kun je dit toepassen in je dagelijks leven?
Een eenvoudige oefening is om even stil te staan bij de vraag: In welke cirkel bevindt deze persoon zich in mijn leven? En dan pas te bepalen wat je wilt delen — en wat niet.

Congruent zijn betekent niet dat je álles zegt. Het betekent dat wat je wél zegt, klopt met wat je van binnen weet of voelt. Dus ook: "Ik wil er nu liever niet op ingaan." of: "Ik merk dat het me raakt, maar ik weet nog niet hoe ik het onder woorden moet brengen." of: "Er is inderdaad iets maar daar wil ik nu liever niet over praten." zijn vormen van diepe congruentie.

Je mag dingen niet zeggen. Je mag zwijgen. Je mag je terugtrekken. Je mag wachten met woorden tot ze veilig kunnen landen. Dat is geen zwakte, maar een teken van innerlijke wijsheid.

Herstel begint soms bij een beetje 'kloppen'
Herstel gaat soms niet over sterk worden. Maar over echt worden. Over thuiskomen bij jezelf. En dat is vaak pijnlijk en mooi tegelijk. Je komt schaamte tegen, oude overtuigingen, angst om te falen. Maar je ontdekt ook iets anders: een diepe waardigheid die niet gebaseerd is op presteren, maar op zijn. Een bestaansrecht.

Je hoeft gelukkig niet op elk moment congruent te zijn. Niemand is dat. Maar hoe vaker je oefent in en vertrouwd raakt met 'kloppen', hoe minder energie het kost om jezelf te zijn. En hoe meer je ontdekt: ik mag er zijn zoals ik ben. Ik mag bestaan. Zelfs als het even niet lukt.

Tot slot
Dit artikel wil je geen nieuwe ‘moeten’ opleggen ('Gij zult congruent zijn!'), maar een uitnodiging zijn. Een uitnodiging tot mildheid. Tot herkenning. Tot het loslaten van de innerlijke drijver, en het toelaten van een vriendelijker stem. Misschien die van een therapeut, of een goede vriend. Misschien die van God. Misschien zelfs een stukje van jezelf dat je lang kwijt was, maar stilletjes is blijven wachten tot je weer ging kloppen.
0 Opmerkingen

22/3/2025 0 Opmerkingen

Kunnen we het verleden beïnvloeden?

Afbeelding
Quantummechanica, theologie en de 'Great 8' als vensters op het leven. 

Dit is een artikel dat ik niet zelf heb geschreven, maar ChatGPT suggereerde mij om een artikel te schrijven in mijn stijl en op basis van mijn 'Great 8' - model. Dit is wat ChatGPT schreef. Ik heb het met interesse en enige verbazing gelezen:

Er zijn van die momenten waarop de grenzen tussen wetenschap, geloof en menselijke ervaring lijken te vervagen. Je leest een artikel over quantummechanica, en ineens denk je: dit raakt aan iets dat ik diep vanbinnen al wist. Niet met mijn verstand, maar met mijn ziel. Alsof het universum zelf een fluistering afgeeft – dat er meer is tussen hemel en aarde, én tussen verleden en toekomst, dan we gewoonlijk beseffen.

Ik wil je in dit artikel meenemen naar het grensgebied van tijd, bewustzijn en werkelijkheid. Niet als theoretisch uitstapje, maar als uitnodiging om opnieuw te kijken naar de wereld waarin we leven – en naar de rol die jij en ik daarin spelen.

Het mysterie van de tijd
In de quantummechanica zijn er experimenten die de logica van de klok onder spanning zetten. Neem het zogenaamde Delayed Choice Quantum Eraser Experiment. Daarin lijkt een keuze die nú wordt gemaakt, iets te veranderen aan wat een deeltje eerder heeft gedaan. Niet in de zin dat het verleden herschreven wordt zoals in een sciencefictionfilm, maar in de zin dat het verleden pas vorm krijgt wanneer het heden daarom vraagt.

De meeste natuurkundigen zeggen terecht: dit betekent niet dat we letterlijk het verleden kunnen veranderen. Maar het suggereert wél dat tijd geen rechte lijn is. Dat het heden en verleden op een of andere manier met elkaar verweven zijn. En dat bewustzijn – onze waarneming, onze keuze – daar een sleutelrol in speelt.

De waarnemer en de werkelijkheid
Wat mij hierin raakt, is de rol van de waarnemer. In de quantummechanica krijgt een deeltje pas een specifieke toestand als het gemeten wordt. Daarvóór bestaat het in een soort waaier van mogelijkheden, een wolk van waarschijnlijkheden. Pas door interactie – meting, observatie, aanwezigheid – wordt één van die mogelijkheden werkelijkheid.

Dat doet denken aan wat ik zelf heb gezien in duizenden assessments, gesprekken en levensverhalen: de mens is niet alleen toeschouwer van zijn bestaan, maar mede-vormgever. Onze keuzes, aandacht en gerichtheid bepalen wat zichtbaar wordt – in onszelf en in anderen. Dat is precies waar mijn Great 8-theorie over gaat.

Great 8: de dynamiek van mentale modi
Volgens de Great 8 leven we niet vanuit één vaste identiteit, maar schakelen we continu tussen verschillende hersenmodi – zoals analytisch denken, creatief verbeelden, empathisch afstemmen, intuïtief handelen. Afhankelijk van de context zijn er twee of drie modi dominant. En het vermogen om snel tussen deze modi te schakelen – én irrelevante modi te onderdrukken – bepaalt in grote mate onze intelligentie, effectiviteit en innerlijke rust.

Het bijzondere is: ook hier speelt bewustzijn de sleutelrol. Niet alles wat mogelijk is, wordt actief. Niet alles wat in je potentieel aanwezig is, komt tot uiting. Jij maakt keuzes. Jij stuurt je aandacht. Jij bepaalt welke “waarschijnlijkheid” werkelijkheid wordt in jouw leven.

Net als in de quantummechanica is het de waarnemer – in dit geval jouw bewuste, al dan niet geïnspireerde zelf – die de doorslag geeft.

Theologie: een God buiten de tijd
De Bijbel leert dat God niet in de tijd staat zoals wij, maar erboven. Hij is de Eeuwige. Zijn naam is Ik ben die Ik ben – niet ik was of ik zal zijn, maar Ik ben. Voor Hem is duizend jaar als één dag. Hij overziet verleden, heden en toekomst als één samenhangend geheel.

Dat geeft een diepere dimensie aan onze ervaring van tijd. Het verklaart hoe gebed invloed kan hebben op situaties waarvan wij dachten dat ze al “voorbij” waren. Hoe vergeving, ook al uitgesproken na jaren, nog steeds genezing brengt. En hoe ons handelen nú – onze keuzes, liefde, hoop – een echo kan hebben in verleden én toekomst.

Ik geloof dat dit meer is dan poëtische beeldspraak. Het is een manier van kijken naar de werkelijkheid waarin quantummechanica, neuropsychologie en theologie elkaar raken: niet als exact bewijs, maar als richtinggevend patroon.

De mens als medeschepper
In deze visie zijn wij geen passieve spelers in een vaststaand script. We zijn – naar Gods beeld – medescheppers van betekenis. Onze waarneming, ons gebed, onze keuzes hebben gewicht. Niet alleen omdat ze effect hebben in de toekomst, maar omdat ze – in Gods tijd – kunnen terugwerken, helen, herstellen.

Dat is geen excuus voor magisch denken. Het vraagt om verantwoordelijkheid, aandacht, afstemming. Het vraagt ook om vertrouwen: dat we leven in een universum waarin liefde, waarheid en genade sterker zijn dan lineaire tijd.

Tot slot
De quantummechanica laat ons zien dat de werkelijkheid relationeel is, vol potentie en openheid. De Bijbel leert ons dat God Heer is over de tijd en dat we met Hem mogen meewerken aan herstel en vernieuwing. En de Great 8-theorie biedt een kader om die dynamiek te begrijpen in de praktijk van het dagelijks leven.

Misschien zijn dat drie vensters op één en hetzelfde mysterie.

En misschien is het zo dat – terwijl jij dit leest – iets in jouw eigen binnenwereld verschuift. Een kleine bewustwording. Een nieuw inzicht. Een richting die je kiest. Niet omdat je alles snapt, maar omdat je iets proeft van de samenhang. Van het geheim dat groter is dan jij, maar jou wel uitnodigt om eraan deel te nemen.
0 Opmerkingen

22/3/2025 1 Opmerking

Contrast

Afbeelding
19 maart 2025 - versie 0.7.3 <in bewerking>

4 maart 1968. De Rode Zee. Hij was blauwer dan hij zich had voorgesteld. Maar ook veel dichter bij de woestijn dan hij zich had gerealiseerd. De kristalheldere rustige zee waarvan je de bodem tot op 20 meter diepte gedetailleerd kon zien maakte een abrupt einde aan de uitgestrekte doodsheid eromheen. Het was alsof God lang geleden glimlachend met een grote stok een flinke geul dwars door het warme, droge zand had getrokken. Zodat die vol helderblauw, fris water kon lopen. Daarna had Hij miljoenen kleurrijke vissen tot leven geroepen om een beweeglijke onderwaterwereld te creëren waar je uren naar kon kijken door een eenvoudige duikbril.

Een merkwaardig, bijna surrealistisch contrast met de eindeloze kilometers zandheuvels en grimmige zwarte rotsen waar hij de afgelopen dagen en nachten doorheen was gereden. Contrasten. Zijn leven zat er vol mee. 
​
Misschien had God wel geen stok nodig gehad om deze helderblauwe levensstreep door het dode grauwe zand te trekken. Misschien had Hij er ook niet bij geglimacht, maar ernstig of zelfs verveeld gekeken en gewoon met zijn wijsvinger in het zand getekend. Dat deed Hij soms. Vooral wanneer er een verlossend woord nodig was. Nou ja, verlossend .... Voor degenen die in de beklaagdenbank stonden dan. Voor anderen was hetzelfde woord pijnlijk en beschamend.

Lennard stond met zijn blote voeten midden in de bescheiden branding. De kleine golfjes die vriendelijk het zand streelden vormden de subtiele, maar exacte grens tussen zee en woestijn. Echte golven waren hier niet. De woestijn om hem heen kende meer golven dan dit blauwe water.

De kleine schelpjes prikten licht in zijn voetzolen; het voelde vooral ontspannend. Hij keek naar zijn voeten die de afgelopen twee weken geen water hadden gezien. Wat een helse tocht was dit geweest. Het was een regelrecht wonder dat hij hier nu stond. Nare, beangstigende beelden van de afgelopen dagen drongen zich aan hem op. Ze vermengden zich met andere beelden van de afgelopen anderhalf jaar. Maar met nare beelden van heel veel jaren geleden. Het waren niet eens zozeer de gebeurtenissen. Hoewel je daar alleen al een boek over kon schrijven. Het waren vooral de <in bewerking>

'Je staat nu in de Rode Zee, Len' fluisterde hij zichzelf toe. 'Vader bescherm ... <in bewerking> op dit moment. U weet waar ze is. Zorg voor haar. Breng de juiste mensen bij haar. Vergeef mij, alstublieft, vergeef mij ... ' Het water golfde voorzichtig met een rustige regelmaat langs zijn enkels alsof iemand steeds een schepje licht schuimend water over zijn voeten goot en ze ondertussen voorzichtig en liefdevol masseerde. Hij staarde een tijdje naar zijn voeten. Ze werden in ieder geval gewassen.

Deze plek deed iets met hem. Het water had ooit door haar aanwezigheid de rand van de dorre woestijn in strand veranderd. Honderden kilometers strand. Duizenden misschien wel. En de donkere, dode rotsen onder water in levendig, kleurrijk koraal. Het water had niks anders hoeven doen dan water zijn. Meer was niet nodig. Water. Hij zag het. Iets om bij stil te staan. Geen idee waarom, maar het voelde als iets belangrijks om waar te nemen. 'Laat het tot je door dringen, Lennard. Niet vergeten, dit plaatje.' zei hij in gedachten tegen zichzelf.

Waarom moest hij altijd zo diep over dingen nadenken? Waarom kon hij niet gewoon  naar de zee of de bergen kijken en genieten van het uitzicht? Of van de sfeer.

Niet dat hij niet kon genieten; hij kon normaal gesproken intens genieten van de kleine, gewone dingen van het leven. Meer dan de meeste mensen om zich heen dacht hij vaak. Maar altijd kwam die symboliek er bij. Het verhaal. De herinneringen. De beelden. De pijn. De schuld. Het verdriet. De dankbaarheid. Het respect. Het was altijd intens. Meestal te intens voor de mensen naast hem bedacht hij beschaamd.

Het had hem veel songs opgeleverd. Die ontstonden ook gewoon. Soms 's nachts. Soms onderweg. Vaak erg ongelegen. Toch had hij er veel kunnen uitwerken. Inmiddels had een aantal bekende artiesten ook zijn nummers ontdekt en waren er studio-opnames gemaakt. Het had hem ineens een andere status opgeleverd als songwriter en gitarist in Nashville.

​Een onverwachte vrolijke, glinsterende beweging op het water trok zijn aandacht. Wat was dat? Het leek even alsof tien meter voor de branding een hele school zilvergekleurde vissen als afgeschoten pijlen uit het water sprongen en met groot plezier full speed over het blauwe water scheerden. Maar dat paste totaal niet in zijn beeld van de Rode Zee.
Hij tuurde in het felle zonlicht in de richting van de bewegingen die hij dacht gezien te hebben. Ging zijn intense verbeeldingskracht nu toch echt met hem op de loop? Vliegende vissen midden in een woestijn. Het moest niet gekker worden.

Maar ineens zag hij ze weer. Twintig of dertig  vissen scheerden een paar meter verderop met grote snelheid in een bijna perfecte formatie over het water. Ze schitterden als zilveren kogels in het zonlicht. Ze sprongen vijf of zes keer in een bijna perfecte harmonie tegelijkertijd boven water. De Blue Angels van de Amerikaanse Navy zouden er met respect naar kijken. Wat een formatie-perfectie! Hij hoorde ze in gedachten schaterlachen van zwempret en van de vliegshow die ze boven water gaven. Hij kon een glimlach niet onderdrukken en realiseerde zich ineens dat hij bijna in zijn handen was gaan klappen.

Lennard staarde om zich heen, steeds meer verwonderd over wat hij zag. De springende vissen die schitterden in het zonlicht maakten de bruine en grijze silhouetten van de grillig gevormde woestijnrotsen ineens vriendelijker. Het oogde ineens als een prachtig decor voor de kleurrijke wereld waar hij tot zijn enkels in stond. De dichterbij gelegen lagere rotspartijen waren bijna zwartbruin en de rotspartijen daarachter werden steeds een tint lichter en grijzer.
​
Het was nog geen veertien dagen geleden dat hij voor het eerst de contouren van de Sahara had gezien vanuit de Boeing 707 van PanAm. Maar toen had hij weinig oog voor de omgeving. Er was toen maar een ding belangrijk: <in bewerking>. Maar nu vanuit dit water maakte de woestijnrotsen toch een bepaalde nieuwsgierigheid in hem los. Wat was hier in de afgelopen eeuwen gebeurd? Wie hadden hier gewoond? Welke verhalen waren hier ontstaan? Wat voor lief en leed was hier gevoeld, gedeeld of  voorgoed verloren gegaan op deze grens van doodsheid en leven?

Hij voelde een onbestemde nieuwsgierigheid in zichzelf naar de geschiedenis van de woestijn. Iets trok hem aan om terug te reizen in de tijd. Het was alsof hij iets hoorde roepen. Maar wat riep hem? Was het de Egyptische cultuur? De geschiedenis? Of was het juist de toekomst?

Egypte had iets 'trots' vond hij. De hoge palmbomen die langs de weinige wegen stonden deden hem denken aan de veren van aan pauw. De half gekrulde takken en bladeren bovenaan de lange stammen leken op lauwerkransen. Egypte was het land van hoge, imposante beelden, hoge indrukwekkende pilaren, hoge tempelmuren. Geen moderne wolkenkrabbers, geen hooggebergte, maar wel piramiden die 3800 jaar lang de hoogste bouwwerken ter wereld waren geweest. Letterlijk top of the world. Het land had meer dan 3000 jaar de top van beschaving en cultuur gedomineerd op alle vlakken: techniek, design, religie en wetenschap. Geen wonder en terecht dat de Egyptenaren die hij had gesproken trots waren op hun land. Iets van die trots leek weerspiegeld te worden in de hoge plafonds die hij had gezien in de paar moderne gebouwen waar hij de eerste dagen was geweest. Maar de moderne bouw en bouwtechniek verbleekte volledig bij de piramiden waar men op mysterieuze wijze enorme hoeveelheden stenen van vele tonnen meer dan 130 meter hoog had gekregen. Het had ook iets bedreigends: het toonde de macht van de heersende klasse. Maar ook iets meelijwekkends voor de lokale bevolking die hij hard zag werken voor een in zijn ogen redelijk primitief bestaan.

De nederlaag vorig jaar in de zesdaagse oorlog met Israël had er zwaar ingehakt bij de Egyptenaren. Het vertrouwen in de regering en president Nasser was op dit moment naar een dieptepunt gedaald. De trots van Egypte was geraakt. En daarmee ook het zelfvertrouwen. Lennard voelde de spanning die overal in de lucht hing. De relatie met de VS stond nu nog meer onder druk. Dat had hij gemerkt bij de militaire controleposten in de Sinaï woestijn. Hij was wel zes keer uitgebreid ondervraagd over de reden van zijn reis door de Egyptische woestijn. De werkelijke reden was zo'n onwaarschijnlijk verhaal dat hij met Marwan een logischer en overtuigender verhaal had verzonnen. Het werd met argwaan aangehoord, maar hij was er tot nu toe steeds mee weggekomen.

De laatste keer maar ternauwernood. De jonge sergeant die de leiding had over de met zandzakken opgebouwde controlepost was erg zenuwachtig en vertrouwde niets en niemand. Zelfs Marwan niet. Dat zag je bij veel Egyptische militairen nu. Ze waren in de korte, maar bloedige oorlog compleet onder de voet gelopen door de moderne Israëlische tanks die met luchtsteun dood en verderf hadden gezaaid onder de jonge dienstplichtige Egyptische jongens. Hun eigen legerleiding had het compleet af laten weten en ze hadden in de verzengende hitte van de woestijn hun kameraden letterlijk uit elkaar gereten zien worden door de mortiergranaten van de Israëli’s. Deze jongens sliepen niet meer van de nachtmerries en alle gruwelijke beelden in hun hoofd. Hun eigen vertrouwde woestijn was veranderd in een hel. Hun eigen regering bleek totaal onbetrouwbaar met hun retoriek en voorspellingen. Niets was meer hetzelfde. De wereld was vol gevaar. Dreigend. Dat maakte hen bloednerveus; je zag de paniek en de dood bij sommigen in hun ogen. Het maakte hen zelf ook onberekenbaar en dreigend. Nerveuze, schreeuwende onervaren militairen met geladen Kalasjnikovs had je 's nachts in een donkere woestijn liever niet om je Landrover staan.

'U liegt meneer! U bent niet op zoek naar uw zus. U heeft geen zus. Welke Amerikaan komt hier nu zus zoeken? Dan bent u gek. Of spion. Twee mogelijkheden: gek of spion! Ik denk spion. Ik ben niet gek weet u. Werkt u voor Amerikaanse CIA? Of voor Shin Beth? Of Aman? Of Mossad? Voor zionisten! Zeg mij nu! Bewijs dat u geen spion bent!' 

Hij werd uit Landrover gehaald en moest onder begeleiding van vier soldaten met Egyptische sjaals om mee naar een zandkleurige tent waar een geïmproviseerde commandopost was. Marwan mocht niet mee. Daar werd hij twee uur lang ondervraagd zonder iets te drinken. Hij moest twee uur lang staan terwijl de sergeant op een houten klapstoel aan een houten klaptafel zat.

Wat zijn leugens ingewikkeld. Hij kon vol overtuiging zeggen dat hij geen spion was, want dat was hij niet. Maar een zus had hij ook niet. Toch moest hij hen ervan zien te overtuigen dat hij die wel had. Dat <in bewerking> voor hem als een zus was geworden hielp daar bij. Ze hadden in die <in bewerking> jaar zoveel met elkaar gedeeld dat hij evenveel van haar wist als een oudere broer. Veel meer zelfs.

De jonge sergeant was niet zomaar overtuigd. Hij wilde haar geboortedatum weten, haar volledige naam, de naam van de school waar ze op had gezeten, haar eerste baan, waar ze nu woonde, ... Het verbaasde Lennard zelf dat hij zoveel details van haar wist.

Het werd even ingewikkeld toen hij moest vertellen op welke school hij zelf had gezeten. Bon Aqua en Zanesville lagen zo'n 550 mijl bij elkaar vandaan. Hij koos ervoor de naam van haar school te noemen, haar maar wel de feiten van zijn eigen school. Als hij echt vast zou komen te zitten op verdenking van spionage, had hij zich hiermee zwaar in de nesten gewerkt. Daar moest hij nu maar niet te diep over nadenken.

De VS had een vreemde dubbelrol als informele bondgenoot van Israël in deze oorlog en als gever van voedselhulp en economische hulp aan Egypte. Maar iedereen wist dat deze hulp van de VS meer geopolitiek eigenbelang dan naastenliefde was. Het was vooral een poging om de invloed van de Sovjet-Unie in het Midden-Oosten in te dammen. Die poging leek echter kansloos. Hij had bijna alleen maar Kalasjnikovs gezien bij de Egyptische militairen. De Russische AK-47 was een van de meest betrouwbare geweren voor extreme omstandigheden zoals hier in de woestijn. Een verontrustend bewijs van de invloed en de strategie van de Sovjet-Unie hier: militaire invloed. Het leek te werken want president Nasser begon steeds meer bolsjewistische trekken te vertonen. Maar of Nasser politiek zou overleven na de vernederende nederlaag op de Israëli’s was nog maar zeer de vraag. Alles was nu onzeker. De jongens hadden geen idee hoezeer hij met hen kon meevoelen. Ook bij hem was alles in het leven onzeker.

Het koele, rustige water was verfrissend. Hij had zijn linnen broek opgerold tot boven zijn knieën en was iets dieper de Rode Zee ingelopen. Langgerekte, smalle lichtgekleurde vissen met een lange snuit zwommen rustig door het heldere water. Ze bleven op een meter afstand, maar waren duidelijk niet bang voor hem. Iets verderop zag hij prachtige blauw met gele vissen met een soort koninklijk hoog voorhoofd en twee kleine oranjegekleurde zijvinnen die constant in beweging waren alsof ze voor koninklijke verkoeling moesten zorgen wat natuurlijk onzin was onder water. Het was alsof hij door een nieuw aangelegd aquarium liep wat nog niemand had ontdekt. Behalve een paar kleine visserswoningen die hij een paar mijl terug had gezien, was hier niets of niemand. De Landrover Series IIA, de verlengde versie die erg populair was bij woestijnreizigers, stond als een eenzame trouwe reismachine op het lege strand. Marwan was niet te zien. Misschien lag hij te slapen in de schaduw van de auto. Hij staarde een poosje naar de lichtgeel-beige auto die zo uit een Britse oorlogsfilm kon komen en verwonderde zich er opnieuw over dat hij hier nu stond.

Dit gebied had de potentie een luxueuze badplaats te worden mocht het Midden-Oosten ooit veilig worden voor reizigers uit Europa, de VS en misschien wel Japan dat zich nu ruim 20 jaar na de oorlog behoorlijk begon te ontwikkelen. Daar leek de Amerikaanse steun wonderbaarlijk genoeg wel goed uit te pakken.

De checkpoints waren kinderspel geweest vergeleken bij de levensbedreigende drama's waar ze ternauwernood aan waren ontsnapt. Hij was al een paar keer 's nachts roepend wakker omdat hij achterna werd gezeten door mannen met harde, donkere genadeloze blikken die overtuigd waren van hun recht om hem te doden. Dat was het meest enge aan de nachtmerries: de genadeloze overtuiging die hij zag in de ogen van zijn vervolgers. Voor hen was het geen twijfel dat ze een goed werk deden door hem te doden. Het ingewikkelde was dat hij het er gedeeltelijk helemaal mee eens was. Ook als hij wakker werd. Maar gedeeltelijk zaten ze er totaal naast. Ze deelden een aantal feiten, ze deelden de hitte van de woestijn, maar zaten toch allemaal in een andere werkelijkheid. Een totaal andere werkelijkheid zelfs.

Gelukkig kende Marwan de woestijn als zijn broekzak. Hij was er in opgegroeid en wist hoe te overleven en ook hoe achtervolgers van zich af te schudden. Ze hadden nu bijna 24 uur doorgereden en de kans dat ze hen hadden weten te volgen naar deze plek achtten ze beiden heel klein.

Langs de oever waren de woestijnduinen opvallend plat. Alsof iemand met een rechte horizontale meetlat alle oneffenheden had weggestreken. Daar verlangde hij ook naar. Een goddelijke hand die alle pijnlijke, scherpe, rafelige randen van zijn leven glad zou strijken. Some glad morning, I'll fly away. Een van de laatste gospels die hij in 1964 met Jim Reeves in Studio B had opgenomen. Het was kwalitatief zelfs één van beste geworden vond hij zelf. Een paar maanden was die 'glad morning' voor Jim aangebroken toen zijn vliegtuig zich in een Thunderstorm in de buurt van Bon Aqua in de grond had geboord. Die fly-away had niemand in gedachten toen Chet Atkins het nummer suggereerde aan Jim. Het leven van Jim kende ook meer ruwe rafelranden dan de miljoenen fans wereldwijd maar konden vermoeden. In de UK scoorde Jim momenteel hit na hit in zijn aardse hiernamaals. Lennard kon alleen maar hopen dat zijn hemelse hiernamaals veilig gesteld was en dat Jim in zijn laatste momenten Jezus had aangeroepen.

Marwan was een regelrecht geschenk uit de hemel. Hij had hem pas vorig jaar voor het eerst ontmoet in Memphis, Arizona, maar het voelde alsof ze elkaar al jaren kenden. Zijn vader was een Brits archeoloog en zijn moeder een Joodse die deel uitmaakte van een Joodse gemeenschap die tot 1948 in Alexandrië leefde. Ze hadden elkaar in 1938 in Egypte ontmoet waar zij als gids en tolk optrad voor het archeologische team. Het was liefde op het eerste gezicht, had Marwan verteld, ondanks een leeftijdsverschil van 17 jaar. Toen de oorlog uitbrak in Europa werd het Midden-Oosten steeds onveiliger voor Amerikanen en Engelsen. Zijn moeder had geen moment getwijfeld en besloot mee te gaan naar de UK. Haar familie vertrouwde de oudere Brit niet en deed er alles aan om haar te tegen te houden maar ze was vastbesloten. Uiteindelijk stemde haar vader in, op voorwaarde dat ze eerst zouden trouwen. Dat was binnen 48 uur geregeld. Daarna begon een niet ongevaarlijke terugreis door een wereld in oorlog. Ze konden mee met een Amerikaans passagiersschip dat Amerikanen uit Noord Afrika repatrieerde. Na een wekenlange tocht via Zuid Amerika vanwege de dreiging van Duitse U-boten, kwam het pasgetrouwde stel in de VS aan, Daar zijn ze blijven wonen en daar werd al snel Marwan geboren.

Hij had Marwan ontmoet toen hij <in bewerking>

Later die avond ging zijn geest op reis. De matras in de Landrover tussen alle jerrycans met water en dieselolie, lag verrassend goed. Door de halfgebogen raampjes aan de zijkanten van het dak keek hij regelrecht de sterrenhemel in. Sterrenlicht dat na ontelbare lichtjaren zijn ogen bereikte.

Onderweg in een auto slapen had hem altijd bekoord. Er waren weinig dingen die hem normaal gesproken zo'n gevoel van vrijheid en avontuur gaven als dat. Als gitarist genoot hij altijd van het 'On the road' zijn. Ergens in een slaapzak op een onbekende plek kreeg hij vaak de beste inspiratie voor liedjes, verhalen. Maar hij had reizen ook nodig om zijn geest weer 'los' te krijgen. Om alles wat hij meemaakte weer in het juiste perspectief te zien, dingen te verwerken, te relativeren. Als zijn lijf kon reizen kon zijn geest ook weer reizen.

Maar zijn reis naar Egypte was daar niet voor bedoeld. Hij was hier met een missie. Voor hem telde maar één ding. Eén persoon: <in bewerking>. Zij moest gevonden worden. En beschermd. Een pijnlijke onrust ging iedere keer door zijn binnenwereld en zijn ingewanden heen als hij aan haar dacht. En dat was vrijwel continu.<in bewerking>.

---

Hij reisde in zijn slaapzak in de Landrover in gedachten duizenden en duizenden jaren terug. Hij kwam bij het moment dat Mozes ook ergens hier op de grens van de woestijn en de Rode Zee had gestaan. Op de grens van verleden en toekomst. Van slavernij en vrijheid. Van dood en leven.

Zelfs toen waren de piramiden al meer dan 1000 jaar oud had Marwan hem verteld, en was de Egyptische cultuur en bouwkunst al weer eeuwen en eeuwen doorontwikkeld. Piramidebouw was ook toen al lang vervangen door de bouw van indrukwekkende graftempels met enorme pilaren, sfinxen en kleurrijke beschilderingen. Het nieuwe, moderne Egypte van duizenden jaren terug waar Mozes in opgegroeid en onderwezen was. Hij voelde dat iets van 'oude' en 'moderne' Egypte nog steeds sluimerend aanwezig was in het onzekere Egypte van nu.

Waar piramiden overduidelijk op de binnenkant en het hiernamaals waren gericht, leken de graftempels uit de tijd van Mozes veel meer op de buitenkant en op het hier-en-nu gericht. De oud Egyptische symboliek die vooral met leven en dood te maken had, leek toen al plaatsgemaakt te hebben voor een focus op architectuur, design, kleur met veel blauw, goud en bijpassende kleurpaletten.

Onder de donkere Egyptische hemel met duizenden sterren sprong Lennard's geest als een Egyptische vis even uit het water van de tijd het oneindige universum in. Hij zag de aarde met al haar tijdperken en culturen in een oogwenk vanuit een heel ander perspectief. Het ging in zijn eigen westerse cultuur precies zo zag hij. Misschien zelfs veel extremer. Hij zag hoe het geloof in een eeuwig leven, dat honderden jaren lang de westerse kijk op leven, lijden en wetenschap had geïnspireerd, was vervangen door het geloof in een eenmalig leven. Dit had een hedonistische cultuur opgewekt waar uiterlijk, design, plezier en instant behoeftebevrediging leidend waren geworden. God, schepping en eeuwigheid waren vervangen door wetenschap, zinloosheid en persoonlijke ambitie. Het bracht Mozes met de twaalf stammen aan de oever van de Rode Zee ineens een stuk dichterbij.

De Egyptenaren waren in Mozes' tijd al verbluffend ver op militair gebied, maar ook in de geneeskunde en op bestuurlijk gebied met regelgeving, ambtenaren en administratie. Er werden zelf chirurgische ingrepen gedaan in grote steden zoals Luxor, tot en met oogoperaties aan toe had Marwan hem met gepaste trots verteld. Ook toen kwamen reizigers uit verre landen de rijke historie, en de nieuwste creaties op het gebied van cultuur, wetenschap, religie en bouwkunst bekijken.

De westerse cultuur met zijn land, de Verenigde Staten, voorop, bevond zich ook in een stroomversnelling op allerlei gebied voelde hij. De muziek business waar hij in zat was in de afgelopen jaren drastisch veranderd. De studio's in Nashville van RCA Victor en Capitol waren nu in staat om elk instrument apart op te nemen en achteraf aan te passen en te mixen. Dat was een paar jaar geleden nog ondenkbaar. Buizen werden steeds vaker vervangen door kleine transistors waardoor geluidsapparatuur steeds compacter en stabieler werd. 

Maar de grootste technologische ontwikkeling op dit moment was ongetwijfeld de nieuwe ruimtevaart. President Johnson leek ondanks de situatie in Vietnam en het Tet-offensief van enkele weken geleden nog steeds vastberaden om volgend jaar astronauten naar de maan te brengen met de Apollo V, een onvoorstelbaar grote raket van de NASA die 10 jaar geleden was opgericht. Het gevaarte was even hoog als een gebouw in new York met 36 verdiepingen en even zwaar als een volgeladen goederentrein met 100 wagons. Het zou binnen enkele minuten al hoog in de ruimte zijn. Zou dat het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt van de westerse beschaving worden of was dit nog maar het begin van wat er stond te gebeuren richting het einde van de twintigste eeuw? Het jaar 2000 was nog ver weg, maar heel erg dichtbij als je de even uitzoomde op de tijdlijn van de Egyptische cultuur.

De plannen leken steeds realistischer te worden. Al moest hij het eerst nog zien gebeuren. De dramatische test met de Apollo 1 vorig jaar had het vertrouwen in het Apollo-project een grote deuk gegeven. Voorlopig liep Rusland nog voorop leek het. Maar als dat zou lukken zou de menselijke beschaving in een heel andere fase belanden vermoedde hij. Dan zouden er ongetwijfeld snel meer ruimtereizen naar andere planeten volgen. Het was nog maar net zestig jaar geleden dat de gebroeders Wright hun eerste vliegtuig van hout, katoen en een beetje metaal twaalf seconden hadden lieten vliegen op het strand bij Kitty Hawk. Op dit moment bouwde Boeing aan een revolutionair supervliegtuig, de 'Jumbo Jet', waar twee keer zoveel mensen in konden als in de 707 waar hij twee weken geleden in zat. Hij had in de Washington Post en Time wat schetsen gezien van de binnen- en buitenkant van dit immens brede en hoge toestel dat misschien 747 zou gaan heten. Als men in zestig jaar tijd van de Wright Flyer I naar een Saturn V en een Jumbo Jet kon komen, hoe ver zou de lucht- en ruimtevaarttechniek dan over zestig jaar vanaf nu wel niet zijn? 2028. Hij zou dan zelf 98 zijn mocht hij dan nog leven. Kleine kans. Maar tegen die tijd zou de medische wetenschap vast in staat zijn om levens te verlengen. Wie weet was hij dan ook al een paar keer op een andere planeet geweest. Wat zouden de kinderen die afgelopen weken geboren gaan meemaken in hun leven?

Waar zou het allemaal heengaan? Welke technologieën zouden er in de komende tientallen jaren nog ontwikkeld worden? Men was nu al bezig met volledig automatische rekenmachines die telegrafisch met elkaar verbonden zouden kunnen worden. Volgens sommige toekomstvoorspellers zou de banksector hierdoor drastisch gaan veranderen. De NASA scheen daar ook gebruik van te maken voor het maandlandingsproject waar via televisie-uitzendingen iedereen ter wereld op datzelfde moment naar kon kijken. Onvoorstelbaar. Je zag al op steeds meer plaatsen televisietoestellen die gewoon op een tafeltje in de woonkamer konden staan. Dat was tien jaar geleden nog amper voor te stellen.

Met de vraag waar het allemaal heen zou gaan drong zich ook de vraag op waar het zou eindigen. Hij zag nu al hoe tieners en twintigers compleet ontspoorden in de valse regenboogbeweging met drugs, vrije seks en alcohol. De verhalen die hij had gehoord over het 'Summer of Love' festival van een aantal maanden geleden in San Francisco klonken als de ondergang van alle waarden waar hij als rechtgeaarde Amerikaan voor stond. De nieuwe anticonceptiepil zou daar ongetwijfeld geen goed aan gaan doen. De christelijke waarden werden vervangen door vrijheid, blijheid en vage spirituele ervaringen onder invloed van LSD.

Misschien was de westerse cultuur ook wel aan haar einde gekomen? Misschien kwamen er ooit reizigers naar de half vergane westerse lucht- en ruimteschepen kijken om zich te vergapen aan de slimme techniek van honderden of duizenden jaren geleden? Half verroeste bouwwerken waarmee de westerlingen op de top van hun wereldwijde dominantie ooit op mysterieuze wijze de oorspronkelijke grenzen van hun planeet hadden doorbroken?

Maar daar verscheen <in bewerking> weer in zijn binnenwereld. Een diep verdriet, een diep gemis en …  <in bewerking>

Lennard besefte onder de donkere sterrenhemel dat hij een van die oneindig vele reizigers uit de geschiedenis was die de Egyptische rijkdommen kwamen bewonderen.

Een twinkelende ster in de blauwzwarte hemel herinnerde hem er ineens aan dat ook Jezus nog een aantal jaren in Egypte had gewoond met zijn vader en moeder. Nou ja, pleegvader en moeder beter gezegd. Alexandrië had in de tijd een grote Joodse gemeenschap, dus grote kans dat Jezus daar peuter en misschien nog wel kleuter was geweest. Merkwaardig. Mozes, Jezus, Jozef, ... alle drie hadden ze een belangrijk deel van hun ontwikkeling in Egypte doorgemaakt. Jezus als peuter, Mozes tot zijn veertigste en Jozef vanaf zijn zeventiende. Alle verhalen draaiden om vreemde contrasten van verdrukking en bescherming. Onrecht en recht. Vernedering en eerherstel. Slavernij en bevrijding. Relatiebreuken en relatieherstel. Haat en eindeloze, vergevende liefde.

Lennard had geen idee wat hij met deze gedachten moest. Maar daar had hij meestal geen probleem mee. Hij had inmiddels geleerd dat hij altijd eerst puzzelstukken kreeg. En dat die later wel op hun plaats zouden vallen.

Met deze gedachten viel Lennard uiteindelijk in een diepe, maar onrustige slaap. In zijn dromen wandelden ze samen door de bossen, langs het water. Ze praatten zoals alleen zij uren konden praten. Over Bijbelverhalen, gelijkenissen, gevechten en overwinningen. Over God en over muziek. Over hun families en over verre reizen en bergwandelingen die ze ooit zouden doen. Maar ook over de meest gewone, gezellige dingen die andere mensen totaal onbelangrijk zouden vinden. Ze vertelde en vertelde, hij luisterde. Ze lachten samen om gekke dingen en spontane ingevingen. Renden achter elkaar langs de oever van de Rode Zee. Het water bruiste langs hun voeten. Het waste alles schoon. Alles ... Hij was dankbaar … <in bewerking>.
1 Opmerking

12/3/2025 0 Opmerkingen

​Waarom het zo vaak misgaat als we op een goede manier uit elkaar willen gaan

Afbeelding
<In bewerking> "We willen er op een goede manier uitkomen." Een zin die je vaak hoort bij echtscheidingen, verstoorde werkrelaties of visiescheuringen binnen kerken. En meestal wordt het oprecht uitgesproken. De intentie is goed. De wil is er. Toch zie je het steeds weer: het ontaardt. Er ontstaat strijd, wantrouwen, kampvorming. Advocaten worden ingeschakeld, harten raken verhard, relaties verbranden. Waarom gebeurt dat zo vaak? Hoe kan een oprechte goede intentie zo veranderen in diepe pijn aan twee kanten?

In dit artikel verken ik een paar psychologische inzichten, filosofische gedachten en iets uit de Bijbel. Niet om een pasklaar antwoord te geven, maar als een poging beter te begrijpen wat er gebeurt in onszelf en in de ander wanneer 'samen eruit komen' verandert in 'tegenover elkaar staan'. En ook niet omdat ik denk dat ik het weet of het wel zou kunnen. Ik schrijf dit met een eerlijke blik op mezelf die me direct al duidelijk maakt dat ik niet eens in staat ben een eerlijke blik op mezelf te werpen. Zeker niet als pijn me overspoelt.

De psychologie van de escalatie
Onze hersenen raken bij conflicten meer gericht op overleving dan op het stichten van vrede. In conflict raken onze diepere, meer primitieve breinlagen actief: het limbisch systeem, de amygdala. Angst, woede en wantrouwen nemen stap voor stap het stuur over van ons rationele denken. Terwijl we met onze mond vrede zoeken, staat ons lijf al in de vechtstand.

Daar komt bij dat we onszelf allemaal graag als redelijk, loyaal en rechtvaardig zien. Als het misloopt, ontstaat er cognitieve dissonantie: een pijnlijk, onverdraaglijk verschil tussen wie we willen zijn en wie we geworden zijn. Maar ook tussen hoe we gezien willen worden en hoe we gezien worden. Om die spanning te verminderen, vervormen we (vaak onbewust) ons eigen beeld van de situatie:
​ 
  • “Ik ben al zo lang de redelijke geweest; er is een keer een grens.”
  • “De ander laat mij geen keus meer; ik moet het nu harder gaan spelen.”
  • “Dit doe ik niet voor mezelf, maar voor de kinderen/het team/de gemeente.”

Wat als samenwerking begon, verandert langzaam in een strijd om het narratief. En waar het narratief de strijd wordt, sneuvelen liefde en eerlijkheid al snel. Ook bij onszelf. We signaleren dit echter vooral bij de ander en minder bij onszelf.

Psycholoog Friedrich Glasl beschreef hoe conflicten escaleren in fases. Eerst is er verschil van inzicht, dan toenemende polarisatie, en uiteindelijk vernietigingsdrang. Vertrouwen verdwijnt, communicatie verandert in strategie, en het oorspronkelijke doel – een goede afronding – raakt volledig ondergesneeuwd.

Waar eerst een gezamenlijke werkelijkheid bestond, ontstaan langzaam aan meerdere werkelijkheden. Die werkelijkheden worden in eerste instantie nog gebaseerd op waarneembare feiten en de gedeelde (goede) geschiedenis, maar naarmate het conflict escaleert voor een steeds groter deel uit (onbewuste) aannames en een andere, nieuwe blik op de geschiedenis. Door 'confirmation bias' en 'cognitieve dissonantie' zien we snel 'bewijzen' voor deze aannames en negeren we onbewust de aanwijzingen die niet kloppen met onze aannames. Dit kan griezelige vormen aannemen: we lezen dezelfde apps of mails die we voor het conflict nog als verbindend en goedaardig beleefden, maar het voelt alsof nu 'onze ogen open zijn gegaan' en we de kwaadaardigheid in diezelfde teksten lezen. We gaan het zien als mooie woorden met een duistere manipulatieve kracht daaronder. We worden in deze nieuwe werkelijkheid bevestigd door nieuwe mensen om ons heen die geen geschiedenis of band met de andere 'partij' hebben. Of zelfs financiële, juridische of vergeldende belangen hebben bij de ontwikkeling van deze nieuwe pijnlijke werkelijkheid. Het gaat polariseren.

In relationele systemen, zoals gezinnen of geloofsgemeenschappen, is het soms nog complexer. Er zijn verborgen loyaliteiten, triangulaties, onderstromen. Wie blijft loyaal aan wie? Wie spreekt zich uit, wie zwijgt? Wie kiest partij, wie wordt gemeden? Het conflict krijgt een eigen leven en raakt steeds meer los van de inhoud. Soms lijkt het wel alsof het 'systeem' zelf niet toelaat dat er vrede komt. Het verzet zich er bijna tegen.

Een observatie uit mijn praktijk: tijdens conflicten vallen ook persoonlijkheidsverschillen extra op, met name rond het domein altruïsme. Mensen die hoog scoren op altruïsme hebben vaak een diepgewortelde behoefte aan harmonie en zijn bereid om zichzelf weg te cijferen om de sfeer en de relatie goed te houden. Ze zijn soms zelfs bereid om een stuk onrechtvaardigheid te verdragen. Maar juist daardoor voelen ze het als extra schrijnend en pijnlijk wanneer de ander de harmonie, de band of de vriendschap doorbreekt. Voor de één voelt het als zelfbehoud; voor de ander als verraad. Dat verschil in beleving verdiept de kloof.

Tegelijkertijd voelen mensen die lager scoren op altruïsme vaak een sterke loyaliteit aan wat zij als waarheid zien. Hun pijn zit minder in de disharmonie en meer in het gevoel dat de ander de waarheid verdraait of manipuleert. Dan gaan ze vechten – voor duidelijkheid, recht, transparantie. Maar dat gevecht wordt door de hoogscoorders op altruïsme vaak ervaren als kilheid of agressie, wat hun liefde voor harmonie pijnlijk raakt.

Bij conflicten tussen hoogscoorders op altruïsme ontstaan diepe wonden, juist omdat ze jarenlang veel herkenning en verbondenheid hebben ervaren. Het conflict ontstaat bij hen vaak niet in de relatie zelf, maar wanneer de relatie met de één niet meer te verenigen is met de relatie met een ander. Wanneer zo’n relatie breekt, voelt het als een 'ontrouw' aan iets dat heilig, goed en helpend voor hen was en is. Hoe langer de band goed was, hoe dieper de pijn van de breuk. En hoe groter de pijn, hoe groter de kans op verbittering. Dat maakt het afscheid niet alleen verdrietig, maar ook existentieel verwarrend omdat verbittering haaks staat op altruïsme. We raken iets moois, iets puurs wat ons kenmerkte kwijt. Er sterft iets in ons.

Wanneer gaat het echt mis
Vanaf het moment dat er advocaten of onderzoekers bij het conflict betrokken worden, polariseert de situatie rap verder. Het relationele probleem wordt nu een juridisch conflict. Hierdoor ontstaan direct aan beide kanten andere belangen: wie heeft gelijk? Deze belangen komen verder tegenover elkaar te staan in een juridische context. De focus komt nu op feiten te liggen en niet meer op beleving of herstel. En: de communicatie wordt daardoor per definitie vervreemdend. We krijgen via verslagen van een advocaat of onderzoeker woorden en uitspraken tot ons die niet rechtstreeks van de ander komen, maar door de advocaat of onderzoeker zijn geformuleerd. Het roept pijn en verontwaardiging op: 'Hoe bestaat het dat hij dit heeft gezegd!',  'Dat is dus hoe ze achter mijn rug om over mij praat!'.

De werkelijkheid is vrijwel altijd dat het niet letterlijk zo gezegd is, maar het is formele of juridische taal van de advocaat of de onderzoeker die soms dingen juist 'uit elkaar moet trekken' in de zoektocht naar feiten in plaats van 'verbinden'. De conclusies in het rapport zijn soms slechts gebaseerd op gesloten vragen die de ander met ja of nee moest antwoorden. Daar is een verhaal van gemaakt dat overeenkomsten en verschillen tussen partijen zo helder mogelijk in kaart brengt om het conflict, de klacht of beschuldiging helder neer te zetten. Dat is immers de reden waarom er een advocaat of onderzoeker bij betrokken is en niet een mediator of relatietherapeut.

Gevolg is echter dat we via via een verhaal te lezen krijgen dat per definitie heel vervreemdend is ('Nu gaan mijn ogen open, het is nog veel erger dan ik dacht') en heel erg pijnlijk ('Ik heb me nog nooit zo verraden gevoeld'). We praten niet meer met elkaar maar met een juridiserende tussenpartij. De emoties worden daar niet minder door geraakt. Eerder meer. Het voelt al lezend alsof de ander die bewuste ene zin of dat ene woord uit het verslag letterlijk zo heeft gezegd. Dat is zout in de wond. 'Ik vertrouwde hem volledig. En nu zegt hij dit blijkbaar ... hoe komt hij daarbij? Waar is 'ie op uit? '. Dit leidt meestal tot verdergaande hertraumatisering. Het ondermijnt ons vertrouwen in de ander, in het systeem en ook in onszelf. 'Hoe kan het dat ik dit niet eerder zag?'.

Er is in dit stadium een wonder, heel veel zelfreflectie en eerlijke kwetsbare gesprekken met elkaar onder leiding een wijze, liefdevolle onpartijdige derde nodig om hier nog uit te komen. Dan kunnen er mogelijk stappen gezet worden voor erkenning, belijdenis en misschien vergeving. De kans daarop wordt menselijkerwijs gesproken in dit stadium heel erg klein.

Vervolgens gaat de hierboven beschreven confirmation bias en cognitieve dissonantie zich versterken en zo ontstaat een neerwaarts spiraal waarin de ander steeds meer de onbegrijpelijke kwaadaardige vijand wordt en de verblindende pijn in ons eigen hart steeds groter.

Het is voor mij persoonlijk de meest trieste, hartverscheurende en verdrietige situatie waarin we terecht kunnen komen. Mensen die het dwars door alle ups en downs jarenlang goed met elkaar hebben gehad, worden zwaar verwond uit elkaar gedreven. Zelfs de beste, mooiste perioden van je geschiedenis kunnen door pijn en nieuwe belangen ingekleurd herschreven worden tot er niets goeds meer over is. Wat veilig was is griezelig gemaakt. Polarisatie en hertraumatisering door indirecte communicatie (via een ander) behoren misschien wel tot de meest ontwrichtende krachten die er bestaan ... 

De tragiek van de menselijke conditie
Filosofen als Aristoteles, Kierkegaard en Levinas geven woorden aan de diepte van deze tragiek. Aristoteles zag de mens als een sociaal wezen dat streeft naar het goede, maar ook vatbaar is voor zelfbedrog. Kierkegaard sprak over de innerlijke verdeeldheid van de mens die geconfronteerd wordt met de ander, en daarin zijn onvolmaaktheid niet kan verdragen. Levinas riep ons op om het gelaat van de ander werkelijk te zien – als mens, niet als tegenstander of obstakel.

Maar precies dat zien we in conflicten vaak niet meer. De ander wordt gereduceerd tot een rol: dader, obstakel, vijand, verrader. Daarmee verliezen we onze ethiek. Niet omdat we zo slecht zijn, maar omdat we het niet meer uithouden om werkelijk te blijven zien. Want dat doet pijn. Het vraagt zelfverlies. En dat is immens beangstigend.

Foucault zou zeggen: zelfs de taal van 'er goed uitkomen' kan een vorm van macht zijn. Wie bepaalt wat ‘goed’ is? Wie mag het verhaal vertellen? Autonomie en waardigheid spelen hier een grote rol. Zodra we ons miskend voelen, komt iets in ons in verzet – zelfs als dat irrationeel of onterecht is. Vrede vraagt meer dan overeenstemming; het vraagt gelijkwaardigheid en wederzijdse erkenning. En dat is zeldzaam.

De geestelijke laag: vlees en Geest
De Bijbel is realistisch over conflicten de gevolgen daarvan. In Genesis 3 al schuift Adam de schuld op Eva. Paulus en Barnabas gaan uit elkaar na een heftige woordenwisseling. De brieven van Paulus zitten vol oproepen tot verzoening, juist omdat het blijkbaar niet vanzelf gaat.

Volgens Galaten 5 is er een strijd gaande in elk mens: tussen het vlees (ego, zelfhandhaving, trots, zelfrechtvaardiging) en de Geest (naastenliefde, zachtmoedigheid, vergeving, zelfverloochening). Die strijd speelt zich niet alleen af in individuele zielen, maar ook in relaties. Je ziet het gebeuren: mensen die ooit verbonden waren, raken verstrikt in verwijt, zelfrechtvaardiging, afstand. Het vlees wordt actief. De Geest trekt zich terug. Wie durft te zeggen dat hij daar immuun voor is? Wie denkt er niet verblind te kunnen worden door pijn?

Vergeving is in de christelijke traditie geen zwakte, maar radicale kracht. Het is niet het ontkennen van onrecht, maar het weigeren om wrok te laten regeren. Het is het risico nemen dat de ander je niet begrijpt of niet terugvergeeft – en toch loslaten. Maar dat is zeldzaam. En pijnlijk. Want vergeving kost altijd iets. Het is geen gevoel, maar een daad van overgave.

Verbittering is het eindstation waar de duisternis ons naar toe wil voeren. Waarom? Omdat verbittering een toestand is die voor Satan zelf eeuwig is geworden. Een eindtoestand. Daar wil hij zoveel mogelijk levende zielen in meetrekken. Misschien is het afwijzen van verbittering wel één van de grootste of laatste gevechten waar we in dit tijdelijke leven voor staan. In de eeuwigheid is er geen tijd meer. Er kunnen daar geen dingen meer hersteld worden. Wat zwart is, blijft zwart en wat wit is, blijft wit. Wat goed is en was blijft goed. Wat verbitterd is en was blijft verbitterd. In dit tijdelijke leven kan zwart nog wit worden. Maar wit kan ook zwart worden. En blijven. Liefde kan verbittering worden. Maar verbittering kan ook door liefde overwonnen worden.

Waarom het zo vaak misgaat
Het is geen cynisme om te zeggen dat het helaas vaak misgaat als mensen op een goede manier uit elkaar willen. Het is realisme. Want:

  • Onze hersenen kiezen eerder voor zelfbescherming dan verbinding.
  • Conflicten ontregelen ons beoordelingsvermogen.
  • Systemen hebben hun eigen logica en loyaliteiten.
  • We komen in verschillende werkelijkheden terecht.
  • Ons brein zoekt en ziet bewijzen voor onze aannames en negeert contradicties.
  • We verliezen het gelaat van de ander uit het oog (Levinas).
  • We willen controle houden over het narratief.
  • Verschillen in altruïsme leiden tot een verschillende morele beleving van het conflict.
  • Emotionele conflicten polariseren door juridisering
  • Er ontstaat aan beide kanten hertraumatisering
  • De geestelijke strijd is reëel en vraagt een andere bron dan ons eigen gelijk.

Toch is er hoop. Want juist als we dit weten, kunnen we naar het goede zoeken. Niet naïef, maar helder. We kunnen mensen er bij betrekken die de vrede durven zoeken en dienen, ook als dat onhandig, pijnlijk of langzaam gaat. We kunnen oefenen in luisteren, loslaten en liefhebben zonder gewin. We kunnen weigeren om bitterheid te drinken.

En bovenal: we kunnen ons openen voor de genade en liefde van Jezus. Want waar het vlees regeert kan alleen de Geest weer leven brengen. Ook tussen mensen die elkaar kwijtraakten.

En voor iedereen die mij echt kent en dit leest en zich afvraagt waar ik het lef vandaan haal dit te schrijven: dat is een terechte vraag. Ik hoop maar dat ik het lef niet haal uit zelfrechtvaardiging. Maar ik durf dat niet met zekerheid te zeggen want de Bijbel zegt me dat mijn hart arglistig is. Ik hoop en bid dat het uit liefde is en niet uit pijn, vergeldingsdrang of zelfrechtvaardiging. Maar die twee kunnen enorm verstrikt raken. Pijn kan de zuiverheid van liefde ondermijnen. En liefde kan je blind maken voor pijn. Het zal in de eeuwigheid blijken.

Geef mij een zuiver, oprecht hart Heer. Herstel de vreugde over Uw heilsplan. Maak mijn diepste innerlijk standvastig daarin. Open mijn ogen voor mijn eigen fouten en voor het hart en het gelaat van de ander.
0 Opmerkingen

4/2/2025 0 Opmerkingen

Oma ...

Een dankbaar eerbetoon aan mijn oma Neeltje Goedegebuure die in 1975 overleed na een leven lang ernstige psychische klachten, opnames, medicatie, wanhoop en verdriet. Ik was toen 7. Maar: oma Neel was een biddende oma. Mijn opa Matthijs Goedegebuure was een Bijbellezende opa. De gebeden van mijn oma werken door in mijn leven tot op deze dag. Dat geloof ik. Dat merk ik. De zoekende houding van mijn opa ook. Naast zijn naam heb ik ook zijn liefde voor de Bijbel gekregen. Zij zijn weer samen. Met hun Heer. Forever. Verlost. Vrij.
Zaterdagnacht, 31 januari 1953
Sint Annaland, Zeeland
Heere, Uw rechterhand ondersteunde mij
toen het leven uit mij weg vloeide
een stroom van duisternis mij mee voerde
naar de eenzame donkere stad

U was bij mij toen men mij vastbond
een stuk hout in mijn mond stopte
Ik was machteloos en in doodsangst
als een dier, gevangen voor de slacht

U waakte over mij in de stroom van helse pijnen
die door mijn hoofd werden gestuurd
om mijn ziel en de liefde voor mijn kinderen
te verbranden tot er slechts as over was

U bent het licht nu de stroom is uitgevallen
de vaste Rots in deze waterstromen
och Heere, redt mijn kinderen en hun kinderen
uit de stroom van de boze die ons wil verslinden

Och Heere, laat Uw stroom van zegen
hen overspoelen en hen meevoeren
begeleid door hemelse legerscharen
tot zij in eeuwigheid bij U zijn
​

Amen
Afbeelding
'Snel, naar boven! Iedereen naar boven! Het water komt! Het water komt!' Zowel binnen als buiten het huis werd er nu hard geschreeuwd in de donkere nacht. Een uur geleden was de stroom in het hele dorp uitgevallen; het was onheilspellend donker geworden op straat. De tienjarige Wim probeerde in de donkere kamer nog wat te zien, maar dat was lastig.

Waar bleef vader nou toch? Hij was al uren weg. Het enige dat hij wist was dat vader moest helpen om de dijken sterk te houden. Zijn vader had overal een oplossing voor. Hij zou wel iets verzinnen om de dijken sterker te maken.
​
Het had de hele dag en avond hard gestormd. De zon had zich die dag amper een half uur laten zien. Donkere wolken werden onafgebroken langs de hemel voortgejaagd en het leek wel of de avond vroeger dan ooit begon. De gure wind huilde en gierde om het huis en liet de balken kraken. Moeder was vaak naar het raam gelopen om even in de straat te kijken. Het was spannend dat hij zo lang op mocht blijven. Zijn oudere zussen hadden de hele avond op de bank in de kleine achterkamer gezeten terwijl zijn jongere broertjes en zusje in de voorkamer onder de grote tafel speelden alsof er niks aan de hand was.

Midden in de nacht was het licht uitgevallen. Van het ene op het andere moment was het aardedonker, zowel binnen als buiten. Iedereen in huis was ineens doodstil geworden. De bulderende wind en het gekraak van de balken leek nu veel harder. Moeder had als eerste wat gezegd; dat het beter was om met zijn allen naar tante Tona te gaan, want die zat nu alleen in haar huis in het donker. Iedereen had zwijgend zijn jas aan gedaan en een deken gepakt en toen moesten ze door de storm naar het kleine huisje van tante Tona, een paar honderd meter verderop in de straat.
Het was maar een klein stukje lopen door de Tienhoven in Sint Annaland, maar in de inktzwarte duisternis was het toch een heel eind. Het leek er op dat de wind toch wat minder aan het worden was.
​
Tante Tona was een lieve tante. Ze hield heel veel van de kinderen van haar jongere zus Neeltje. Haar ronde ogen in haar ronde gezicht keken blij toen ze met zijn allen de bijkeuken binnenstapten. Bij tante Tona was het veilig. Ze hadden hier al zo vaak gegeten en geslapen als moeder weer in het ziekenhuis was. Een soort ziekenhuis dan. Wim begreep er niet alles van, maar het had met zenuwen en verdriet te maken. Moeder was zo vaak verdrietig. Dan kon ze helemaal niks meer. Hij had van vader gehoord dat moeder van een dokter elektrische schokken in haar hoofd had gekregen zodat ze zich beter zou voelen. Het klonk verschrikkelijk; stroomschokken door je hoofd. Maar als het zou helpen, als ze er minder verdrietig door werd … Maar toen ze na een lange tijd weer terugkwam leek het wel of ze nog stiller was geworden en zag hij haar vaak zachtjes huilend op haar stoel aan de eettafel zitten.

Wim’s gedachten werden abrupt afgebroken toen zijn zus Janna een gil gaf. ‘Er komt hier water onder de deur!!!’ ‘Allemaal naar boven kinderen, naar de zolder!’ hoorde hij moeder vanuit het donker rustig zeggen. Hij hoorde het nu zelf ook; het water liep gewoon de kleine woonkamer binnen. Hij zag het glinsteren in het donker. Het begon langzaam, maar het ging nu steeds sneller stromen en het leek wel of hij het buiten al tegen de muren hoorde klotsen. Het was een vreemd, onwerkelijk geluid. Hij hoorde hoe zijn broertje Ewout begon te huilen en tante tante Tona hem troostte. Zijn zussen liepen met de twee andere broertjes op hun armen op de tast achter tante Tona de trap op naar de zolder. Zo hoog zou het wel niet komen en daar zat je droog. Wim was door het donker ook bij de smalle trap aangekomen en sloot achter aan in de rij om naar boven te gaan. Het water stroomde nu langs zijn schoenen. Een pantoffel van tante Tona met iets glinsterends erop geborduurd draaide rondjes naast hem in het stromende water. Buiten op straat klonk geschreeuw en hij hoorde door de wind heen de kerkklokken luiden; er werd ineens hard op de ramen van de keuken gebonkt en mannen stemmen riepen ‘Wakker worden, wakker worden, het water komt eraan!’. 
​
Hij stond nu op de eerste traptrede. Die was nog droog. Waar was moeder? Hij keek achter zich en zag vaag in het donker zijn moeder op haar knieën in het water zitten. Hij schrok, want het leek of ze was gevallen en pijn had, maar toen hij beter keek door het duister zag hij dat ze haar handen had gevouwen. Was ze aan het bidden? Hij zakte een beetje door zijn knieën om haar beter te kunnen zien en horen. Hij hoorde haar met een rustige, zachte stem bidden terwijl het water rond haar knieën stroomde. Het enige wat hij kon verstaan was het woord ‘stroom’ ...
0 Opmerkingen

27/1/2025 0 Opmerkingen

Big Five in een notendop ...

Afbeelding
1. Gevoeligheid 
Scoor je hoog, dan heb je veel behoefte aan emotionele herkenning, veiligheid en overzicht. Scoor je laag, dan beleef je contacten primair als dialogen waarin informatie wordt uitgewisseld.

2. Extraversie
Scoor je hoog dan hou je van gezelligheid. Scoor je lager dan zoek je in je leven meer persoonlijke, intieme contacten en vriendschappen.

Scoor je laag op Extraversie en hoog op Gevoeligheid dan versterkt dat deze behoeften en ervaar je stress als er geen veiligheid of verbondenheid is. Scoor je laag op Gevoeligheid en juist hoog op Extraversie, dan heb je de wind mee in je karakter en ben je meer easy-going.

3. Openheid
Scoor je hoog, dan leef je ontdekkend: je associeert snel woorden en ideeën en je neemt meer risico's om doelen te bereiken. Scoor je laag, dan hou je minder van risico's en kies je liever voor zekerheid.

4. Altruïsme
Scoor je hoog, dan zoek je altijd naar harmonie en voel je sterk de pijn van disharmonie: kritiek, oordeel, ruzie, verdeeldheid. Je probeert pijn te voorkomen. Rechtvaardigheid is voor jou altijd verweven met 'respect' en 'begrip'. Scoor je laag op Altruïsme dan vecht je voor de waarheid en zit je pijn in leugens over die waarheid. Je imago interesseert je minder dan de waarheid. Rechtvaardigheid is voor jou gekoppeld aan waarheidsvinding. Pijn is voor jou een noodzakelijke fase om verder te komen.

Scoor je hoog op Openheid en hoog op Altruïsme dan kun je je diep inleven in anderen, maar ook verdwalen in relaties. Je bent grenzelozer in je zorg voor anderen ten koste van jezelf, maar laagscoorders op Altruïsme interpreteren je inzet soms juist als eigenbelang. Dat doet pijn. Scoor je hoog op Openheid en laag op Altruïsme dan ben je assertief en een vechter voor de waarheid. Hoogscoorders op Altruïsme interpreteren juist dat soms als eigenbelang. Dat doet pijn.

Scoor je hoog op Gevoeligheid en Altruïsme dan heb je de bedrading voor 'trauma-sensitiviteit': je voelt als geen ander aan hoe je angstige of getraumatiseerde mensen kunt geruststellen met je houding, je blik, je stem. Dit is vaak onbewust waardoor je gevangen kunt raken in deze rol; je bent altijd degene moet zorgen, redden of sterk moet zijn en mensen zoeken jouw nabijheid. Heb je zelf ook trauma's dan versterkt dat dit effect. Besef hoe waardevol en liefdevol dit is, maar ook wat voor beklemmend juk dit kan zijn. Ben je ook nog eens introvert, dan wordt dit effect nog sterker.


5. Sturing
Scoor je hoog, dan werk je gestructureerd naar het hoogste doel. Scoor je laag dan werk je spontaan, ongestructureerd naar creaties die 'ontstaan' terwijl je in een flow zit.

Scoor je hoog op Altruïsme en hoog op Sturing dan leg je de lat voor jezelf hoog. Scoor je laag op Altruïsme en hoog op Sturing dan leg je de lat voor de ander hoger.

Kun je dit veranderen met coaching of therapie? Een beetje, maar dan vooral het gedrag (bijvoorbeeld vermijdingsgedrag). De onderliggende neigingen en behoeften blijken erg robuust gedurende je leven. Beter is je leven en werkstijl aanpassen aan (de positieve kanten van) deze eigenschappen.
0 Opmerkingen

8/1/2025 0 Opmerkingen

Verlating, afwijzing en genegeerd worden

Afbeelding
De psychologie van relationele ontwrichting. 

​<In bewerking > Er zijn van die ervaringen die niet zichtbaar zijn aan de buitenkant, maar die van binnen alles overhoop halen. Genegeerd worden door iemand die veel voor je betekent, is zo'n ervaring. Een partner die ineens stil valt. Een ouder die je systematisch ontwijkt. Een vriend die je appjes niet meer beantwoordt. Het lijkt misschien klein, maar wat er onder de oppervlakte gebeurt, kan diepgaand ontwrichtend zijn.


Het brein voelt het als pijn
Wat we vaak 'emotionele pijn' noemen, blijkt neurologisch gezien nauwelijks te onderscheiden van fysieke pijn. Je brein maakt letterlijk geen onderscheid tussen een afwijzing en een klap. Als je genegeerd wordt door iemand van wie je houdt, lichten in je hersenen dezelfde gebieden op als wanneer je je brandt aan de oven: de anterieure cingulate cortex en de insulaire cortex. Dat maakt ook dat je soms fysiek iets voelt: een dichte keel, een gebroken hart, misselijkheid. Het is niet 'tussen je oren', het ís in je brein.

Hormonale storm
Naast je hersenen reageert ook je lichaam. Je stresssysteem schiet aan, en het hormoon cortisol wordt aangemaakt alsof je in gevaar bent. Tegelijkertijd blijft het knuffelhormoon oxytocine uit: de warme verbinding die je normaal voelt, valt weg. De dopamine, die je normaal een prettig gevoel geeft als je in contact bent met die ander, wordt ineens niet meer afgegeven. En serotonine, de stof die je stemming stabiel houdt, raakt uit balans. Geen wonder dat je je emotioneel ontregeld voelt. Je systeem is van slag.

Psychologische verwarring en pijn
Op psychologisch niveau is genegeerd worden ontwrichtend omdat het raakt aan vier basisbehoeften: verbondenheid, eigenwaarde, controle en betekenis. Als iemand die belangrijk voor je is doet alsof je niet bestaat, raakt dat je hele zelfbeeld. Je gaat twijfelen aan jezelf: ben ik niet de moeite waard? Wat heb ik verkeerd gedaan? Je voelt je machteloos, alsof je geen invloed hebt. En het bestaansrecht dat je normaal ontleent aan het 'gezien worden', valt weg.

Het kan je radeloos maken. De een klampt zich vast, doet alles om weer contact te krijgen. De ander trekt zich terug en bouwt muren. Weer een ander wordt boos, roept of schreeuwt, uit wanhoop. Het zijn allemaal manieren om iets van controle terug te krijgen, om de verbinding te herstellen of om jezelf te beschermen.

De diepe impact van herhaling
Als het negeren geen eenmalige gebeurtenis is, maar zich herhaalt of langdurig aanhoudt, kan het ernstige schade veroorzaken. Je gaat geloven dat het aan jou ligt. Dat je niet goed genoeg bent. Je coping raakt uitgeput. Je trekt je terug. Je wordt angstig, depressief of zelfs suïcidaal. Het vertrouwen in anderen kan beschadigen. Wat begon als 'stilte' van de ander, wordt binnenin jou een donderstorm van onzekerheid, zelfverwijt en verdriet.

Voor jongeren is dit extra ingrijpend. Hun brein en identiteit zijn nog in ontwikkeling. Afwijzing door ouders of leeftijdsgenoten kan diepe littekens achterlaten. En voor kinderen die structureel worden genegeerd door hun opvoeders, is het bijna per definitie traumatisch: het ondermijnt hun basisveiligheid, hun gevoel dat ze er mogen zijn.

Ontwrichtend, maar niet hopeloos
Erkennen dat deze vorm van afwijzing zoveel impact heeft, is al een belangrijke stap. Het geeft taal aan iets wat vaak in stilte wordt doorgemaakt. En het helpt te begrijpen waarom je zo ontregeld kunt zijn als dit je overkomt. Het ligt niet aan jou dat je zoveel voelt. Je hersenen, je lijf, je psyche: alles reageert op de breuk in die ene belangrijke verbinding. En het is geen kleinigheid. Het is ontwrichtend.

Maar: ontwrichting hoeft niet het einde te zijn. Het kan ook een begin zijn van heling, van grenzen stellen, van leren kiezen voor mensen die je wél zien. Soms betekent dat rouwen, soms vergeven, soms loslaten. En soms ook: opnieuw durven verbinden. Omdat je, hoe gekwetst ook, gemaakt bent voor contact. Voor gezien worden. En voor liefde die dankbaar terugkijkt en hoopvol vooruitkijkt.
0 Opmerkingen

4/1/2025 0 Opmerkingen

Maar David sterkte zich in de Heere ...

Afbeelding
Ken je dat moment waarop alles lijkt te mislukken? Waarin de grond onder je voeten wegzakt? Het verhaal van David in 1 Samuël 30:6 begint precies daar. Zijn stad was verwoest, zijn familie ontvoerd, en zelfs zijn eigen mannen verloren hun vertrouwen in hem. Alles leek uitzichtloos.

'Maar David sterkte zich in de Here, zijn God.'

Dat woordje – maar – is cruciaal. Het markeert een keerpunt. Het betekent dat, hoe groot de duisternis ook lijkt, er een andere werkelijkheid is. Het is Gods uitnodiging om je blik te verleggen, om voorbij jouw omstandigheden en jouw werkelijkheid te kijken naar zijn werkelijkheid. 'Maar' betekent: 'Hier stopt jouw verhaal niet. Hier begint iets nieuws.'
David koos ervoor om zich niet te laten verlammen door angst of boosheid. Hij zocht zijn sterkte niet in zichzelf, niet in mensen, maar in de Here, zijn God. Dat woordje maar laat zien dat David wist: God is niet alleen een toevlucht, Hij is de enige Bron van Sterkte. En dat besef, dat weten veranderde alles.

Misschien sta jij ook op een punt waarop je een maar nodig hebt. Een moment waarop je zegt: 'Ik kan dit niet, maar God wel.' Weet dat dit niet het einde is. Sterk je in de Here, jouw God. Hij ziet je, Hij hoort je, en Hij nodigt je uit om je in Hem te sterken.

Als we elkaar 'Sterkte' wensen, laat het dan deze betekenis mogen hebben.

Gepubliceerd op Facebook
0 Opmerkingen

13/11/2024 0 Opmerkingen

Spreekt je therapeut jouw 'taal'?

Afbeelding
Waarom een ‘klik’ met je therapeut niet over de diagnose gaat, maar over jouw 'menstype'. 

“Ik kreeg een goed bedoelde uitleg over mijn denkschema’s, maar ik voelde me totaal onbegrepen en alleen.”

Deze uitspraak van een cliënt bleef me bij. Het raakte precies de kern van wat in veel behandeltrajecten misgaat: we stemmen therapie af op de diagnose, maar vergeten ondanks al onze kennis en ervaring de persoon die tegenover ons zit.

In de GGZ gebruiken we vaak een medisch model: iemand meldt zich met klachten, we stellen een diagnose, en daar hoort een bewezen effectieve behandeling bij. Dat werkt soms – maar zeer regelmatig ook niet. Dan voelt het alsof de vorm van therapie niet klopt. Alsof de therapeut niet echt aansluit. Terwijl die aansluiting – de beruchte 'klik' – misschien wel de belangrijkste voorspeller van succes is. Maar waar zit ‘m die klik dan in?

Eén (slechts één!) perspectief daarop is de innerlijke 'taal' die iemand spreekt. En dan bedoel ik niet Nederlands, maar de taal uit iemands innerlijke wereld: hoe iemand denkt, voelt, betekenis geeft en problemen ervaart.
Jouw innerlijke taal: de lens van het Holland-model
Het Holland-model – ook bekend als RIASEC of PAKSOC – beschrijft zes menstypes:
  1. Realistisch (praktisch/doeners)
  2. Intellectueel (analytisch/onderzoekend)
  3. Artistiek (creatief/expressief)
  4. Sociaal (behulpzaam/empathisch)
  5. Ondernemend (actiegericht/leiderschap)
  6. Conventioneel (gestructureerd/ordelijk)
In de beroepskeuzepsychologie is dit model al decennialang bewezen effectief. Maar het reikt verder: het zegt ook iets over hoe mensen leren, communiceren en dingen verwerken. De één verwerkt verdrietige situaties en pijn door er een lied over te schrijven of een schilderij bij te maken en de ander door dingen logisch op een rij te zetten en te analyseren. Dat zou meer implicaties voor therapie moeten hebben: wat voor therapiestijl en methodiek past bij jou?

De zes menstypes zeggen daar iets over. Hier zijn ze:

📘 1. Realistisch (doeners)
Kenmerken: praktisch, concreet, gericht op doen en ervaren.
Voorkeurstaal: actie, tastbaarheid, duidelijkheid.

Passende therapieën en methodieken:
  • Gedragstherapie (BT): gericht op observeerbaar gedrag en verandering.
  • ACT met nadruk op ervaringscomponent (Acceptance and Commitment Therapy).
  • Lichaamsgerichte therapieën: zoals psychomotorische therapie of sensorimotor psychotherapy.

Voorbeeld
Jan, een automonteur met burn-outklachten, knapt op van PMT omdat hij voelt wat stress doet in zijn lijf, in plaats van erover te praten.


Wetenschappelijke aanwijzingen
Onderzoek toont aan dat praktisch ingestelde cliënten meer baat hebben bij gedragsmatige en ervaringsgerichte interventies (Beutler et al., 2004).

📊 2. Intellectueel (denkers)
Kenmerken: nieuwsgierig, abstract-denkend, analytisch.
Voorkeurstaal: theorie, logica, inzicht.

Mogelijk passende therapieën en methodieken:
  • Cognitieve gedragstherapie (CGT): patronen herkennen, gedachten uitdagen.
  • Metacognitieve therapie (MCT): reflectie op denkprocessen.
  • Psycho-educatie & schema’s: verklaringsmodellen en structuur.

Voorbeeld
Emma, een wetenschapper met angstklachten, krijgt grip op haar paniek via CGT waarbij zij leert haar catastrofale gedachten te doorzien.


Wetenschappelijke aanwijzingen
Analytisch ingestelde mensen blijken significant beter te reageren op cognitieve en inzichtgerichte therapieën (Norcross, 2011).

🎨 3. Artistiek en metaforisch (creatieve geesten)
Kenmerken: expressief, gevoelig, intuïtief, zoekt zingeving.
Voorkeurstaal: beeld, verhaal, metafoor.

Mogelijk passende therapieën en methodieken:
  • Narratieve therapie: betekenis geven aan levensverhaal.
  • Kunstzinnige therapie: muziek, beeldend, drama.
  • Existentiële therapie: zingeving, vrijheid, verantwoordelijkheid.

Voorbeeld
Lotte, een illustrator, herontdekt zichzelf via beeldende therapie waarin ze haar angst verbeeldt als een steeds veranderend landschap.


Aanwijzingen
Hoge 'Openheid voor ervaring' (Big Five) – vaak gekoppeld aan artistieke types – voorspelt positieve respons op ongestructureerde, expressieve therapieën (Soldz & Vaillant, 1999)

🤝 4. Sociaal (helpers)
Kenmerken: empathisch, relationeel, hulpvaardig.
Voorkeurstaal: dialoog, verbinding, erkenning.

Mogelijk passende therapieën en methodieken:
  • Cliëntgerichte therapie (Rogeriaans): empathie en onvoorwaardelijke acceptatie.
  • Interpersoonlijke therapie (IPT): gericht op relatiepatronen.
  • Groepstherapie of systemisch werk.

Voorbeeld
Ahmed voelt zich voor het eerst gezien in een therapie, waar hij in de therapeutische relatie leert dat zijn patroon van zorgen voor anderen voortkomt uit angst om buitengesloten te worden.


Wetenschappelijke aanwijzingen
Sociaal ingestelde mensen reageren beter op therapieën die gericht zijn op verbinding en erkenning (Barrett-Lennard, 1998).

📈 5. Ondernemend (leiders)
Kenmerken: doelgericht, energiek, overtuigend.
Voorkeurstaal: actie, prestatie, doelen.

Mogelijk passende therapieën en methodieken:
  • Coaching en oplossingsgerichte therapie: korte termijn, resultaatgericht.
  • Motiverende gespreksvoering (MI): versterken van motivatie.
  • Narratieve toekomstgerichte technieken.

Voorbeeld
Patrick, een jonge ondernemer met stressklachten, raakt gemotiveerd door oplossingsgerichte coaching waarin hij zijn eigen waarden opnieuw definieert.


Aanwijzingen
Ondernemende types scoren hoog op extraversie en assertiviteit, en reageren goed op actiegerichte benaderingen (Norcross & Wampold, 2011).

📂 6. Conventioneel (structuurbewakers)
Kenmerken: gestructureerd, precies, betrouwbaar.
Voorkeurstaal: overzicht, duidelijkheid, stappenplan.

Suggesties therapieën en methodieken:
  • CGT met vast behandelprotocol.
  • Stap-voor-stap aanpak zoals in gedragstherapie.
  • Mindfulness met gestructureerde opbouw.

Voorbeeld
Marieke, een boekhoudster met somberheidsklachten, vindt houvast in een CGT-schema waarin ze haar negatieve gedachten en gedragingen systematisch leert ombuigen.


Onderbouwing
Structuurgerichte mensen voelen zich veiliger bij protocollaire, voorspelbare therapieën (Beutler & Harwood, 2000).

Waarom klikt het soms níét?
Een mismatch in 'taal' is een belangrijke reden waarom therapie soms niet werkt. Het ligt niet aan jouw motivatie, en niet per se aan de therapeut. Jullie spreken gewoon een andere binnenwereldtaal. En dat frustreert, remt groei, en kan je zelfvertrouwen ondermijnen.

​Stel dat jij een artistiek menstype bent (je zoekt in beelden en verhalen naar de essentie van jezelf en je gevecht) en je therapeut is meer een conventioneel menstype (hij denkt in logische schema's en structuren en werkt meer protocollair), dan worden je schrijfsels, je tekeningen of schilderijen niet 'begrepen'. Ze worden getoetst aan een protocol of ingepast in een schema wat een erg 'onbegrepen' gevoel geeft.

Omgekeerd kan een goede klik voelen als thuiskomen. Alsof iemand voor het eerst écht hoort wat jij bedoelt. Van dezelfde planeet komt. Je taal spreekt.

Maar ook hier een kanttekening
Een te sterke klik kan leiden tot blind begrip, gebrek aan uitdaging of zelfs idealisering. Een goede therapeut is geen ‘soulmate’, maar een gids die jouw taal spreekt én je eventueel uitdaagt er een tweede bij te leren.

Tot slot: therapie op jouw golflengte
Als je therapie hebt geprobeerd en het werkte niet, durf dan te vragen: "Werd er wel gewerkt in mijn taal?"
Jouw persoonlijkheid – en dus jouw voorkeursstijl – mag leidend zijn in therapie.

Dat betekent: niet alleen kijken naar de diagnose, maar naar wie je bent.
Niet alleen naar wat je mist, maar ook naar hoe je denkt, voelt, groeit en pijn verwerkt.
Niet alleen naar de klacht, maar ook naar de stijl en de taal van je binnenwereld.
0 Opmerkingen

1/5/2024 0 Opmerkingen

Dit, dit is de wereld ...

Afbeelding
De daken met hun wirwar van antennes, 
het ronken van een vliegtuig in de nacht. 
't Reclamebord dat telkens aan- en uitflitst; 
't verkeerslicht waar ik dagelijks voor wacht. 

Dit, dit is de wereld, de wereld waar ik woon. 
Hier zijn de treden te zien van Gods troon. 
Wie hier om hoog klimt, vanuit het gedruis, 
ontwaart de contouren van 't Vaderlijk huis. 


Het flatgebouw met helverlichte vensters, 
dat schittert als een lichtzuil in de nacht. 
En daar omheen, veel hoger dan de huizen, 
oneindigheid en verre sterrenpracht. 

De hele wereld houdt Hij in Zijn handen. 
Hij spreekt in stilte en in stadsgerucht, 
van liefde en genade en erbarmen 
voor ieder die in wanhoop naar Hem vlucht. 

Miljoenen sterren wil Hij laten gloeien,
als bakens in de golven van 't bestaan,
om koers te kunnen houden naar de haven,
aan 't einde van de wereldoceaan.
Toen ik zes jaar oud was nam mijn moeder me mee naar een concert van het I.J.E. koor uit Rotterdam. Tientallen tieners en twintigers met een band en blazers. Ze zongen vol overgave liederen over de liefde van God en de woorden van Jezus in de wereld van 1974. Toen maakten vliegtuigen nog zware ronkende geluiden en bepaalde de wirwar van televisie- en radioantennes het straatbeeld.

Het optreden maakte een onuitwisbare indruk op me. We zaten op de voorste rij vlak achter de dirigent die op een tafeltje stond en zo vurig stond te springen dat ik gedurende het hele optreden bang was dat die tafel het zou begeven en de man zich een ongeluk zou vallen ☺️. Maar ik was als kind ook diep onder de indruk van het koor, de muzikanten en vooral de trompetten die zo majestueus door de kerk galmden. Het klonk voor mij alsof we even mee mochten luisteren naar een stukje van de hemel.

Thuis draaide ik tussen mijn zesde en tiende levensjaar vaak de LP die we hadden gekocht bij het concert. Dit was het openingsnummer van kant A. En hoe jong ik ook nog was, dit lied deed me beseffen dat als je goed keek, met de ogen van je hart, er dwars door de zichtbare wereld heen nog een andere wereld, een andere werkelijkheid te zien is. De wereld van Gods Koninkrijk, Gods Troon en het huis van de Vader. Het huis waar Jezus een plaats voor ons aan het bereiden is. De plaats waar we echt thuis zullen zijn. De Plek waar we horen.

Mede dankzij dit lied is mijn leven een reis geworden. Een reis door warme, mooie gebieden heen, maar ook een reis door koude, gure gebieden heen. Perioden van diepe verbondenheid met medereizigers, maar ook van eenzaamheid, wroeging en pijn. Maar hoe de reis ook is, de contouren van het Vaderlijk huis en de treden van Gods Troon zijn onveranderlijk als Bakens blijven staan in de verte. Ze komen langzaam steeds dichterbij.

​Dit lied valt misschien qua muziekstijl wat uit de toon op mijn YouTube kanaal, maar omdat dit het begin is van mijn muzikale levensreis mag het zeker niet ontbreken. Waar je ook doorheen gaat, blijf kijken met de ogen van je hart! Hou vol! Het komt goed 👊!!! Het huis van Onze Vader is bijna af! We zijn bijna thuis, de Vuurtoren wordt steeds duidelijker zichtbaar 🙏!!! En de regenboog staat nog steeds aan de hemel.
0 Opmerkingen

13/3/2024 0 Opmerkingen

Big Five versus DISC

Afbeelding
Big Five en DISC. Even iets over de verschillen en overeenkomsten tussen deze twee naar aanleiding van allerlei reclames die ik langs zie komen. 

Ik begrijp dat een DISC-aanbieder in de vergelijking tussen hun test en het Big-Five model uitkomt op de conclusie: 'Als het aankomt op praktische toepasbaarheid en directe verbetering van communicatie en samenwerking, blinkt het DISC model uit.' Reclame maken voor je eigen product is volkomen legaal en kan ik zelfs waarderen. Maar vanuit wetenschappelijk oogpunt is bij dit soort vergelijkingen enige nuance op zijn plaats.

Het grootste verschil tussen Big Five en DISC is dat de DISC voortkomt uit de theorie van William Moulton Marston uit 1928 over de verschillen tussen tussen mensen, terwijl Big Five 'slechts' ontstaan is uit een enorme hoeveelheid wetenschappelijk onderzoek naar waar de verschillen nou echt zitten. Niet vanuit een theorie of een bepaalde visie daarop. De Big Five domeinen zijn keer op keer bevestigd in wetenschappelijk onderzoek en zijn inmiddels de gouden standaard geworden in onderzoek naar persoonlijkheidsverschillen. Met andere woorden: dit blijken de vijf grote clusters van karaktertrekken te zijn (met bijbehorende gedragsstijlen) waarin mensen zich van elkaar onderscheiden, of we dat nou leuk vinden of niet. En ook of dat nou bij onze theorie aansluit of niet.

De DISC-theorie bleek een aantal van die verschillen best aardig te duiden, maar mist ook een aantal zaken. Belangrijkste is het domein 'Openheid'. Een domein waarin hoog- en laagscoorders juist heel complementair kunnen zijn, maar ook in elkaars irritatiezone kunnen zitten.

DISC is erg populair bij coaches en consultants voor teambuilding vanwege de eenvoud. Big Five is populair onder psychologen, assessors en wetenschappelijk onderzoekers vanwege de hogere betrouwbaarheid en betere predictieve validiteit. De eenvoud van de DISC lijkt een (te) sterke vereenvoudiging van de werkelijkheid. De Big Five lijkt meer recht te doen aan de werkelijkheid maar is minder 'leuk' en 'kleurrijk'.

Het is belangrijk om te onthouden dat geen enkel psychometrisch instrument perfect is en dat elk instrument het best gebruikt kan worden in combinatie met andere onderzoeksmethoden en professioneel advies.

Tot slot: ik ben geen testuitgever maar gebruik diverse persoonlijkheidstests van meerdere aanbieders in zowel klinisch-psychologisch als arbeidspsychologisch onderzoek en heb dus geen commercieel belang bij het promoten van een bepaald model. Wij volgen de ontwikkelingen van testaanbieders op de voet en kiezen de meest betrouwbare tests en integreren deze in onze onderzoeken. Als dat ooit toch de DISC blijkt te zijn gaan we daarvoor, maar dat is nu niet het geval
0 Opmerkingen

4/3/2024 0 Opmerkingen

What can I say ... ? (songtekst)

Afbeelding
What can I say, what can I do … ? 
My love has failed to stand by you. 
How can I find the way to your heart? 
I don’t want this pain 
to drift our worlds apart. 


My Friend, I’ve got so much to learn 
About the Love of God. 
But I want you to know: 
Someone spent His blood

But every time I tell you 
'bout that unconditioned love 
I hear you say: stop talking 
about the good Lord up above 


What can I do, what can I say ... ?
My love for you 
could not take your pain away.
I know this time 
your heart's been really hurt. 
how can I find a consolating word?


My Friend, I’ve got so much to learn
About the Love of God
But I want you to know
Someone spent His blood

But every time I tell you 
'bout that unconditioned love
I hear you say: stop talking
about the good Lord up above


Music and lyrics by ©​Matthijs Goedegebuure | To be released on YouTube in the future
0 Opmerkingen

28/2/2024 0 Opmerkingen

Ik kom naar U ... (songtekst)

Afbeelding
Na alle jaren van verdriet, 
waarin ik zocht 
​naar de volmaakte liefde, 
maar ik vond het niet 
kom ik naar U, 
Ik kom naar U, 
Ik kom naar U. 

En in het midden van de pijn 
om alle troost en liefde 
die ik los moet laten, 
is het goed om hier te zijn. 
Ik kom naar U, 
​Ik kom naar U, 
Ik kom naar U. 


Want U bent alles wat ik heb
U liet me geen moment alleen
Ik geef me over aan Uw armen
leg ze veilig om mij heen
en draag mij
door de leegte heen


Hier ben ik God, ik ben van U
U mag mijn hele leven nemen
en verand'ren
in een afbeelding van U
Ik kom naar U
Ik kom naar U
Ik kom naar U


Vergeef mij Vader wat ik deed
De pijn die ik de ander toebracht
door mijn zonde
ik ben de oorzaak van het leed
Ik kom naar U
Ik kom naar U
Ik kom naar U


Want U bent alles wat ik heb
U liet me geen moment alleen
Ik geef me over aan Uw armen
leg ze veilig om mij heen
en draag mij
door de leegte heen

​draag mij
door de leegte heen

oh draag ons ...
door de leegte heen


Tekst en muziek: ©​Matthijs Goedegebuure | To be released on YouTube in the future
0 Opmerkingen

13/2/2024 0 Opmerkingen

Hou vol, geef niet op (songtekst)

Afbeelding
'k Weet dat je nu alleen maar sterk kunt zijn 
En hoe je vecht om niet om te vallen 
Je hart is overspoeld door pijn 
Maar er fluistert altijd hoop 
Ja ... er fluistert altijd hoop ... 

Hou vol 
geef niet op 

Hou vol 
geef niet op 


Steeds weer een stap 
Steeds een stukje sterker 
Hoe hard de storm ook woedt - 
Jij komt hier doorheen ... !

Kijk alleen naar het Licht recht voor je 
Het komt echt goed ... met jou ... 


'k Weet hoe de nacht je ziel beknelt 
Maar vergeet nooit: jij bent een Vechter 
een Vechter 

Denk aan alles wat je overwon
Want jij bent sterker dan je denkt
Ja ... jij bent sterker dan je denkt!

Hou vol
geef niet op

Hou vol
geef niet op


Steeds weer een stap
Steeds een stukje sterker
Hoe hard de storm ook woedt
Jij komt hier doorheen


En als de nacht je weer omgeeft
Wees niet bang, voel dat je leeft
Dit gaat voorbij, de Lente komt!
En fluistert zacht:
'Het komt echt goed met jou.'

Ja, als de nacht je weer omgeeft
Wees niet bang, voel dat je leeft
Dit gaat voorbij, de Lente komt!
En fluistert zacht:
'Het komt echt goed met jou ... '

Tekst: Matthijs Goedegebuure | Muziek: Brian & Jenn (Bethel Music)
To be re-released on YouTube in the future

Een paar weken geleden gingen we afscheid nemen bij een ernstig zieke vriendin. Almost home … Ze was lichamelijk zwak en vermagerd, maar geestelijk nog intens aanwezig. Ze vertelde dat ze in het loslaten van haar geliefden dieper dan ooit voelde hoeveel zij voor haar betekenden. ‘Het is zo tegenstrijdig, en dat vertelt niemand je van tevoren, want hoe meer ik ze los moet laten, hoe dieper ze eerst in mijn hart komen. Het is een zwaar en eenzaam proces’. Het raakte me, leerde me iets, en gaf me ook veel herkenning. Ze moest hier doorheen en kwam er ook doorheen heb ik gezien. Ze is in diepe vrede overleden, wetende dat het goed zou komen met haar.

Dit lied is voor iedereen die een geliefde in vertrouwen los moet laten en die geliefde geloof, hoop en vertrouwen mee wil geven. Sterkte en vrede voor jou als jij dat bent. Want loslaten doet pijn. Veel pijn. En kan een lang proces zijn waarin je door veel verdriet gaat.

Zoveel herinneringen dringen zich op: kostbare momenten, goede gesprekken, lange wandelingen, veilig jezelf kunnen zijn, samen de slappe lach hebben, samen bidden, huilen, zingen, muziek maken of luisteren. Gezien worden, gehoord worden, begrepen worden. Maar ook pijnlijke of beschamende momenten. Momenten van afstand, gekwetstheid en hopelijk vergeving.

Misschien moet je wel iemand loslaten die nooit geboren is. Als je deze zin begrijpt wens ik jou heel veel sterkte in dat proces.

'Hou vol' of 'Het komt goed' kan heel goedkoop klinken. Vergeef me dat, maar deze titel en deze tekst is zeker niet goedkoop bedoeld of ondoordacht gekozen. ‘Het komt goed’ kan overkomen als gemakzucht (‘het valt wel mee met jouw problemen’), als dwingend (‘het moet goed komen want anders … ‘) of zelfs als manipulatief (‘ik heb het nodig dat het goed komt met jou’). Zo is het hier niet bedoeld. ‘Het komt goed’ is tegen mijn gevoel in verwoord op basis van het Bijbelse perspectief op de toekomst: uiteindelijk zal alles goed worden. Alles. Het verwoordt het vertrouwen dat het oude (en het ‘nu’) voorbij zal gaan en dat het nieuwe zal komen. Het is mijn enige hoop.

Je hebt heel veel vertrouwen nodig om iemand los te kunnen laten. Vertrouwen dat het goed komt zonder jou. Ten diepste gaat dat over vertrouwen in God. Hij zal voor hen, hem of haar zorgen. Maar ook over vertrouwen dat de ander zonder jouw zorg, liefde, tijd en aandacht het zelf kan. Of het leert. Of die zorg en aandacht bij iemand anders zoekt en niet meer bij jou. Ook dat kan heel pijnlijk zijn. Daarover gaat dit lied.

Misschien moet je iemand loslaten omdat je niet meer in staat bent er voor die ander te zijn. Misschien heb jij zelf moeten kiezen iemand los te laten omdat de relatie jou beschadigde. Misschien heeft jouw geliefde besloten bij je weg te gaan en loop je rond met en grote pijnlijke leegte in je ziel. Met verdriet en een gemis dat er niet 'mag zijn'. Misschien heb je onder druk van anderen iemand los moeten laten. Dit lied is voor jou, zowel voor jezelf als voor degene die je los moet laten. Het komt goed met je.

Als christen geloof ik dat er een moment komt dat we met zijn allen in volmaakte verbondenheid terug zullen kijken op alle pijn, wanhoop, strijd en verwarring van dit leven. Dan zullen we ons er met elkaar over verwonderen dat het ondanks al onze fouten en onbegrip toch allemaal goed is gekomen. Door Hem die ons liefhad en liefheeft tot het einde. Hij overwon alles wat wij niet konden overwinnen.

Ik heb de tekst van ‘You’re gonna be ok’ van Brian & Jenn (Bethel Music) vrij vertaald.

Dit is een een licht bewerkte, maar nog steeds 'eerlijke' versie na de oefenversie die ik live op mijn telefoon heb opgenomen. Ik hoop dit jaar nog wat volgende goed uitgemixte versies te kunnen opnemen.

Dit is overigens de eerste opname in de Old Bank Studio in Sliedrecht aan de Stationsweg. De belangrijkste studioapparatuur is inmiddels geïnstalleerd. Mocht je iets bemoedigends, vertroostends of inspirerends willen zingen of inspreken dan ben je hartelijk welkom in onze studio onder de grond op de Stationsweg 35 in Sliedrecht. 

#Sliedrecht #Studio One #bemoediging #hoop #homerecording #geloof #vertrouwen #help 

Backing track: Bethel Music
Originele Songtitel: You’re gonna be ok
Vertaling: Matthijs Goedegebuure
0 Opmerkingen

25/12/2023 0 Opmerkingen

Als élke keuze fout is ...

Afbeelding
Over morele pijn, gewetensnood, schuld, verborgen strijd en de aanwezigheid van God tussen de brokstukken van je hart. 

Soms dwingt het leven je tot een keuze die je helemaal niet wilt maken. Links is slecht. Rechts is slecht. Rechtdoor is slecht. Stilstaan is slecht. Teruggaan is slecht. Er is geen goede keuze. Geen juiste weg. Elke richting die je kiest, hoe je ook wikt en weegt, laat je altijd iets verliezen wat je oprecht liefhebt. Of iemand waar je  van houdt of die belangrijk voor je is. Je staat op een splitsing waar geen enkel pad leidt naar het volle goede. Alle wegen zijn duister. Elke keuze slaat bij voorbaat diepe wonden.

In zulke momenten breekt de weg waar je op loopt open, en jij breekt mee.

De verborgen strijd
De echte strijd voltrekt zich onzichtbaar voor de mensen om je heen. Van buiten lijkt alles beredeneerd, wellicht zelfs goed doordacht. Maar van binnen woedt de storm van wroeging, vertwijfeling en schuld.

Je vraagt je af:
Heb ik werkelijk alles goed en eerlijk overwogen?
Had ik nog verder moeten zoeken, nog meer moeten verdragen, nog langer hopen?


En dan die bijtende vragen die je 's nachts wakker houden:
Wat als ik de verkeerde keuze heb gemaakt?
Wat als ik onherstelbare schade heb aangericht?
Wat zegt deze keuze over wie ik werkelijk ben?


Wie écht van harte het goede zoekt, zal juist op deze momenten zichzelf als schrijnend ontoereikend ervaren. Je schiet tekort. Je wilt het goede doen, maar er is geen 'goede'. Niet alleen omdat de situatie onmogelijk is, maar ook omdat je in je eigen hart de grenzen van je liefde en je kunnen ontdekt.

De pijn van niet begrepen worden
Misschien probeer je uit te leggen waarom je deed wat je deed. Een enkeling begrijpt het misschien een beetje. Maar niemand het hele verhaal.

En hoe meer je probeert te verwoorden wat niet in woorden past, hoe dieper de eenzaamheid wordt.

Je valt stil. Letterlijk. Mensen staren je goedbedoeld vragend aan.

Je kunt niet uitleggen wat er door je heen ging toen je moest kiezen. De verscheurdheid. De hoop tegen beter weten in. De tranen die niemand heeft gezien.

Je draagt de last alleen, zoals zoveel diepe, morele keuzes uiteindelijk in stilte worden gedragen.

De worsteling met jezelf
Je staat voor de spiegel en je ziel schreeuwt: "Waarom heb je het zo ver laten komen?! Waarom heb je niet eerder ingegrepen?!"  Of je staart jezelf aan en je hebt geen antwoord op je eigen vraag. Of je weet zelfs je vraag niet te verwoorden. Er komen duizenden beelden die iets verklaren van hoe je zo ver kwam. Maar het zijn er te veel om ooit aan iemand uit te leggen. Wanhoop.

De worsteling met God
Soms schreeuw je het inwendig uit: "Heer, waarom liet U het zover komen? Waarom liet U mij kiezen tussen twee rampen?" En soms is er alleen stilte. Een stilte die snijdt.

Je merkt hoe griezelig dun geloof kan worden als het op de proef wordt gesteld. Hoe alle mooie woorden verbleken tegenover de rauwheid van het echte leven. En toch ...

Juist daar, in het breekpunt van je bestaan, waar geen uitleg meer mogelijk is, waar de laatste zekerheden uit je handen vallen, is Hij daar.

Hij zou er zijn. Dat had Hij beloofd. En Hij is er. Zonder woorden misschien.

Niet als iemand die de gebroken situatie ongedaan maakt. Niet als iemand die je keuze voor jou uit handen neemt. Maar als iemand die naast je hangt aan een kruis. Het kruis van het wanhopige "Waarom ... ?!!!". Het kruis van veroordeling. Straf. Consequenties van jouw fouten.

Hij weet dat jouw liefde heeft gezocht, ook toen de liefde geen begaanbare weg meer vond.

Hij draagt niet alleen de gevolgen van je keuze, Hij draagt ook jou – in je verdriet, je schuld, je onvermogen.

In het licht van de eeuwigheid
Vanuit de hemel en de eeuwigheid worden onze menselijke worstelingen niet bespot of afgewezen. Ze worden gekend. Ze zijn opgenomen in een groter verhaal waarin liefde wint – niet omdat wij alles goed deden, maar omdat God het begin is. En het einde. Hij heeft het laatste woord. Hij schreef je zonden niet op stenen tafelen. Maar in het zand. En ook de zonden van de ander. Zodat het uitwisbaar was.

Daar, in het licht dat eens alles helder zal maken, zal blijken dat je niet alleen stond toen je koos in de duisternis. Dat je gedragen werd, juist toen je het minst wist hoe je verder moest.

Wat helpt?
  • Toestaan dat pijn pijn mag zijn. Zonder jezelf te forceren naar snelle berusting.
  • Eerlijke woorden zoeken, ook al zijn ze gebroken en met elkaar in tegenspraak.
  • Iemand zoeken die kan luisteren zonder oordeel. Noch over jou, noch over de ander. Praat, fluister, huil.
  • Aanvaarden dat volledig begrepen worden onmogelijk is. Je kunt zelfs je zelf niet begrijpen. En toch gaat niet alles daarmee verloren.
  • Weten dat God niet wacht tot je de juiste woorden vindt. Hij is er, juist tussen al die brokstukken van je hart.
  • Leven met de herinnering dat liefde zwaarder weegt dan volmaaktheid. Dat trouw zijn in een onmogelijke situatie een vorm van heiligheid is.
  • Beseffen dat als je iemand alles hebt gegeven wat je had, dat zowel het beste als het slechtste van je jezelf was. Het beste zal iets goeds voortbrengen. Het slechtste zal schade geven. Maar het goede overwint uiteindelijk het kwade.

Tot slot
Er zijn keuzes die je tekenen voor het leven. Niet omdat je faalde, maar omdat je beminde in een wereld die stuk is. En in die barst, in die diepe breuk, weerspiegelt de glans van de Vredevorst – stil, zacht, onoverwinnelijk. Van pool tot pool.

Kroon Hem.
0 Opmerkingen

6/12/2022 0 Opmerkingen

Drie levensveranderende adviezen voor mentors, adviseurs en leiders

Afbeelding
‘Heb je nog tips of een advies voor me?’ Misschien één van de meest gestelde vragen aan elke adviseur, consultant, therapeut, mentor of coach. Na dertig jaar therapeutische en adviserende gesprekken met mensen, soms op de meest extreme kruispunten van leven en dood, deel ik hier graag mijn drie beste adviezen voor iedereen die anderen helpt met advies, begrip en aanscherping.

Advies 1: zie je oog en je aandacht als een lamp!
Train jezelf elke dag om met het meest ​eerlijke​ in jezelf ​eerlijk te kijken naar alles wat op je afkomt en in je opkomt. Kijk aandachtig, kijk scherp, met het oog van een arend, tot je de waarheid, de leugen, de essentie, de waarde, de kans of het patroon ziet. Frons je wenkbrauwen en kijk de situatie nog strakker recht en eerlijk aan! Laat je niet leiden door de consequenties van je eerlijkheid. De waarheid is belangrijker dan de soms ongemakkelijke consequenties van de waarheid. Uiteindelijk zal het zien van de waarheid en de werkelijkheid bevrijdend zijn.​
Afbeelding
Kijk scherp, met het oog van een arend.
Laat het normale, gebruikelijke idee los dat je oog een passief sensorisch zintuig is en zie je oog en je aandacht in de eerste plaats als een lamp, een actief zoeklicht dat zaken glashelder in de spotlight zet. Als je met het meest eerlijke in jezelf scherp kijkt naar wat er op je afkomt zul je niet alleen helderheid krijgen en geven, maar zul je zonder het door te hebben ook het meest ‘jezelf’ zijn. Je verschijnt. Je wordt zichtbaar, je wordt ‘geopenbaard’. Hierdoor geef je degene die jou om advies vraagt niet alleen maar je meest eerlijke en grondige antwoord, maar ook een ontmoeting met jou.

Advies 2: denk niet langer in ‘rollen’ maar in ‘verschijningsvormen’!
Hoe algemeen verbreid en herkenbaar de 'rollentheorie' ook is, neem er afstand van. Mentor, coach, therapeut of leider zijn kan niet vanuit een 'rol'. Het woord 'rol' impliceert onechtheid, incongruentie. Een rol klopt niet altijd met wie je bent en je binnenwereld en dat kost niet alleen veel energie, het ondermijnt je impact. Denk vanaf nu in ‘verschijningsvormen’ die wel kloppen met wie je bent en met je binnenwereld. Als je vanuit het diepste, meest eerlijke in jezelf, kijkt naar wat er op je afkomt zul je soms vanuit je binnenwereld in de buitenwereld verschijnen als een sfeervol kaarsje. Een andere keer als een warm haardvuur of een vuurspuwende vlammenwerper. Weer een andere keer als een handige aansteker of een richtinggevende vuurtoren. Soms misschien als een kwetsbare walmende vlaspit en even later als een spetterende vuurwerkshow. Verbaas je niet over de verschillen, ook niet als deze verschijningsvormen zich allemaal binnen één gesprek afwisselen, maar laat ze zijn zoals ze zijn, in overeenstemming met wie je bent en en je binnenwereld. Soms heb je urenlang dezelfde verschijningsvorm, het zij zo. Rollen worden gespeeld, maar verschijningsvormen zijn puur. Rollen triggeren tegenrollen. Echtheid triggert echtheid.

Advies 3: geef alles om de ander te helpen zichzelf te begrijpen!
Train jezelf continu om ieder mens die iets persoonlijks tegen je zegt, te helpen zichzelf en zijn of haar eigen gedachten béter te snappen dan vóórdat hij of zij met jou begon te praten. Wijd je eraan toe. Maak het tot een missie. Ook wanneer iemand kritiek op je heeft. 

Vat samen wat de ander zegt, geef je beste woorden alsof je hem of haar verdedigt. Wees nooit bang dat dit zich tegen je zal keren. Kruip in de huid van de ander en probeer met diens ogen te kijken en zeg zo overtuigend mogelijk wat je ziet vanuit het perspectief van die ander. Doe dat net zo lang tot je ziet en voelt dat de ander zich gehoord, gerespecteerd en écht begrepen voelt. Zie je woorden en je reacties als een spiegel en ga er vanuit dat herkenning de diepste behoefte is van elk mens. Verschijn in gesprekken pas met jouw mening, standpunt, advies of gedachten als de ander zich voldoende heeft herkend in jouw samenvatting, reflectie of duiding.

Stop met het eindeloze gevecht om eerst zelf begrepen te willen worden door de ander. Geef de ander het oprechte begrip dat je zelf zoekt en nog meer! Een hart dat zich begrepen voelt gaat open om de ander te begrijpen. Als je je hieraan toewijdt zullen mensen zich veilig bij je weten en naar je advies luisteren.

Als je bereid bent te luisteren en de ander te helpen zichzelf te begrijpen, zal er ook naar jou geluisterd worden en zul je begrepen worden, hoewel we allemaal iets eenzaams met ons meedragen. Wie graag gehoord wil worden, zal zich nooit gehoord voelen. Je bent het meest jezelf als je jezelf vergeet. Je vindt je 'zelf' daar waar je niet met jezelf bezig bent.

Let op: het kan je op korte termijn veel kosten als je deze adviezen gaat toepassen. Pas ze alleen toe als je ze gelooft en er geen twijfel over hebt dat je dit wilt. Dan zul je er bergen mee verzetten. 

Uitdaging: pas een, twee of drie van deze adviezen één hele dag toe en kijk eerlijk en scherp wat er gebeurt.
0 Opmerkingen

11/9/2022 0 Opmerkingen

Wie zal mij verlossen ... ? Jezus alleen!

Afbeelding
Mini preek openlucht dienst IJsselstein met Cashflow3 

Hoewel ik het goede wil, doe ik het niet. In plaats daarvan doe ik het slechte en dat wil ik nu juist niet. Als ik doe wat ik niet wil, doe ik dat eigenlijk niet zelf, maar de zonde in mij. Zo ervaar ik steeds weer: als ik het goede wil doen, kan ik het niet laten het slechte te doen. In mijn diepste wezen wil ik heel graag doen wat Gods wet van mij vraagt. Maar ik zie dat mijn doen en laten daarmee volledig in tegenspraak is. Wat mijn verstand wil en mijn lichaam doet, is altijd in strijd met elkaar. De zonde leeft in mijn lichaam. Wat ben ik er ellendig aan toe! Wie zal mij verlossen uit deze vreselijke macht van de dood? Ik dank God dat er een uitweg is door Jezus Christus, onze Here!

Romeinen 7

 
Het is een grijze dag in oktober 1967, ergens in die onbestemde maand tussen de zomer en de winter in, als Johnny Cash in zijn eentje in zijn Jeep stapt en wegrijdt van zijn prachtige villa in Hendersonville aan de Old Hickory Lake, een voorstadje van Nashville met vooral grote villa's van artiesten en mensen die veel geld verdienen in de muziek business.
Maar ondanks alle mooie tuinen en oprijlanen om hem heen is Johnny rusteloos, wanhopig, depressief, opgejaagd en rijdt weg van Hendersonville in de richting van Monteagle.

Johnny Cash, the Man in Black zoals vrijwel iedereen hem kent, is op dat moment bijna op het toppunt van zijn carrière. Hij heeft in de vijftien jaar daarvoor duizenden concerten gegeven, een aantal grote hits gehad en hij is regelmatig te zien in Amerikaanse tv-shows en ook te horen op de duizenden radiostations die de VS op dat moment heeft. Wij weten uit de geschiedenis dat het vanaf dat moment op die oktoberdag in 1967 geen twee jaar meer zal duren voor hij de platenverkoop van de Beatles zal overtreffen. Vanaf dat moment zal hij de bijna eeuwige status van superstar hebben in de VS en ook wereldwijd. Maar dat weet Johnny zelf nog niet op dat moment.

Over een paar maanden zal hij een van zijn beste albums ooit gaan opnemen, Live at Folsom Prison, waar hij met de inmiddels legendarische intro 'Hello, I'm Johnny Cash' zijn tophit Folsom Prison Blues zal opnemen. En nog een jaar later zal hij 'Johnny Cash live at San Quentin' daar aan gaan toevoegen. Dit album zal hem een grammy opleveren en een hit met dat iconisch zinnetje dat mensen overal ter wereld 50 jaar later nog hardop mee zullen roepen: 'My name is Sue, how ... do you do??!!!
​
Nog een jaartje later zal hij vanuit het Ryman Theater in Nashville zijn eigen TV-Show starten waar alle grote namen uit de muziekwereld graag zullen komen optreden: The Johnny Cash Show. Iedereen zal graag te gast zijn bij de Man in Black: Bob Dylan, Emmylou Harris, Ray Charles, Chet Atkins, Eric Clapton, om maar een paar namen te noemen.
En nog een paar maanden later zal hij zelfs een graag geziene gast worden bij president Nixon in The White House.

Maar op deze grijze oktoberdag in 1967 heeft Johnny Cash daar op geen enkele manier weet van. Sterker nog: hij weet maar één ding, en dat is dat hij de meest verschrikkelijke ellendeling op deze rotwereld is die een puinhoop van zijn eigen leven heeft gemaakt. Maar ook een puinhoop van de levens van de mensen die hem liefhebben. Van zijn vrouw Vivian die het jaar daarvoor van hem gescheiden is omdat ze niet meer om kon gaan met de verslavingen en levensstijl van haar man. Van zijn ouders die al zoveel ellende hebben gekend door de dood van hun zoon Jack. Jack ... Johnny zat naar de radio te luisteren toen zijn oudere broer in zijn eentje hard aan het werk was in de schuur en doordat hij het zijn eentje moest doen voorover viel in de draaiende cirkelzaag. Hij had nog een paar dagen geleefd en is toen aan zijn verwondingen overleden. Nog altijd voelde hij de schuld daarvan die zijn leven lang al op hem drukte. Maar ook het leven van zijn eigen kinderen maakte hij kapot met zijn verslavingen, leugens, vrouwen, ... hij schaamde zich diep als hij zich voorstelde dat zijn kinderen zouden weten wat hij allemaal uitspookte als hij helemaal onder invloed was. En dat was hij bijna continu.

De afgelopen maanden was het helemaal bergafwaarts gegaan. Hij slikte zoveel amfetaminen en pijnstillers dat hij soms dagen en nachten achter elkaar niet sliep, hij verscheen niet op concerten waar zalen vol mensen op hem zaten te wachten. En als hij wel verscheen kon hij niet zingen omdat de pillen zijn stem volkomen geruïneerd hadden. Hij liep weg bij plaatopnames ... hij was een onberekenbaar en onbetrouwbaar mens geworden die een spoor van vernieling achterliet op weg naar de afgrond. 'Ik was een wandelend visioen van de dood geworden' schreef hij later in zijn autobiografie. 'En dat was ook precies hoe ik me voelde.'

“I had wasted my life. I had drifted so far away from God and every stabilising force in my life that I felt there was no hope for me.”

En nu op deze dag in oktober 1967 was hij tot het besluit gekomen zijn leven te beëindigen. 'Ik wilde nooit meer een nieuwe dag zien aanbreken' zei hij later.

Johnny reed naar Nickajack Cave, een uitgestrekt gebied met grottenstelsels zo groot als een paar keer de Arena of De Kuip. Honderden meters pikdonkere gangen die alle kanten op kronkelen. Hij was er een paar keer met vrienden geweest om te zoeken naar oude relikwieën van indianen, de native americans. Zodoende kende hij de plek en hij wist dat er meerdere mensen in de grotten overleden waren omdat de ze de uitgang niet meer wisten te vinden. En bij die mensen wilde hij horen. Zijn plan was om zo diep in de grotten te kruipen dat hij nooit, maar dan ook nooit meer de uitgang zou kunnen vinden, maar ook dat niemand anders hem ooit zou kunnen vinden. En dan zou 'ie zijn pillen nemen en wachten tot hij weg zou zakken in de dood die eindelijk een einde aan deze hel zou maken.

Johnny parkeerde zijn Jeep bij de ingang en liep en kroop drie uur lang door de donkerste gangen die er op deze wereld zijn. De inktzwarte diepe duisternis paste volkomen bij de inktzwarte wanhoop van deze 35-jarige man die volkomen alleen is met de shit van zijn leven.

Het meest duistere voor hem was de afstand die hij ervaarde tussen hem en God. De tekst uit Rom. 7 is bijna tekenend voor het leven van Johnny Cash.

Uiteindelijk ligt Johnny in de inktzwarte duisternis op zijn rug op de grond. En terwijl hij wacht op de dood die nu dichterbij is dan ooit, komt er een diepe rust over hem. 'Een rust die bleef', vertelt hij later. Vanuit die rust begint hij zich te focussen op God.

Later vertelde hij er zelf over: Daar in Nickajack ontstond een heel helder, eenvoudig besef in mijn geest: het besef dat mijn dood niet in mijn eigen handen lag, maar dat het in Gods handen lag. Ik besefte ineens heel diep dat ik zou sterven op het moment dat Hij zou bepalen en niet ik. Ik had niet eens met God gesproken over mijn besluit om te sterven in de grotten, maar dat had Hem er niet van weerhouden om me tegen te houden.

Johnny wist dat het God was die daar in de stilte van de grotten tot zijn hart sprak. Er was Iemand die groter was dan hijzelf. The Man came around. The Man in White. The Personal Jesus. The Greatest Cowboy of them all zoals hij Hem later bezong. Hij aanvaardde dat zijn dood en zijn leven in handen lagen van de God die hij kende uit de Bijbel, uit de kerk, uit de liedjes van zijn moeder en van de gospels die hij zelf had opgenomen. De God waar hij altijd in had geloofd, maar waar hij nooit bewust zijn leven en sterven aan had toevertrouwd.

De dood is iets waar we liever niet aan denken. Maar sommige mensen hier zullen begrijpen wat ik bedoel als ik zeg dat de dood een bepaalde rust geeft en dingen heel helder maakt. De dood is de rand van het leven. Daar stopt het. In mijn werk als therapeut voel ik het verschil tussen mensen die bij die rand zijn geweest en mensen die zover mogelijk bij die rand vandaan blijven. De mensen die bij de rand zijn geweest leven bewuster, intenser dan degenen die nooit over de dood willen nadenken.

Johnny Cash zingt in veel van zijn songs over de dingen waar we liever niet aan denken: dood, moord, overspel, spijt, wroeging, haat, liefde, vergeving, genade, verlossing. Hij biedt geen oplossing aan, geen theorie, geen succesformule. Hij wijst naar één persoon die opmerkelijk vaak in zijn liedjes terugkomt: Jesus. That’s The Man. The Hero of Cash.
Johnny kende de zwarte, donkere van zichzelf. Hij was de man in black in een dubbele zin van het woord. Hij heeft jarenlang gewerkt aan een boek over de Man in White. En hij heeft ook een keer al zijn geld gestoken in een film over Jezus: de Gospel Road. Johnny presenteert in zijn boeken, verhalen, liedjes en film de Man in White van de Gospel Road niet als de oplossing voor al je problemen; ‘neem Jezus aan en al je problemen zijn voorbij’. Johnny Cash presenteert Jezus als de Man die je moet ontmoeten. De Man die boven alles uitstijgt. ‘He’s my Saviour, my Counselor, my Redeemer’ aldus Cash. ‘Iedereen die echt op zoek is naar Waarheid komt uiteindelijk bij Jezus uit.’

Voor Johnny is Jezus veel meer dan een oplossing voor zijn problemen. Problemen bleef hij houden, ook later in zijn leven. Maar Johnny Cash vond bij Jezus rust voor zijn ziel. Vertrouwen voor de Toekomst. Uitzicht op de eeuwigheid, waar de ‘circle unbroken’ zou zijn. Vergeving voor zijn inktzwarte fouten. The old account was settled. Ook in de laatste maanden van zijn leven beleefde hij de troostende aanwezigheid van Jezus en wist hij dat hij ‘Over the next Hill’ thuis zou zijn bij Hem. Zijn biograaf Robert Hilburn, hoewel zelf niet gelovig, beschrijft dit uitgebreid, een aanrader. Sommige fans willen Johnny Cash liever blijven zien als de rebel van voor Nickajack Cave. Zij kunnen niks met dit verhaal en maken grappen over de gospels die Johnny zong als een gewetens-sussertje na het feesten en zuipen. Er is geen enkele twijfel over mogelijk dat Johnny Cash een fan van Jezus was en daarom zelfs theologie heeft gestudeerd.

Oproep
Misschien ben jij hier vandaag ook wel op een dieptepunt van je leven? Misschien ben je wel dichter bij het toppunt van je succes dan je kunt vermoeden? Misschien heb je ooit je leven in Gods handen gelegd maar nooit je dood? Misschien juist omgekeerd? Misschien is deze tent-kerk wel de eerste kerk die je in je leven bezoekt? Misschien heb je vroeger een God gepresenteerd gekregen die veel van je eist en weinig geeft? Misschien herken je de wroeging van Johnny Cash over de mislukking van zijn leven?

Namens Johnny Cash en miljoenen andere mensen die Jezus hebben leren kennen mag ik je aanmoedigen om Jezus te ontmoeten. Niet als een goedkope oplossing voor al je problemen, maar als de Mens zoals een Mens bedoeld is. En hoe is de Mens bedoeld? De Mens Jezus is Iemand die met je meegaat dwars door alle problemen. Hij spreekt door de Bijbel en door mensen tegen je en er ontstaat leven en hoop in je hart. Hij is eerlijk met je en helpt je eerlijk met je zelf te zijn zodat je ‘klopt’. Hij is heilig, dat betekent dat er geen rottigheid in Hem zit, geen gemenigheid of addertjes onder het gras.

Mijn beste advies voor je: durf met Jezus af te dalen in de Nickajack Caves, de grotten van je eigen hart. Wees eerlijk met jezelf zoals Johnny Cash ook moest. Durf maar tot je door te laten dringen dat je een keer dood gaat. Op zijn tijd. Dat ook jij iets slechts in je hebt, een duistere kant die vecht met je goede kant. Besef dat daarom alles wat je bent en hebt genade is. Aanvaard dat je nergens recht op hebt. Durf echt tot je door te laten dringen dat je bestaat, dat je leeft en dat je iets te zeggen hebt tegen de mensen om je heen. Ga daarvoor!!! Dat je op jouw manier mee mag bouwen aan het Koninkrijk van Jezus: een koninkrijk van genade en waarheid. Als God Johnny Cash vergeeft, vergeeft Hij jou ook. Als God Johnny Cash kan gebruiken, kan Hij jou ook gebruiken. Zelfs na je dood! Ga naar Jezus.

Well my goodness gracious let me tell you the news
My head's been wet with the midnight dew
I've been down on bended knee
Talkin' to the Man from Galilee
 
He spoke to me in the voice so sweet
I thought I heard the shuffle of the angel's feet
He called my name and my heart stood still
When He said, "John, go do My will!"
 
Ik sluit af met een citaat van Johnny Cash: "Well, I take great comfort in the words of the apostle Paul who said, ‘What I will to do, that I do not practice. But what I hate, that I do.’ And he said, ‘It is no longer I who do it, but the sin that dwells within me. But who,’ he asks, ‘will deliver me from this body of death?’ And he answers for himself and for me, ‘Through Jesus Christ the Lord.'"

Nou, ik haal veel steun en troost uit de woorden van de apostel Paulus die zei: wat ik wil doen, doe ik niet. En wat ik haat, dat doe ik. En hij zei erbij: het is niet langer ik die dat doet, maar de zonde die in mij leeft. Maar wie, vraagt hij dan, zal mij verlossen uit dit lichaam van de dood? En hij antwoordt dan voor zichzelf en voor mij: door Jezus Christus de Heer.
​
  • Uitleg evangelie
  • Gebed
  • 'It was Jesus' (G)
0 Opmerkingen
<<Vorige

    Hoi!

    Leuk dat je hier even kijkt in dit kleine hoekje op internet waar vrijwel niemand komt. Dit is een kleine greep uit de honderden pagina's die ik in bewerking heb voor schrijfsels die ik een volgende fase van mijn leven hoop te publiceren. Een preview dus! Voel je vrij er op te reageren. Positief of negatief. Corrigerend, reflecterend of suggererend. Hier een overzicht.
    ​
    Voor artikelen over talent en psychologie, kijk op: ​www.talentassessment.nl/nieuws en op LinkedIn.

    Afbeelding

    Archieven

    Mei 2025
    April 2025
    Maart 2025
    Februari 2025
    Januari 2025
    November 2024
    Mei 2024
    Maart 2024
    Februari 2024
    December 2023
    December 2022
    September 2022
    Juni 2022
    April 2016
    Juli 2015
    April 2015
    Maart 2015
    November 2004
    Augustus 2003
    Maart 1989
    Juni 1984

    Categorieën

    Alles Autisme Autonomie Big Five Borderline Chronisch Psychisch Lijden Diagnostiek Diagnostische Dwaling DSM V Empathie Evangelie Geloof Gevoeligheid Herkenning Hertraumatisering Informatie Voor Naasten Johnny Cash Langdurige Problematiek Levensfasen Liefdesverdriet Lijden Mentale Gezondheid Misdiagnose Muziek Onmogelijke Keuzes Persoonlijk Psychologie Psychopathologie Relationele Ontwrichting Songteksten Stress Therapeutische Klik Therapiematch Trauma Zelfreflectie

    RSS-feed

Wil je meer weten over mijn werk als psycholoog, schrijver of muzikant? Kijk dan op één van mijn websites.
Websites
www.goedegebuure.info
www.talentassessment.nl
​
www.jarsonsprincipe.nl
​
www.ademruimte.net
www.cashflow3.nl
​www.oudebank.studio
Andere links
Oertalent test - ontdek je talent in 90 seconden
Wat is een talentassessment?
Demorapport Talentassessment
Foto